Hine is veertien jaar en ze woont in een kasteel met haar ooms en tantes. Ooit woonde ze met haar moeder in een hutje in het bos. Hines moeder ging regelmatig op jacht. Maar op een dag kwam ze niet meer thuis. Hine deed wat haar moeder haar had gezegd te doen als ze niet meer terug zou komen: ze ging naar haar familie op Boveneinde. Daar leert ze vooral dat ze moet uitkijken voor mannen.

Als haar familie Hine wil uithuwelijken, besluit ze te ontsnappen. Ze belandt in het bos, maar heeft geen idee hoe ze daar moet overleven. Dan komt ze een man tegen, Charon. Misschien ken je die naam uit de Griekse mythologie: het is de veerman naar het dodenrijk. Charon biedt Hine een veilige plek om te wonen. Hij geeft haar eten en mooie jurken. Maar hij is niet altijd even aardig en Hine begint zich te vervelen. De geesten van het bos zeggen dat ze naar buiten moet komen, wat Charon haar verboden heeft.
Verder lezen