Hine – Lotte Kok

Hine is veertien jaar en ze woont in een kasteel met haar ooms en tantes. Ooit woonde ze met haar moeder in een hutje in het bos. Hines moeder ging regelmatig op jacht. Maar op een dag kwam ze niet meer thuis. Hine deed wat haar moeder haar had gezegd te doen als ze niet meer terug zou komen: ze ging naar haar familie op Boveneinde. Daar leert ze vooral dat ze moet uitkijken voor mannen.

Als haar familie Hine wil uithuwelijken, besluit ze te ontsnappen. Ze belandt in het bos, maar heeft geen idee hoe ze daar moet overleven. Dan komt ze een man tegen, Charon. Misschien ken je die naam uit de Griekse mythologie: het is de veerman naar het dodenrijk. Charon biedt Hine een veilige plek om te wonen. Hij geeft haar eten en mooie jurken. Maar hij is niet altijd even aardig en Hine begint zich te vervelen. De geesten van het bos zeggen dat ze naar buiten moet komen, wat Charon haar verboden heeft.

Verder lezen

Koning van Katoren – Jan Terlouw

In de nacht dat de oude koning van Katoren stierf, werd Stach geboren. Binnen een paar dagen overleden Stachs ouders en was hij wees. Stach groeide op bij zijn oude oom, die werkte voor de zes ministers die het land bestuurden zo lang er geen nieuwe koning was. Dat duurde jaren, want niemand was geschikt om koning te worden. Totdat Stach bijna een jonge man van zeventien jaar is geworden, onbevangen en soms een tikje brutaal. Via zijn oom vraagt hij aan de ministers wat hij moet doen om koning te worden. Ze besluiten hem zeven hardnekkige problemen uit het land voor te leggen. Als hij die allemaal oplost, dan is de troon voor Stach.

Dit sprookje werd voor het eerst uitgegeven in 1971. Jan Terlouw kan mooi helder vertellen, met humor. Zijn zinnen zijn eenvoudig, maar soms zijn er wel wat ouderwetse woorden. De thema’s zijn van alle tijden: mensen zijn bang door verhalen die de ronde doen en bestuurders zijn meer bezig met hun mening verkondigen dan naar elkaar luisteren. Er is een jonge, frisse blik nodig om verandering te brengen.

Verder lezen

De meisjes – Annet Schaap

Ziek op de bank luister ik de aflevering van de Grote Vriendelijke Podcast waarin Annet Schaap wordt geïnterviewd. Na haar fantastische debuut Lampje schreef ze De meisjes, waarin ze zeven sprookjes vertelt. Deze zijn losjes gebaseerd op klassiekers van Grimm en Perrault, zoals Roodkapje en Doornroosje. In de podcast leest Annet het kortste sprookje voor: dat van de kikker die tot prins gekust wil worden. Ik vind het geweldig om naar te luisteren en zoek daarom het luisterboek op in de online bibliotheek.

Eén van mijn favorieten, naast de kikker, is het verhaal van Roodkapje. Die wordt overigens niet zo genoemd. Het meisje gaat met boodschappen naar haar zieke oma, want haar moeder lukt het niet om een bestelling te plaatsen bij een online supermarkt. Het meisje neemt haar mobieltje mee om de weg te vinden. Ze wandelt langs een begraafplaats. Daarachter is een bos, waar een wolf woont in een gebied dat afgeschermd is door hekken. Het geweldige van dit verhaal is dat het perspectief afwisselend bij het meisje en bij de wolf ligt. Het is zo spannend!

Verder lezen

Hier komen wij vandaan – Leonieke Baerwaldt

Als kind kon ik erg genieten van het zee-aquarium van mijn opa. Eigenlijk vond oma het maar niks, zo’n enorme bak water die kon gaan lekken. Uiteindelijk heeft het er een aantal jaren gestaan. Ik ging op een stoel zitten kijken naar de kleurige tropische vissen en de garnalen. Op een dag kocht opa een zeekomkommer. De eitjes daarvan bleken giftig en alle vissen gingen eraan dood.

Die mooie en wrede onderwaterwereld komt terug in twee sprookjes, waardoor Leonieke Baerwaldt zich heeft laten inspireren. Het begint met de kleine zeemeermin, die ernaar verlangt om aan land te gaan. Daarna worden nog drie verhaallijnen geïntroduceerd. Gelukkig leest het allemaal wel gemakkelijk. Als eerste gaat het over Loek en Brenda, die wonen in een woonwagen aan de rand van een industrieterrein. Het idee is om een huis te bouwen, daar op die plek aan het water, waar niemand wil wonen. De tweede verhaallijn draait om Alex, die als volwassen man nog steeds bij zijn moeder woont. Hij droomt ervan om een aquariumwinkel te hebben, terwijl hij werkt in een fabriek.

Verder lezen

Flin – Henry Lloyd

Henry Lloyd lijkt de naam van een Engelsman, maar het is het pseudoniem van een Nederlandse schrijver. Ook na de nominatie van Flin voor de Woutertje Pieterseprijs wil hij zijn identiteit niet prijsgeven. Hetzelfde geldt voor tekenaar Laurens Rawie, wiens zwart-witte pentekeningen mij aan het werk van Quentin Blake doen denken. Deze mysteries passen wel bij dit verhaal, waarin de draak wordt gestoken met klassieke sprookjes.

Flin wordt als baby door een arend meegenomen naar haar nest. Verder lezen

Lampje – Annet Schaap

Lampje is officieel een kinderboek, maar veel volwassenen zijn er ook lyrisch over. De voorkant ziet er al zo mooi uit en dat is ook niet gek, want Annet Schaap heeft zowel het verhaal geschreven als de tekeningen gemaakt. Het tekenen heeft ze al voor vele kinderboeken gedaan, maar het schrijven is voor haar nieuw. Hoe zou dat uitpakken?

Lampje is de dochter van de vuurtorenwachter. Omdat haar vader een onderbeen mist (en meestal dronken is), gaat zij meestal naar boven om de vuurtoren aan te steken in de avond en uit te doen in de ochtend. Op een dag gebruikt ze de laatste lucifer uit het doosje en daarna vergeet ze om nieuwe te kopen. Verder lezen

Vonkt – Marije Langelaar

In de bibliotheek sta ik bij de kast met poëzie. Het is maar één kast in dat enorme gebouw, plus nog een plankje in de kast ernaast. Hij staat vol met veelal dunne boekjes. Ik was van plan om iets van Ester Naomi Perquin te lenen, maar haar bundels staan er niet. Blijkbaar zijn er toch meer mensen die de weg naar de gedichten weten te vinden. Dan moet ik spontaan iets anders bedenken en ik graaf in mijn geheugen. Menno Wigman misschien? Hij is net overleden en het is vast niet toevallig dat hij ook net is uitgeleend. Mijn oog valt op Vonkt, de bundel waarvoor Marije Langelaar werd genomineerd voor de VSB poëzieprijs.

Ik sla het open en het ritme van de zinnen bevalt me wel, dus deze wordt het. Verder lezen

Het parfum – Patrick Süskind

In de achttiende eeuw leefde in Frankrijk een man met een bijzonder goede neus. Jean-Baptiste Grenouille werd geboren uit een viswijf dat hem onder de viskraam liet liggen, net als haar andere vier kinderen, die dit niet overleefden. Maar deze baby gaf een schreeuw en werd naar het klooster gebracht. Hij versleet diverse minnen, waarvan de laatste pas kon duiden wat haar niet beviel: het kind had geen geur… Zo begint dit sprookjesachtige verhaal van Patrick Süskind. Het werd voor het eerst uitgegeven in 1985 en is inmiddels zo bekend dat ik het wel een klassieker kan noemen. Ik verwachtte er dan ook heel wat van.

Verder lezen

Gratis tijd voor iedereen – Alexis de Roode

Toen ik Alexis de Roode in De Nachtzoen had gezien, wilde ik graag meer van hem horen en lezen. Tijd is het centrale thema in zijn gedichtenbundel Gratis tijd voor iedereen. Het gaat over traagheid, uren van de dag, seizoenen en periodes in je leven.

De voorkant doet me denken aan een sprookje, net als de volgende strofe:

Ik liep door een bos in fluistertijd
waar de wind was gaan liggen
en blaadjes over toekomst ritselden.
Wortels kronkelden als bange slangen.

Gratis tijd voor iedereen

Verder lezen