De meisjes – Annet Schaap

Ziek op de bank luister ik de aflevering van de Grote Vriendelijke Podcast waarin Annet Schaap wordt geïnterviewd. Na haar fantastische debuut Lampje schreef ze De meisjes, waarin ze zeven sprookjes vertelt. Deze zijn losjes gebaseerd op klassiekers van Grimm en Perrault, zoals Roodkapje en Doornroosje. In de podcast leest Annet het kortste sprookje voor: dat van de kikker die tot prins gekust wil worden. Ik vind het geweldig om naar te luisteren en zoek daarom het luisterboek op in de online bibliotheek.

Eén van mijn favorieten, naast de kikker, is het verhaal van Roodkapje. Die wordt overigens niet zo genoemd. Het meisje gaat met boodschappen naar haar zieke oma, want haar moeder lukt het niet om een bestelling te plaatsen bij een online supermarkt. Het meisje neemt haar mobieltje mee om de weg te vinden. Ze wandelt langs een begraafplaats. Daarachter is een bos, waar een wolf woont in een gebied dat afgeschermd is door hekken. Het geweldige van dit verhaal is dat het perspectief afwisselend bij het meisje en bij de wolf ligt. Het is zo spannend!

Verder lezen

Kindertijd – Tove Ditlevsen

Das Mag heeft dit jaar het driedelige autobiografische werk van de Deense Tove Ditlevsen uitgegeven in het Nederlands. Toen ze in 1976 overleed, was ze een bekend schrijver in Denemarken. In Kindertijd kijkt ze terug op de tijd dat ze haar eerste gedichten schreef in een poesie-album, dat ze altijd bij zich had en zorgvuldig verstopte nadat haar broer haar een keer had uitgelachen om wat ze schreef.

Tove groeide op in een arbeiderswijk in Kopenhagen, in een appartementengebouw met een binnenplaats. Ik zie meteen het huisje voor me waar wij op vakantie in Kopenhagen logeerden. Net als in dit boek had het één slaapkamer en keek het uit op de gezamenlijke binnenplaats, waar kinderwagens onder een afdakje stonden. De gezinsleden zitten dus behoorlijk op elkaars lip en toch weten ze amper wat er in de ander omgaat. De kinderen worden vaak naar buiten gestuurd, ook al vriest het flink. Op de binnenplaats komt Tove andere kinderen tegen. De ondeugende Ruth kiest haar uit als vriendin, maar laat haar later weer keihard vallen. Verder is Tove heel erg op zichzelf en op school maakt ze met niemand contact.

Verder lezen

De brief voor de koning – Tonke Dragt

De brief voor de koning is een gouwe ouwe. Het boek kreeg in 1963 de Gouden Griffel en later zelfs de Griffel der Griffels 1955-2004. Dat belooft wat! De directe aanleiding om het te gaan lezen is de nieuwe Netflix-serie die hierop is gebaseerd. Misschien komt het wel daardoor dat de boeken continu zijn uitgeleend bij de bieb.

Het verhaal doet me denken aan Lord of the Rings, met kastelen, paarden en zwaarden, een jongeman die een gevaarlijke missie moet voltooien en er is zelfs sprake van twaalf ringen die alleen gedragen worden door heel bijzondere mensen. Verder lezen

Zondagskind – Judith Visser

Het was maar goed dat ik Zondagskind tijdens een vakantie las, want ik was helemaal in de ban van dit boek. Dat komt vast ook doordat dit boek het dichtste bij het eigen leven van schrijver Judith Visser ligt. Pas als jong-volwassene ontdekte zij dat ze het syndroom van Asperger heeft, een vorm van autisme. Dat maakte het als kind zo moeilijk om ‘normaal te doen’, zoals het hoort, iets wat anderen allemaal zo makkelijk af lijkt te gaan.

Jasmijn Vink woont in een flat, samen met haar ouders, haar broer Emiel en haar hond Senta. Als ze vier jaar is, moet ze naar de kleuterschool. Dat is een enorme overgang: van de rust thuis naar een klas vol felle kleuren en schreeuwende kinderen. Jasmijn loopt weg. Als ze tegen de avond thuiskomt, begrijpt ze niet waarom ze haar ouders zo boos en ongerust zijn. Tot overmaat van ramp moet ze de volgende dag weer naar school, om met andere kinderen te spelen, terwijl Jasmijn liever in een hoek gaat zitten lezen. Maar dat mag niet van de juf. Het lukt Jasmijn niet om tegen de juf te praten, want ze kent haar nog helemaal niet. En dan wil ze ook nog dat Jasmijn haar aankijkt als ze iets zegt. Onmogelijk toch.

Verder lezen

Poëzietijdschrift Dichter

De poëzie van Radna Fabias, Roelof ten Napel en Vicky Francken vond ik nogal ondoorgrondelijk. Een gedichtendip lag op de loer, maar toen kwam Jannie met een prachtig eigen gedicht over een voetveer. En ergens onderaan mijn leesstapel zag ik een nummer van het poëzietijdschrift Dichter liggen, daar had ik wel zin in! Hierin staan toegankelijke gedichten ‘voor iedereen van 6 tot 106 jaar’. Een tijdje geleden had ik twee losse nummers besteld, met de thema’s bomen en wereld.

Het is al heerlijk om erin te bladeren en naar de tekeningen te kijken. Voor elk nummer wordt een andere illustrator gevraagd en dat levert prachtige plaatjes op. Verder lezen

Haaientanden & Honderd uur nacht – Anna Woltz

Dit jaar schreef Anna Woltz het kinderboekenweekgeschenk: een mooie gelegenheid om kennis te maken met haar werk. In Haaientanden besluit de elfjarige Atlanta om een heel eind te gaan fietsen. Haar moeder is behandeld voor kanker en binnenkort komt er een belangrijke uitslag. Terwijl haar ouders op de bank zitten te wachten, wil Atlanta iets dóen. Haar plan is om helemaal rond het IJsselmeer te fietsen in anderhalve dag. Verder lezen

Ogen van tijgers – Tonke Dragt

Twee jaar geleden las ik voor het eerst een boek van Tonke Dragt (voor zover ik mij kan herinneren). In Torenhoog en mijlen breed uit 1969 verkent planeetonderzoeker Edu de bossen van Venus. Ik vond het erg mooi en spannend, dus wilde graag het vervolg lezen. Ogen van tijgers verscheen pas in 1982. Ik moet wel wat dingen uit het eerste boek verklappen om hier iets over te kunnen schrijven, dus mocht je dat niet willen lezen, stop hier dan!

Edu komt in het tweede boek ook weer voor, maar de hoofdpersoon is Jock Martijn. Hij was eerder al als planeetonderzoeker naar Venus afgereisd en heeft daar net als Edu kennisgemaakt met de bewoners van de planeet, die telepatisch met elkaar communiceren. Ook Jock heeft de gave van het gedachtelezen, net als Edu. En allebei mogen ze op aarde niet vertellen wat ze weten. Verder lezen

Wees onzichtbaar – Murat Isik

De Turkse Metin is vijf jaar als hij met zijn ouders en zus in Nederland gaat wonen. Ze betrekken een ruime flat in de Bijlmermeer, een ooit veelbelovende nieuwbouwwijk die dan al aan het verloederen is. Wees onzichtbaar gaat over de jeugd van Metin, totdat hij negentien is. Het is vast gebaseerd op de jeugd van Murat Isik zelf, al hoop ik dat zijn vader anders was…

Metins vader zorgt voor een gespannen sfeer binnen het gezin. Hij kan namelijk elk moment uitbarsten, dreigende taal uitslaan en als hij het nodig vindt zijn vuisten gebruiken. Het is de kunst om te zorgen dat hij niet geïrriteerd raakt, maar dat is vrijwel onmogelijk. Hij vindt zichzelf geweldig, ook al werkt hij niet, want hij is communist en wil niet meedoen aan het kapitalisme. Dat een uitkering ontvangen ook onderdeel is van het kapitalistische systeem, praat hij op een kromme manier recht. Aandacht voor vrouw en kinderen heeft hij niet. Toch doet zijn moeder af en toe een poging door Metin mee te sturen met zijn vader en dat voelt ongemakkelijk.

Liever gaat Metin voetballen met zijn vrienden uit de buurt. Sommigen zitten ook bij hem in de klas. Ze hebben allerlei nationaliteiten, maar dat speelt geen rol, hoogstens in de diverse heerlijke gerechten die de jongens krijgen voorgeschoteld. Verder lezen

Leesreis om de wereld: Comoren

Voor mijn leesreis om de wereld ben ik altijd op zoek naar boeken uit vreemde landen. Laatst was ik in mijn nopjes met de vondst van het boek Aal onder water, dat zich afspeelt op de Afrikaanse eilandengroep de Comoren, vlak bij Madagaskar. Hierin kijkt de zeventienjarige Aal terug op haar leven, terwijl ze ronddobbert op de Indische Oceaan en zich vastklampt aan een jerrycan.

Wat meteen opvalt is dat het boek uit één enkele zin bestaat, met een heleboel komma’s. Het effect daarvan is dat ik sneller lees en dat past goed bij het verhaal. Aal beleeft immers haar laatste momenten en moet opschieten met vertellen. Verder lezen

Stad in de storm – Thea Beckman

Utrecht, 1672. Hans Stevenszoon Ortelius is bij zijn vader in de leer als boekhandelaar en drukker. Dertig jaar later denkt hij terug aan die paar woelige jaren, waarin hij bijzondere mensen ontmoette en oorlog het leven van de Utrechters bepaalde. De strijd ging tussen de patriotten en de prinsgezinden en tegelijkertijd werd de Republiek der Zeven Provinciën aangevallen vanaf alle kanten: op zee door de Engelsen en over land door de Fransen. De Fransen bezetten Utrecht, terwijl Holland beschermd werd door de Hollandse Waterlinie: dijken werden doorgeprikt om weilanden onder water te laten lopen, zodat niemand erdoor kon.

Thea Beckman verweeft de historische gebeurtenissen kunstig in het verhaal van Hans. Hierdoor ligt de focus op hoe het was voor gewone mensen. Verder lezen