Een revolverschot – Virginie Loveling

Twee Vlaamse zussen wonen samen in hun ouderlijk huis. Hun vader was notaris en hij overleed terwijl beide dochters nog ongehuwd waren. Inmiddels is Georgine 20 jaar en Marie al 30 jaar oud. Verschillende personen uit het dorp zouden wellicht geschikt zijn als huwelijkspartner, waaronder de jonge notaris die hun vader heeft opgevolgd en gebruik mag maken van zijn werkkamer. De overbuurman Luc Hancq trekt echter de meeste aandacht van de dames. Hij komt regelmatig bij ze langs. Zijn huwelijkse staat weerhoudt hem er niet van om oog te hebben voor vrouwelijk schoon.

Virginie Loveling beschrijft dit alles in mooie Vlaamse zinnen van meer dan een eeuw geleden. Een revolverschot wordt haar beste roman genoemd. Het werd voor het eerst uitgegeven in 1911. Annelies Verbeke heeft de spelling gemoderniseerd en een aantal woorden van voetnoten voorzien, waar door het gemakkelijker te lezen is voor wie nu leeft. Het vraagt nog steeds iets meer dan gemiddeld van de lezer, maar ik vind het goed te doen en geniet van de taal. Soms zijn de zinnen wel erg lang of ik begrijp een woord niet helemaal, maar het verloop van het verhaal is prima te volgen.

De sfeer wisselt gedurende het boek. Er is veel drama, maar er zijn ook idyllische stukjes bij, waarin de dorpse natuur wordt beschreven. Dan gaat het bijvoorbeeld over zingende vogels. Het kan letterlijk bedoeld zijn, maar ook symbolisch.

De figuurlijke zon was opgegaan en blonk in goud van morgengloren over het spiegelvlak van Marie’s innerste wezen, er de blauwe hemel en de laatste verdampende nevelwolkjes van twijfel in weerkaatsend.

Na de dood van de vrouw van Luc Hancq hoopt de oudste zus met hem te kunnen trouwen. Tijdens een dromerige scène kust Luc haar en Marie vat hun gesprek zo op dat hij zich met haar wil verloven. Als lezer meen ik echter dat hij dit helemaal niet zo bedoelt. Later bekent Georgine aan Marie dat ze ook op Luc valt en eveneens in de veronderstelling is dat ze zich binnenkort zullen verloven. Voor de zussen is dit een grote ontdekking, terwijl vanaf het begin van het boek al duidelijk is dat ze op dezelfde man vallen. Het heeft grote gevolgen en het verhaal wordt nog spannender dan het al was!

Een revolverschot is een goed boek, dat je meeneemt naar een andere tijd. Het is terecht dat deze klassieker weer onder de aandacht is gebracht.

Luister ook naar de aflevering over dit boek van de podcast Fixdit, over klassiekers van vrouwelijke schrijvers.

Jij mag alles zijn – Griet Op de Beeck

Na een stapeltje indrukwekkende romans voor volwassenen heeft Griet Op de Beeck een kinderboek geschreven. De hoofdrol is voor Lexi, bijna negen jaar oud. Ze woont met haar ouders en heeft geen broer of zus. Tenminste, niet meer. Als baby had ze een tweelingbroertje, Amos. Die is overleden voor ze hun eerste verjaardag samen konden vieren. Sindsdien is haar moeder vaak verdrietig.

Lexi doet haar best om lief te zijn, maar toch gaat het de laatste tijd weer slecht met haar moeder. Lexi is degene die ziet dat ze al dagen niks meer gegeten heeft. Overdag is haar vader uit werken, dus die heeft dat vast niet zo door. Lexi besluit om het tegen haar vader te vertellen en dan volgt een indringend gesprek tussen de ouders. Lexi’s moeder zal een tijdje naar een soort ziekenhuis gaan.

Verder lezen

Onheilsdochter – Jean-Claude van Rijckeghem

Yrsa is een Vikingsdochter. Ze woont in een dorp met vijf huizen: Mimirs Krukje, genoemd naar de enorme steen waar volgens de overlevering een reus op uitrustte. Yrsa’s vader is de stuurman. Haar moeder is overleden en ze woont met haar stiefmoeder, broertjes en oma. In de andere huizen wonen haar ooms en neven. Op één van die neven, Nokki, is Yrsa stiekem verliefd. Ze zoenen weleens bij het boothuis. Maar oma Gudrun wil haar liever uithuwelijken aan een rijke jongen.

In het begin van Onheilsdochter is het opletten geblazen, want er worden veel namen genoemd. Jean-Claude van Rijckeghem beschrijft hoe de wereld van Yrsa eruitziet, klinkt, ruikt en voelt.

Verder lezen

Allemaal willen we de hemel – Els Beerten

Vier Vlaamse jongeren maken de Tweede Wereldoorlog mee. Drie komen uit hetzelfde gezin: Jef, Renée en de kleine Remi. De vierde is hun goede vriend Ward. Die heeft tijdens de oorlog zoveel fout gedaan dat hij inmiddels met een andere identiteit in Duitsland woont. Jef weet dingen die niemand anders weet, behalve Ward. Zal de waarheid over Ward en Jef boven tafel komen?

In het begin vind ik het nogal ingewikkeld: vier perspectieven plus veel tijdssprongen, heen en weer. Dit is een D-boek, maar je moet wel een geoefend lezer zijn om dit goed te kunnen volgen. Mij lukt het ook aan het eind van het boek nog niet helemaal. Soms staat er een jaartal boven een hoofdstuk en dan vermoed ik dat de hoofdstukken erna ook over die periode gaan. Wie er aan het woord is, weet je soms pas na een bladzijde gelezen te hebben. Voor de spanningsopbouw zijn deze wisselingen in perspectief en tijd essentieel.

Verder lezen

Het moois dat we delen – Ish Ait Hamou

Het moois dat we delen begint met beschrijvingen van iemand die na lange tijd is teruggekeerd naar haar ouderlijk huis. Daar is alles hetzelfde gebleven, terwijl de wereld om haar heen totaal is veranderd. Op de eerste bladzijden geniet ik van de mooie taal. Daarna lees ik wat sneller, want ik wil graag weten wat er met deze hoofdpersoon aan de hand is. De schrijver geeft het niet zomaar weg, maar geeft kleine hints waardoor ik het op een gegeven moment wel kan raden.

Ik ga het hier toch maar verklappen, want zelf vind ik het iets te lang duren voor het duidelijk wordt. Soumia is betrokken geweest bij een terroristische aanslag en heeft daarvoor vijf jaar lang in de gevangenis gezeten. Het vreemde is dat ze er niks van wist. Hoe kan je dan zo’n straf krijgen? Ze begrijpt het zelf ook niet goed. Maar in de buurt wordt ze door bijna iedereen met de nek aangekeken. Het ergste is nog dat haar broertje van elf er ook op wordt aangesproken. Hoe kan Soumia hier het beste mee omgaan? Gelukkig zijn er mensen die haar nog wel wat gunnen en ze gaat werken bij de plaatselijke winkel.

Verder lezen

Het huwelijk – Christine Van den Hove

Vorig jaar las ik Colombe, het prachtige debuut van Christine Van den Hove. Ik heb dan ook uitgekeken naar haar tweede roman, die in januari is verschenen. Op de voorkant staat een oude trouwfoto. De suggestie wordt gewekt dat dit Justine en Gaspard zijn, de hoofdpersonen van Het huwelijk. Het wordt niet expliciet verteld, maar waarschijnlijk zijn dit de grootouders van de schrijver. Ik vermoed dat ze zich door hen heeft laten inspireren voor dit verhaal, maar er veel zelf bij heeft moeten bedenken.

Het speelt zich af in Vlaanderen, te beginnen in 1928. Justine is in verwachting. Met haar echtgenoot Gaspard woont ze nog op de boerderij van haar familie. Als dochter Adèle wordt geboren, is Gaspard heel gelukkig. Justine belandt echter in een sombere periode. Waarom kan ze wel als juffrouw een hele klas met kinderen aan, maar lukt het haar niet om liefde te voelen voor haar eigen kind?

Verder lezen

Ik ben er niet – Lize Spit

Na het succesvolle debuut van Lize Spit waren de verwachtingen van haar tweede roman hoog. Dat lijkt me lastig voor een jonge schrijver. Ze heeft er in elk geval goed de tijd voor genomen: vijf jaar na Het smelt kwam Ik ben er niet. De structuur van de twee boeken lijkt op elkaar, met twee verhaallijnen. De ene is in het heden op een enkele dag, hier zelfs maar elf minuten, afstevenend op een grote climax. Dit wordt afgewisseld met hoofdstukken die zich in het verleden afspelen, ook chronologisch plus herinneringen naar vroeger.

De hoofdpersoon is Leo, wiens beleving en gedachten uitgebreid worden weergegeven. Daardoor is het een dik boek geworden, maar het leest vlot. Leo is al tien jaar samen met Simon. Ze vonden elkaar in het gemis van hun moeder. Die van Simon overleed aan kanker en die van Leo door een ongeluk. Leo fietste toen naar de plaats des onheils en daar denkt ze aan terug tijdens de fietstocht die ze in het heden maakt. Ze heeft een telefoontje gekregen dat Simon iets heeft uitgehaald. Ik weet niet eens meer precies wat je in het begin al weet en wat nog niet en ik wil niet te veel verklappen, maar je hebt wel meteen door dat het ook nu om leven en dood draait.

Verder lezen

Let op mijn woorden – Griet Op de Beeck

Meteen op de eerste bladzijde van Let op mijn woorden signaleer ik de eerste rake zinnen, als Lise haar vader observeert die net als zij niet kan slapen:

Ze vroeg zich af waarom hij de lamp niet had aangestoken. Waarom hij naar buiten keek terwijl er niks te zien viel. Of hij nadacht over iets moois of iets vervelends, over iets wat verschoof of iets wat bleef. Of hij nog droomde en waarvan dan. Hoe hij vroeger was geweest.

Zo’n opsomming gebruikt Griet Op de Beeck wel vaker, maar niet te vaak. Ook de thematiek is niet nieuw: het gaat weer over een disfunctioneel gezin. Lise is vijftien en balanceert tussen haar ouders, probeert de boel bij elkaar te houden als haar vader weer eens een dronken bui heeft. Of als haar moeder aandacht wil omdat ze zichzelf zielig of juist geweldig vindt. Lises broertje David vlucht zo vaak hij kan naar vriendjes, terwijl Lise zich verantwoordelijk voelt. Ze moet haar familie ook wel koesteren, want de twee vriendinnen die ze had hebben de vriendschap onlangs verbroken.

Verder lezen

IJzerkop – Jean-Claude van Rijckeghem

Stans is achttien en dat betekent dat ze aan trouwen toe is, maar aan het begin van het boek woont ze bij haar ouders, waar ze al haar tijd aan het huishouden besteedt. Toch weet ze er af en toe tussenuit te piepen. Haar broertje Pier is vier jaar jonger en krijgt toch regelmatig de opdracht om zijn zus in de gaten te houden. Stans is stoer en onstuimig; Pier is braaf en onhandig. Verder lezen

Een meisje in het leger van Napoleon, zo luidt de ondertitel van IJzerkop. Oorlogsverhalen trekken me niet direct, maar Marcella blogde al enthousiast over deze genomineerde voor de Woutertje Pieterseprijs, dus ik ben klaar voor een spannend verhaal. Maar Jean-Claude van Rijckeghem bouwt het rustig op en het duurt wel honderd bladzijden voordat het meisje het leger in gaat. Eerst wordt uitgebreid beschreven hoe het leven van Stans en haar broertje Pier in Gent eruitziet voordat ze op avontuur gaan.

Stans is achttien en dat betekent dat ze aan trouwen toe is, maar aan het begin van het boek woont ze bij haar ouders, waar ze al haar tijd aan het huishouden besteedt. Toch weet ze er af en toe tussenuit te piepen. Haar broertje Pier is vier jaar jonger en krijgt toch regelmatig de opdracht om zijn zus in de gaten te houden. Stans is stoer en onstuimig; Pier is braaf en onhandig. Verder lezen