De wereld van gisteren – Stefan Zweig

Stefan Zweig (1881-1942) was een beroemde schrijver uit Oostenrijk. In De wereld van gisteren vertelt hij over de geschiedenis van Midden-Europa tijdens zijn leven. Ik zou het geen autobiografie noemen, want persoonlijk wordt het niet. Zo wordt zijn eerste vrouw alleen in een bijzin genoemd en zijn tweede huwelijk krijg een enkele alinea. Zweig beschrijft de tijdgeest, die totaal veranderde door twee wereldoorlogen. De tweede overleefde hij niet, hoewel hij inmiddels in Zuid-Amerika was. Hij pleegde samen met zijn vrouw zelfmoord, vlak nadat hij dit boek had geschreven.

Het begint in Wenen, waar Stefan Zweig wordt geboren uit een joodse familie, die niet praktiserend gelovig lijkt te zijn. Het is een haast sprookjesachtige tijd, waarin cultuur het hoogste goed is. Schrijvers hebben veel invloed op wat mensen denken en de meest bewonderde mensen zijn toneelspelers, waarvan jongeren handtekeningen verzamelen. Zweig noemt talloze namen, waarvan slechts enkele mij bekend voorkomen. Er zijn anekdotes bij die ik totaal niet boeiend vind, maar ook treffende beschrijvingen die me doen denken aan de Russische tijdgenoot Konstantin Paustovski.

Verder lezen

De Weense sigarenboer – Robert Seethaler

In 1937 vertrekt de 17-jarige Franz naar Wenen. Hij is opgegroeid bij zijn moeder in een klein dorp aan een prachtig meer. Maar nu hun weldoener is overleden, moet Franz zelf de kost verdienen. Hij wordt de leerjongen van een sigarenboer, een oude kennis van zijn moeder. Elke dag zit hij op een krukje om de kranten en bladen te lezen, want een sigarenboer moet immers goed op de hoogte zijn van wat er speelt in de wereld en wat hij zijn klanten aan leesvoer kan adviseren.

Net als in Een heel leven vertelt Robert Seethaler een klein verhaal over een gewone man, die beïnvloed wordt door de ontwikkelingen van zijn tijd. Verder lezen

De oorlogsbruid – Edith Hahn Beer

De joodse Edith Hahn Beer overleefde de Tweede Wereldoorlog door een paar keer geluk te hebben, hulp van andere mensen en door niet op te vallen. Ze trouwde zelfs met een Duitse nazi. Na de oorlog is ze doorgegaan met hierover te zwijgen, maar haar dochter wilde heel graag weten wat haar ontstaansgeschiedenis is. Daarom heeft Edith haar autobiografie geschreven, met hulp van de Engelse auteur Susan Dworkin. De Nederlandse vertaling is gemaakt door Ineke van Bronswijk en die heeft dat goed gedaan, want ik heb tijdens het lezen niet gemerkt dat het vertaald is.

Het boek begint bij haar jeugd in Wenen, met haar ouders en twee zussen. Ze weten wel dat ze joods zijn, maar gaan zelden naar de synagoge en spraken geen jiddisch. In de jaren dertig gaat Edith rechten studeren, bijzonder voor een vrouw in die tijd! Haar ambities zijn groot. Ze heeft een vriend, Pepi, waarmee ze graag filosofeert. Hij zorgt ervoor dat Edith in Wenen blijft als Oostenrijk in 1938 wordt ingelijfd door Duitsland, terwijl haar zussen net op tijd naar Palestina zijn gevlucht.

Ik vind het weer ontstellend om te lezen hoe diep de joden gehaat werden, terwijl ze daarvoor juist belangrijke functies hadden. Verder lezen

Hemel die nergens ophoudt – Marlen Haushofer

Hemel die nergens ophoudt vertelt over de jeugd van Meta. Het begint bij haar vroegste herinnering, als ze 2,5 jaar is, en het eindigt als ze een jaar of 12 is. Ze heet niet echt Meta, maar wordt zo genoemd naar haar favoriete sprookje. Meta is een enorme boekenwurm. Ze kan al jong lezen en haar leeshonger voert haar naar de klassieken uit de boekenkast van haar vader, die boswachter is. Het kost wel wat moeite om dat voor elkaar te krijgen, want haar moeder vindt die boeken ongeschikt voor een klein meisje. Dat is niet het enige conflict tussen moeder en dochter. Meta is geen braaf meisje dat altijd binnen zit te lezen; ze gaat ook vaak op avontuur rond de boswachterij. Haar vrienden zijn de dieren, de bomen en de grote steen. Als ze weer eens met vieze of kapotte kleren thuiskomt, verzucht haar moeder waarom ze niet eens braaf kan zijn. Ondertussen ruikt mama wel lekker en soms is er toch een moment van vrede tussen de twee. Verder lezen

Een heel leven – Robert Seethaler

Andreas Egger houdt van de bergen, vooral als de zon opkomt en de silhouetten van de besneeuwde toppen zichtbaar worden. Hij bracht bijna zijn hele leven door in een Oostenrijks dal, waar hij als zesjarige wees naartoe werd gebracht. Daar nam een boer hem met tegenzin op in zijn gezin. De kleine Egger kreeg regelmatig slaag en zodra hij oud genoeg was om voor zichzelf te zorgen, vertrok hij. Egger was inmiddels een beer van een vent geworden. Ondanks dat hij mank liep, was hij perfect geschikt om te werken bij de kabelbaanmaatschappij, die zo’n honderd jaar geleden bergtoppen veel makkelijker bereikbaar maakte. De aanleg ervan was zwaar en gevaarlijk werk.

Maar Egger was niet bang. Hij wist dat zijn leven aan een dunne draad hing, maar zodra hij een mast had beklommen, het rolmechanisme had geïnstalleerd en de karabijnhaak van de veiligheidslijn had bevestigd, voelde hij dat hij vanbinnen rustig werd en dat de verwarde en vertwijfelde gedachten die zijn hart als een zwarte wolk omhulden, in de berglucht geleidelijk verdwenen tot er niets meer dan pure droefheid overbleef.

Verder lezen

Een handvol sneeuw – Jenny Erpenbeck

Een paar maanden geleden plaatste ik een poll met vier boeken, waarbij Een handvol sneeuw op de tweede plaats kwam, na Stephen King. Mijn aandacht werd al getrokken door de mooie voorkant van dit boek, maar ook de beschrijving maakte me nieuwsgierig. Afgelopen zaterdag kreeg de Duitse auteur Jenny Erpenbeck samen met vertaler Elly Schippers de Europese Literatuurprijs uitgereikt voor dit boek en daarom besloot ik het nu te lezen.

Een handvol sneeuw

Aan het begin van de twintigste eeuw wordt er in Galicië (in Polen, niet in Spanje) een meisje geboren. Na acht maanden overlijdt ze in een koude nacht. Haar katholieke vader verdwijnt zomaar; hij vertrekt naar Amerika. Haar joodse moeder gaat weer bij haar moeder wonen en samen runnen ze een kruidenierswinkel. In korte hoofdstukken wordt afwisselend verteld hoe het de man en de vrouw vergaat. De man observeert emigranten die in hun nieuwe land aankomen en maar moeten afwachten of ze wel echt naar binnen mogen of dat ze de lange bootreis terug moeten gaan maken. De vrouw gaat af en toe naar bed met een man om zich een nieuw paar kousen of een nieuwe jurk te kunnen veroorloven.

Verder lezen

De wand – Marlen Haushofer

De ik-persoon van De wand blikt terug op tweeënhalf jaar leven in eenzaamheid. Ze was alleen in het vakantiehuis van vrienden, in de Oostenrijkse bergen. ’s Avonds kwam het bevriende echtpaar niet terug uit het dorp en de volgende dag ging de hoofdpersoon op zoek om te kijken wat er aan de hand was. Ze stuitte op een onzichtbare wand, een soort glas waar ze wel doorheen kon kijken. Voorzichtig lopend langs de wand zag ze een boerderijtje met een man die zich stond te wassen. Een paar uur later stond de man er nog steeds, in dezelfde houding. Ook lag er een koe, als versteend. Alle mensen en dieren aan de andere kant waren dood. Gelukkig was de hond Luchs bij haar gebleven toen haar vrienden naar het dorp gingen.

Verder lezen