The long way to a small, angry planet speelt zich af in de verre toekomst. Mensen leven al lang niet meer alleen op de grotendeels verwoeste Aarde, maar hebben zich verspreid over diverse planeten, manen en zonnestelstels. Sommige families leven al generaties lang in ruimteschepen. Dit klinkt als klassieke science fiction, waarin schrijvers zich helemaal kunnen uitleven in vreemde wezens en bloedstollende technische problemen. Becky Chambers heeft zich hierbij vooral gericht op de sociale interacties.
Dit boek speelt zich af op ruimteschip The Wayfarer, dat zich heeft gespecialiseerd in het maken van tunnels die ver uit elkaar gelegen delen van het heelal met elkaar verbinden. Met een speciale boor kunnen ze nieuwe wormgaten maken. De nieuwste bewoner van het schip is Rosemary, die is aangenomen als klerk die formulieren invult en de communicatie regelt, bijvoorbeeld als ze landen op een planeet. Door de ogen van deze jonge vrouw worden de andere ruimtevaarders geïntroduceerd. De kapitein en drie anderen zijn mensen. Daarnaast is er een soort reptiel en een wezen dat zichzelf als tweetal ziet. De dokter/kok heeft zes handen/voeten en ook zes paar stembanden. Gelukkig is er inmiddels een taal die ze allemaal spreken, al is het met een accent.
Verder lezen