Op deze pagina houd ik bij welke boeken ik las van vrouwelijke schrijvers uit de 20ste eeuw. De aanleiding voor dit leesproject vind je hier.
1907 Laura Fitinghoff – De kinderen van de Grote Fjeld
1917 Ina Boudier-Bakker – Het spiegeltje
1929 Teffi – Herinneringen: van Moskou naar de Zwarte Zee – 1919
1954 Dola de Jong – De thuiswacht
1963 Marlen Haushofer – De wand en Judith Herzberg – Zeepost (poëzie)
1964 Hannah Green – I never promised you a rose garden
1966 Marlen Haushofer – Hemel die nergens ophoudt
1969 Tonke Dragt – Torenhoog en mijlen breed en Maya Angelou – I know why the caged bird sings
1979 Thea Beckman – Stad in de storm
1982 Tonke Dragt – Ogen van tijgers
1984 Marion Zimmer Bradley – The mists of Avalon en Renate Dorrestein – Vreemde streken
1986 Margaret Atwoord – The handmaid’s tale
1987 Svetlana Aleksijevitsj – Wij houden van Tsjernobyl
1989 Thea Beckman – Het gulden vlies van Thule
1990 Carolijn Visser – Buigend bamboe
1991 Diana Gabaldon – Outlander en Jeanette Winterson – Oranges are not the only fruit en Margaret Atwood – Wilderness tips
1994 Renate Dorrestein – Een sterke man
1996 Connie Willis – Doomsday book
1997 J.K. Rowling – Harry Potter and the philosopher’s stone
1998 Rascha Peper – Een Spaans hondje en Elle Eggels – Het huis van de zeven zusters
1999 Edith Hahn Beer – De oorlogsbruid
2000 Esther Gerritsen – Bevoorrecht bewustzijn
Hanny Michaelis – Verzamelde gedichten