Als het in een boek over Nederland in de jaren vijftig gaat, geeft dat me vaak een nostalgisch gevoel. Er komen dan beelden op van toen ik als kind bij mijn opa en oma was, die geen televisie maar wel een kolenhok, een petroleumstel en een trekbel hadden. Aan het begin van het dikke, autobiografische Pier en oceaan weet Oek de Jong de sfeer van toen meteen op te roepen, met het gerinkel van melkflessen in de straat. Maar ook het beklemmende gevoel is er direct, want Dina is zwanger geraakt terwijl ze nog niet is getrouwd met Lieuwe. Ze hebben al zeven jaar verkering en plannen om te trouwen zodra hij zijn dienstplicht heeft vervuld. En toch is het een schande dat ze nu in verwachting is. Dina voelt zich diep ongelukkig.
Het perspectief blijft nog een tijd bij Dina, totdat haar zoon Abel oud genoeg is om herinneringen te hebben. Hij is de hoofdpersoon van het boek. Maar eerst gaat het nog over Dina’s geheime liefde Elena. Hun gevoelens zijn sterk, maar Dina wil kinderen en kiest toch voor haar verloofde. Dat geworstel met emoties komt later in alle hevigheid terug in Abels tienertijd.

Abel groeit op midden in de natuur. Hij vindt het heerlijk om naar de kikkertjes te kijken in de sloot waar hij later met een polsstok overheen springt. Met opa gaat hij zeilen op de Friese meren. Als het gezin naar Zeeland verhuist, gaat Abel vaak zwemmen in de Oosterschelde. Later rijdt hij op zijn brommer door de weilanden en gaat mee varen met een vriend. De natuurbeschrijvingen blijven prachtig.
Verder lezen