Misschien herken je het wel: dat je ouders elkaar niet begrijpen, maar jij snapt ze allebei wel en probeert te bemiddelen. Dat gebeurt ook bij de elfjarige hoofdpersoon uit De kunst om in koor te huilen. Op het eerste gezicht lijkt het over een doodnormale Deense familie te gaan, maar langzamerhand blijkt er onder de oppervlakte meer aan de hand te zijn.
Moeder begrijpt vader niet, niet zoals ik hem begrijp, dat is het probleem. Misschien begrijpt ze hem af en toe wel, maar ze neemt hem niet serieus. Daarom is hij niet gelukkig. En zij ook niet. Daarom is niemand van ons gelukkig. Iemand moet iets doen, en omdat niemand dat wil, komt het op mij neer.
De jongen is trots op zijn vader, die de mensen tot tranen weet te roeren als hij spreekt bij een begrafenis. Maar het werkt alleen als hij halverwege naar zijn vader toe gaat om diens hand vast te pakken. Na zo’n grafrede komen er altijd meer mensen in hun kruidenierswinkel. Maar de laatste tijd wordt dat wat minder. De mensen gaan liever naar de nieuwe supermarkt. Als er weer een begrafenis plaatsvindt, wordt vader gevraagd voor de kerkenraad. En later komt hij in de gemeenteraad. Dat pept hem op en dat is wel nodig, want vader heeft het soms zwaar. Dan trekt hij zijn overhemd kapot en kruipt over de keukenvloer. Het help als zijn dochter Sanne bij hem op de bank komt slapen. Maar met haar blijkt het later ook niet zo goed te gaan. Ze vertelt vreemde verhalen en moet worden opgenomen in een inrichting voor geestelijk gestoorden.
Erling Jepsen (in de prima vertaling uit het Deens door Diederik Grit en Edith Koenders) weet perfect te beschrijven hoe het voelt om elf jaar te zijn. De dingen lijken zo makkelijk op te lossen, maar soms denk je daarbij niet aan de consequenties van je daden. De hoofdpersoon doet zijn best, maar hij kan het gezin niet redden.
Soms is het moeilijk om een duidelijk antwoord van grote mensen te krijgen, het lijkt wel alsof ze aarzelen over alles wat ze zeggen, maar daar lijden ze zelf ook onder, geloof ik. Daar moet je als kind begrijp voor opbrengen, je moet een beetje geduld met ze hebben en proberen het leven wat lichter voor ze te maken – net als voor jezelf.
Wat in het begin een rustige plattelandsroman lijkt, wordt steeds spannender en donkerder. Ondertussen groeit de hoofdpersoon uit tot een puber. Op de achterkant staat dat hij Allan heet, maar dat staat nergens in het boek. Dat vind ik een beetje gek. In de catalogus van de bibliotheek zie ik dat er een vervolg op dit boek is geschreven, waarin deze hoofdpersoon als puber een konijnenfokkerij begint. Daar is hij in dit boek ook al mee bezig. Het is ook verfilmd en dat zal vast een goede film zijn, maar zoals altijd zal het boek veel meer subtiliteiten weergeven, dus lees het maar gewoon.
Een vriendin sprak ook al over dit boek. Dank voor de recensie.
LikeGeliked door 1 persoon
Leuke recensie. Ik denk dat ik hier ook op gestemd had in je poll, al ben ik niet meer zeker :)
Klinkt wel als een ietwat disfunctionele familie.
LikeGeliked door 1 persoon