The ultimate hitchhiker’s guide to the galaxy is het raarste boek dat ik ooit heb gelezen. Het bestaat uit vijf delen die eerder als aparte boeken werden uitgegeven. Maar het begon ooit met een hoorspel op de radio. Vijftien jaar geleden zag ik de verfilming. Het enige wat ik me daarvan herinner is het beeld van een man die de Grand Canyon rood aan het schilderen is, terwijl een deel ervan nog grijs is.
Het verhaal begint met Arthur Dent die probeert te voorkomen dat zijn huis wordt gesloopt omdat er een snelweg moet worden aangelegd. Terwijl hij in de modder ligt om de werkmannen tegen te houden, komt er een man naar hem toe die hem overhaalt om naar het café te gaan. Deze man heet Ford Prefect en hij blijkt een buitenaards wezen te zijn. Ford weet dat de aarde binnen een paar minuten vernietigd zal worden vanwege de aanleg van een ruimtesnelweg. Hij redt Arthur door een lift te regelen op een ruimteschip.
Daarna gaat Douglas Adams helemaal los met beschrijvingen van diverse planeten en allerlei buitenaardse wezens. Er zijn afzichtelijke lelijke schepsels die vreselijke gedichten voordragen, een insect met roze vleugels neemt de telefoon op, iemand loopt met een groene dame aan zijn zijde en de president van het heelal heeft twee hoofden. Het verhaal is soms amper te volgen en het vliegt alle kanten op, zowel in plaats als tijd. Dit alles is doorspekt met veel humor, vaak van een nerd-achtige soort. Er zijn talloze kleine grapjes, zoals iets wat gebeurt ‘for the nth time’.
Verder lezen