Onheilsdochter – Jean-Claude van Rijckeghem

Yrsa is een Vikingsdochter. Ze woont in een dorp met vijf huizen: Mimirs Krukje, genoemd naar de enorme steen waar volgens de overlevering een reus op uitrustte. Yrsa’s vader is de stuurman. Haar moeder is overleden en ze woont met haar stiefmoeder, broertjes en oma. In de andere huizen wonen haar ooms en neven. Op één van die neven, Nokki, is Yrsa stiekem verliefd. Ze zoenen weleens bij het boothuis. Maar oma Gudrun wil haar liever uithuwelijken aan een rijke jongen.

In het begin van Onheilsdochter is het opletten geblazen, want er worden veel namen genoemd. Jean-Claude van Rijckeghem beschrijft hoe de wereld van Yrsa eruitziet, klinkt, ruikt en voelt.

Verder lezen

Kindertijd – Tove Ditlevsen

Das Mag heeft dit jaar het driedelige autobiografische werk van de Deense Tove Ditlevsen uitgegeven in het Nederlands. Toen ze in 1976 overleed, was ze een bekend schrijver in Denemarken. In Kindertijd kijkt ze terug op de tijd dat ze haar eerste gedichten schreef in een poesie-album, dat ze altijd bij zich had en zorgvuldig verstopte nadat haar broer haar een keer had uitgelachen om wat ze schreef.

Tove groeide op in een arbeiderswijk in Kopenhagen, in een appartementengebouw met een binnenplaats. Ik zie meteen het huisje voor me waar wij op vakantie in Kopenhagen logeerden. Net als in dit boek had het één slaapkamer en keek het uit op de gezamenlijke binnenplaats, waar kinderwagens onder een afdakje stonden. De gezinsleden zitten dus behoorlijk op elkaars lip en toch weten ze amper wat er in de ander omgaat. De kinderen worden vaak naar buiten gestuurd, ook al vriest het flink. Op de binnenplaats komt Tove andere kinderen tegen. De ondeugende Ruth kiest haar uit als vriendin, maar laat haar later weer keihard vallen. Verder is Tove heel erg op zichzelf en op school maakt ze met niemand contact.

Verder lezen

Karateslag – Dorthe Nors

Uit de bibliotheek leen ik Karateslag, een boek met een felgele voorkant. Thuis haal ik het boek uit mijn tas en het is blauw. De titel luidt Minna zoekt oefenruimte. Hoe kan dat nou? Ik kijk op de achterkant en daar komt de gele omslag van Karateslag tevoorschijn, ondersteboven. Het blijkt een omdraaiboek te zijn! De korte verhalen van Karateslag beslaan maar 100 bladzijden, dus blijkbaar vond de uitgever dat het langere verhaal over Minna er ook wel bij kon.

Ik werp een blik op de eerste bladzijde van Minna en zie korte regels, die bijna allemaal met een voornaam beginnen. Dat moet ik waarschijnlijk in één klap uitlezen, maar het beslaat ook 100 bladzijden, dus eerst maar eens een kort verhaal. Verder lezen

Portret van een man – Jens Christian Grøndahl

In mijn zeventiende poll kreeg Portret van een man de meeste stemmen. Ik mocht dus weer aan de Literatuur en dat is heerlijk, maar ik moet bekennen dat ik een beetje schrok toen ik zag dat het boek 367 bladzijden telt. Bovendien begon het niet meteen heel boeiend. Jens Christian Grøndahl schrijft geen spannende verhalen waarbij je op het puntje van je stoel zit. En toch wilde ik steeds doorlezen… Hoe kan dat?

De hoofdpersoon krijgt nergens in het boek een naam, zelfs niet als iemand anders zich aan hem voorstelt en ik verwacht dat hij dan ook wel zijn naam zal zeggen. Als oude man kijkt hij terug op zijn leven. Het boek bestaat uit drie delen. In het eerste deel is hij achttien jaar, in het tweede midden veertig en tot slot kijkt hij terug op zichzelf rond zijn zestigste verjaardag. Maar in het tweede en derde deel kijkt hij ook weer terug op eerdere gebeurtenissen in zijn leven. Het is dus bepaald geen chronologische vertelling, maar er zijn wel stukken waarbinnen ik wil weten hoe het verdergaat. Al gaat het toch vooral om de mooie schrijfstijl en de manier waarop de hoofdpersoon zijn leven probeert te duiden. Vrouwen staan daarin centraal: Verder lezen

De kunst om in koor te huilen – Erling Jepsen

Misschien herken je het wel: dat je ouders elkaar niet begrijpen, maar jij snapt ze allebei wel en probeert te bemiddelen. Dat gebeurt ook bij de elfjarige hoofdpersoon uit De kunst om in koor te huilen. Op het eerste gezicht lijkt het over een doodnormale Deense familie te gaan, maar langzamerhand blijkt er onder de oppervlakte meer aan de hand te zijn.

Moeder begrijpt vader niet, niet zoals ik hem begrijp, dat is het probleem. Misschien begrijpt ze hem af en toe wel, maar ze neemt hem niet serieus. Daarom is hij niet gelukkig. En zij ook niet. Daarom is niemand van ons gelukkig. Iemand moet iets doen, en omdat niemand dat wil, komt het op mij neer.

De kunst om in koor te huilen Verder lezen

Het zevende kind – Erik Valeur

Ik ben niet bang voor dikke boeken. Je moet er gewoon de tijd voor nemen en met een e-reader voelt het ook niet zwaar aan. Daarom heb ik besloten me te wagen aan het dikke debuut van Erik Valeur, dat in Denemarken een hit is en een aantal literaire prijzen heeft gewonnen.

Het zevende kind gaat over kindertehuis Kongslund, waar de afgelopen decennia talloze kinderen zijn opgevangen om van daaruit geadopteerd te worden. In de jaren ’60 ging het vooral om kinderen van ongehuwde moeders. In 2008 besluit een anonieme afzender brieven rond te sturen met een kopie van een adoptieformulier, een artikel met foto’s van het kindertehuis en een paar witte babysokjes. Op één van de foto’s staan zeven kinderen die in 1961 ter adoptie werden aangeboden. Twee van de briefontvangers zijn journalist en zijn zo nieuwsgierig dat ze willen achterhalen waar de brief vandaan komt. Zo ontstaat het vermoeden dat bekende Denen indertijd een slippertje maakten en het resultaat ervan discreet wilden verbergen… met hulp van het kindertehuis. Voor de minister van Nationale Zaken zou het echter grote problemen kunnen opleveren als dit bekend wordt, omdat zijn partij het kindertehuis al jaren financieel ondersteunt.

download (21)

Het begin van Het zevende kind is pittig, omdat meteen een paar verschillende vertelperspectieven en diverse personages worden geïntroduceerd. Maar ik besluit door te zetten, want dit boek heeft wel iets. Het is meteen duidelijk dat het een spannend detective-achtig verhaal gaat worden. Ik heb de tip opgevolgd om een lijstje te maken met personen en belangrijke gebeurtenissen, om het beter te kunnen volgen. De zoekfunctie van mijn e-reader komt hierbij ook van pas. Maar uiteindelijk valt het reuze mee met de complexiteit.

Het verhaal in 2008 wordt afgewisseld met terugblikken op de jeugd van de kinderen op de foto én degene die de brieven verstuurde: Marie, die zo lelijk was dat ze als pleegkind van de directrice is opgegroeid. Maar wat wil zij bereiken met het versturen van deze brieven? Zijn er werkelijk kinderen van bekende Denen geadopteerd? Het grootste raadsel is het zevende kind op de foto, waarvan slechts de naam op het adoptieformulier is ingevuld. Bij de adoptie is zijn naam vast veranderd. Zal nog te achterhalen zijn wat er van hem is geworden?

Doordat het zo’n lijvig en pittig boek is, wordt de spanning gedoseerd. Toch valt mijn mond regelmatig open als er weer een stukje van de puzzel op z’n plek valt. Ook vind ik dit een literair boek: het is zeer goed geschreven, met symboliek, filosofische beschouwingen en mysterieuze elementen. Op een gegeven moment gaat het wel iets te vaak over het Lot en het toeval, waardoor het juist minder geloofwaardig overkomt: ik ga nadenken over of dit allemaal niet iets te toevallig is, terwijl dat niet relevant is voor een goed verhaal. Dat is eigenlijk het enige minpuntje. Ik vind dit een erg goed boek en het is prima vertaald door Angélique de Kroon. Naar het einde toe wordt de spanning geleidelijk opgebouwd en het wordt netjes afgerond. Dit is een leeservaring die de moeite waard is om even voor door te bijten aan het begin.