Passagiers/achterblijvers – Thomas Heerma van Voss

Het nieuwste boek van Thomas Heerma van Voss begint met een roze vriendenboekje. Een man vindt dat boekje in de gemeenschappelijke brievenbus van zijn flatgebouw, kan zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en neemt het mee. Ook ik ben nieuwsgierig en zit al snel in het verhaal, dat zo is opgebouwd dat ik steeds door wil blijven lezen. Dit gebeurt bij alle zes de verhalen van deze bundel.

Het tweede verhaal is met dertig bladzijden wat langer, maar ook hier blijf ik geboeid. Het gaat over een man die voor zijn werk naar Amerika reist en daar een oude vriend opzoekt. Die reageert enthousiast en neemt zijn vriend op sleeptouw door de stad. Maar het weerzien is ook ongemakkelijk. Pas tegen het einde blijkt waarom.

Verder lezen

Ik ben er niet – Lize Spit

Na het succesvolle debuut van Lize Spit waren de verwachtingen van haar tweede roman hoog. Dat lijkt me lastig voor een jonge schrijver. Ze heeft er in elk geval goed de tijd voor genomen: vijf jaar na Het smelt kwam Ik ben er niet. De structuur van de twee boeken lijkt op elkaar, met twee verhaallijnen. De ene is in het heden op een enkele dag, hier zelfs maar elf minuten, afstevenend op een grote climax. Dit wordt afgewisseld met hoofdstukken die zich in het verleden afspelen, ook chronologisch plus herinneringen naar vroeger.

De hoofdpersoon is Leo, wiens beleving en gedachten uitgebreid worden weergegeven. Daardoor is het een dik boek geworden, maar het leest vlot. Leo is al tien jaar samen met Simon. Ze vonden elkaar in het gemis van hun moeder. Die van Simon overleed aan kanker en die van Leo door een ongeluk. Leo fietste toen naar de plaats des onheils en daar denkt ze aan terug tijdens de fietstocht die ze in het heden maakt. Ze heeft een telefoontje gekregen dat Simon iets heeft uitgehaald. Ik weet niet eens meer precies wat je in het begin al weet en wat nog niet en ik wil niet te veel verklappen, maar je hebt wel meteen door dat het ook nu om leven en dood draait.

Verder lezen

Kindertijd – Tove Ditlevsen

Das Mag heeft dit jaar het driedelige autobiografische werk van de Deense Tove Ditlevsen uitgegeven in het Nederlands. Toen ze in 1976 overleed, was ze een bekend schrijver in Denemarken. In Kindertijd kijkt ze terug op de tijd dat ze haar eerste gedichten schreef in een poesie-album, dat ze altijd bij zich had en zorgvuldig verstopte nadat haar broer haar een keer had uitgelachen om wat ze schreef.

Tove groeide op in een arbeiderswijk in Kopenhagen, in een appartementengebouw met een binnenplaats. Ik zie meteen het huisje voor me waar wij op vakantie in Kopenhagen logeerden. Net als in dit boek had het één slaapkamer en keek het uit op de gezamenlijke binnenplaats, waar kinderwagens onder een afdakje stonden. De gezinsleden zitten dus behoorlijk op elkaars lip en toch weten ze amper wat er in de ander omgaat. De kinderen worden vaak naar buiten gestuurd, ook al vriest het flink. Op de binnenplaats komt Tove andere kinderen tegen. De ondeugende Ruth kiest haar uit als vriendin, maar laat haar later weer keihard vallen. Verder is Tove heel erg op zichzelf en op school maakt ze met niemand contact.

Verder lezen

Het smelt – Lize Spit

De Vlaamse Eva krijgt een uitnodiging voor een bijeenkomst in het dorp van haar jeugd, op de boerderij waar ze zo vaak met Pim en Laurens speelde. Het is geen verjaardag, maar een feest om Jan te herdenken. Jan was de broer van Pim en hij is als tiener overleden. Onderweg naar het dorp komen bij Eva talloze herinneringen boven aan de zomer van 2002, toen ze dertien was. Dit begin roept meteen vragen bij me op:

  • Hoe is Jan overleden? Was het een ongeluk of toch niet?
  • Waardoor is de vriendschap tussen de drie jongeren beëindigd?
  • Waarom neemt Eva een groot blok ijs mee in haar achterbak?

Verder lezen

Anna in kaart gebracht – Marek Šindelka

Het nieuwste boek van Marek Šindelka gaat in Tsjechië als warme broodjes over de toonbank. Ik ben benieuwd en haal een splinternieuw exemplaar uit de bieb. Op de achterkant staat dat de tien hoofdstukken die erin staan allemaal op één of andere manier met Anna te maken hebben. Daardoor ga ik in elk verhaal naarstig op zoek naar het verband met Anna, maar ik kan het niet snel vinden of vermoed wel iets maar weet het niet zeker. Dat is jammer, want de verhalen zijn elk op zichzelf al erg goed. Een rode draad tussen korte verhalen is mooi, maar niet noodzakelijk. Misschien is het een verkooptruc, omdat er veel mensen zijn die beweren niet van verhalenbundels te houden. ‘Mozaïekvertelling’ is ook wel een heel mooi woord dat de aandacht trekt.

Verder lezen