Dagelijks werk – Renate Dorrestein

Een paar jaar geleden kreeg Renate Dorrestein de diagnose slokdarmkanker. Haar levensverwachting was te kort om nog een roman af te ronden. Ze besloot om haar archieven zelf op te ruimen, want

Stel je voor dat je na je dood, als je je niet meer kunt verweren, een biográáf achter je aan krijgt.

Dagelijks werk bevat een selectie van artikelen, columns, brieven, lezingen en andere teksten die ze tegenkwam. Elk stuk is voorzien van commentaar, waarbij ze zichzelf niet ontziet en kritisch terugkijkt op haar oude uitspraken.

Het gaat in een aantal stukken om het leven van een schrijver als ze niet schrijft, zoals gesteggel met uitgevers en rondom literaire prijzen. Ook zijn er veel feministische artikelen, want Renate Dorrestein was jarenlang redacteur van maandblad Opzij.

Verder lezen

Nieuweling – Marion Bruinenberg

Achter de bergen ligt een klein dorp. De zon schijnt er maar drie maanden per jaar, want de rest van de tijd komt ze niet boven de bergruggen uit. De bevolking van het dorp is vergrijsd. Simone is met haar dertig jaar de jongste. Ze is als enige van haar generatie niet naar de stad verhuisd. Het dorpje heeft nog wel een winkel, een café en een kerk.

Na de dood van Simones vader adviseert Marie haar om een kamer te verhuren. In de zomer komt Eveline daar wonen. Zij doet onderzoek naar de planten die groeien op deze bijzondere plek die het grootste deel van de tijd in de schaduw ligt. Dat levert mooie gedachtes over planten op.

Eveline is het tegenovergestelde van de verlegen Simone: vrolijk, energiek, vol zin in het leven. Ze huppelt door het dorp en legt met iedereen contact. Ze maakt lange bergwandelingen, soms alleen, soms met Simone. Eveline kan zomaar verdwijnen en plotseling weer opduiken. Ze kookt heerlijke maaltijden voor Simone, die opbloeit, maar zich ook overweldigd voelt.

Verder lezen

Onderhuids – Michel Faber

Isserley rijdt dagelijks in haar auto door de Schotse Hooglanden, met als doel lifters op te pikken. Alleen grote, gespierde mannen neemt ze mee. Michel Faber vertelt hoe dit in zijn werk gaat, zonder nog iets los te laten over het doel ervan. Beschrijvingen van Schotland zijn altijd fijn om te lezen, maar ik word steeds nieuwsgieriger naar wat hier aan de hand is. Isserley heeft een speciaal knopje in haar auto, waarmee twee naaldjes uit de zitting komen met een verdovend middel erin. Ze neemt de getroffen man mee naar een boerderij…

Na vijftig bladzijden lees ik een woord dat ik niet ken, dus ik zoek het op. Het blijkt door de schrijver verzonnen te zijn, want ik vind alleen maar informatie over Onderhuids. Als jij een goed geheugen hebt en liever geen onthullingen leest, ga dan maar meteen naar de bieb of de boekhandel om iets van Michel Faber te halen, want zijn boeken zijn fantastisch. Anders kan je doorlezen onder het plaatje; ik zal niet alles verklappen.

Verder lezen

Restmens – Marjolein Visser

Restmens draait om twee personages die anders zijn. Pim is zestien en verstandelijk beperkt. Zijn hoofdstukken hebben de vorm van een fictieve radio-uitzending, waarin Pim vertelt wat er allemaal gebeurt in zijn leven. David is bijna veertig en woont in een aanleunwoning, maar een paar jaar geleden was hij nog een flirterige man.

Ik moet flink wennen in dit boek, want Marjolein Visser houdt zich aan de schrijversregel ‘Show, don’t tell’. Als lezer krijg je maar af en toe een hint van Pims beperkingen en van hoe het komt dat David in een rolstoel zit en veel pijn lijdt. Bovendien zijn er in Davids hoofdstukken flashbacks, of toch niet, dan ga ik weer een alinea terug, maar zelfs dan weet ik niet altijd zeker wanneer het zich afspeelt. Er is in het midden een mooi langer hoofdstuk met Davids gedachten, maar ook daar raak ik verward: hij heeft het eerst over zijn moeder en dan is ‘zij’ ineens zijn ex-vriendin Eefje. Pas helemaal aan het einde ontmoeten de hoofdpersonen elkaar, daarvoor moet je dus continu schakelen tussen twee losstaande verhalen.

Verder lezen

Geef mij een wonder – Alexis de Roode

Alexis de Roode behoort tot mijn favoriete dichters. Zijn debuut Geef mij een wonder vind ik iets minder treffend dan zijn latere werk, maar er is genoeg moois in te vinden. Diverse thema’s komen hier al in voor die in latere bundels een grotere rol krijgen: sprookjes, dierenleed, natuur.

De natuurgedichten vind ik het mooiste. Mijn favoriete gedicht uit deze bundel heet Winterslaap en gaat over een standbeeld in een park. Ik moet daarbij denken aan het beeld van koningin Wilhelmina in het Wilhelminapark in Utrecht. Het is een massief beeld, want ze draagt een grote winterjas.

Verder lezen

Verrassing – Etgar Keret

Verrassing is weer een heerlijke verhalenbundel van Etgar Keret. De titel is toepasselijk, want elk verhaal heeft wel iets onverwachts. Ik vind het ook fijn dat de verhalen echt kort zijn met vaak maar een paar bladzijden, dus als je een paar minuten hebt kan je er net even eentje lezen.

Bij het eerste verhaal moet ik al hardop lachen om een grap. Een ander leuk verhaal gaat over een tovergoudvis. Die kan drie wensen vervullen. Zijn eigenaar heeft al twee wensen gedaan, maar hij doet er alles aan om geen derde wens te doen. Hij vindt het namelijk veel te gezellig om met de goudvis te praten over van alles en nog wat…

Verder lezen

De ontdekking van Urk – Matthias Declercq

De ontdekking van Urk is het verslag van een Vlaming die een half jaar lang op Urk woonde. Journalist Matthias Declercq werd in 2009 naar het voormalige eiland gestuurd voor een artikel over de moord op een jongen van veertien. Het dorp liet hem niet los en tien jaar later besloot hij om zich er helemaal in te verdiepen, want wat is er toch aan de hand in dat zwaar christelijke dorp waar jongeren zo uit de band springen dat ze het landelijke nieuws halen?

Het oude dorp van Urk ziet er idyllisch uit, met de houten huizen en uitzicht op zee. De visserij vormt nog steeds de belangrijkste inkomstenbron. De vissermannen zijn van maandag tot vrijdag op zee en veel vrouwen werken op de visafslag. Urkers zijn trots op hun eiland en de saamhorigheid is groot. Wie ziek is hoeft heus niet zelf te koken, want de buren komen wel eten brengen. Maar de sociale controle kan ook erg beklemmend werken. Wie afwijkt, houdt liever zijn mond. Velen grijpen dan naar de fles om hun gevoel te verdoven.

Verder lezen

Leesreis om de wereld: Zuid-Afrika

Ooit las ik al eens een boek uit Zuid-Afrika: De bidsprinkhaan van André Brink. Deze bekende schrijver noemt Het vogelalfabet een hoogtepunt in de Afrikaanse literatuur. Het lezen van verhalen uit een ver land en andere cultuur is altijd even wennen, omdat er wordt gerefereerd aan plaatsen en gewoontes die ik niet ken. Maar dat maakt het juist ook interessant.

Verder lezen

Dwaallichten – Gerda Blees

Ik blader door Dwaallichten en zie de ezelsoren die ik heb gemaakt bij gedichten die me het meest aanspreken. Ze zitten vooral in de eerste helft van het boek. Het is niet makkelijk om citaten te kiezen, want een enkele regel voldoet niet. Het sterke zit vaak juist in een gedicht als geheel. Of alle gedichten uit een hoofdstuk, bijvoorbeeld die bij elkaar horen doordat ze allemaal aan dezelfde persoon B gericht zijn. B is een geliefde waar de ik-persoon indruk op probeert te maken op allerlei manieren:

Ik belde naar huis B
maar niemand nam op
wat logisch was ik woon alleen
het vaste nummer was al jaren opgeheven
maar ik hoopte dat ze het per ongeluk aan jou
hadden gegeven, dat jij op zou nemen en zou zeggen
aan zoveel toevalligheden kan zelfs ik niet meer voorbij
al is het op zich niet gek dat iets met een waarschijnlijkheid van twee
op zeven miljard zich ergens op de wereld voordoet in twee mensenlevens.

Verder lezen

Wij zijn licht – Gerda Blees

Na bundels van sterke verhalen en mooie gedichten (waar ik nog in bezig ben) is de eerste roman van Gerda Blees uitgekomen. Ze heeft dit boek gebaseerd op een nieuwsbericht over een woongroep, waarvan één van de leden is overleden en de anderen daarom zijn gearresteerd. Het verhaal begint in de nacht dat Elizabeth sterft en eindigt als de drie andere huisgenoten weer thuis zijn, waarbij twee van de drie aarzelen of ze hier willen blijven wonen. De structuur is opvallend: elk van de 25 hoofdstukken begint met ‘Wij zijn …’ en daarop kan van alles volgen: ‘Wij zijn de nacht’, ‘Wij zijn de plaats delict’, ‘Wij zijn de raadsvrouw’, ‘Wij zijn de slowjuicer’. Zo wisselt het perspectief steeds.

Verder lezen