Vrij – Lea Ypi

Lea Ypi groeide op in Albanië en maakte in 1990 het einde van het communistische regime mee. Ze was toen elf jaar. In de eerste helft van Vrij beschrijft ze haar kindertijd. Op de voorkant van het boek staat een colablikje, wat op een gegeven moment bij sommige families op de televisie staat als een soort trofee. Zulke blikjes uit het buitenland zijn zeldzaam. Af en toe is er een toerist die er eentje meeneemt. Zelf naar het buitenland gaan is geen optie. Het land zit potdicht. Kinderen krijgen te horen dat ze niet met toeristen mogen praten. Als ze dat toch proberen, lukte het niet vanwege de taal.

Verder lezen

Suster Bertken – Frans Willem Verbaas

Tussen 1457 en 1514 woonde Suster Bertken in een kluis bij de Buurkerk in Utrecht, waar nu museum Speelklok gevestigd is. Berta liet zich inmetselen om zich helemaal te kunnen richten op het gebed. Ze hield daarbij de kloostergetijden aan en volgde van achter een traliewerk de vieringen in de kerk.

Frans Willem Verbaas heeft zich helemaal ingeleefd in hoe het leven van Suster Bertken eruit moet hebben gezien, resulterend in deze roman. Achterin schrijft hij kort iets over de bronnen waaruit hij geput heeft. Veel is er niet bekend, maar met wat fantasie kom je een eind. Zo moet het steenkoud geweest zijn tijdens strenge winters.

Suster Bertken draagt geen schoenen of sokken, maar slechts een geitenharen habijt (kriebels!) en een sluier. Ze gebruikt geen vlees of zuivel en geen bier. De vrouw van de koster kookt bonen en kool voor haar en brengt brood en fruit. Als ze 84 jaar is, wordt de Buurkerk verbouwt en de kluis zal worden verplaatst. Dat ziet de zuster niet zitten. Aan de hand hiervan wordt een spannende verhaallijn ingezet, die wordt afgewisseld met de geschiedenis van Berta’s jonge jaren.

Verder lezen

Alias Grace – Margaret Atwood

In 1843 werd Grace Marks veroordeeld voor de moord op haar werkgever. Ze was toen zestien jaar en werkte als dienstmeisje voor Thomas Kinnear, een alleenstaande man. De moord werd gepleegd door een mannelijke bediende, die de doodstraf kreeg. De rol van Grace bleef onduidelijk vanwege tegenstrijdige verklaringen en daarom werd haar straf omgezet in levenslang. De huishoudster werd ook vermoord, maar voor haar is nooit een rechtszaak geweest, omdat de straffen al hoog genoeg waren.

Alias Grace begint met fragmenten uit verschillende bronnen, waardoor het wat moeite kost om erin te komen. Er zijn gedichten, stukjes uit kranten en brieven. Het verhaal krijgt vaart als dokter Simon Jordan geïnteresseerd raakt in Grace. In een serie gesprekken vertelt Grace haar levensverhaal aan de arts. De moord is op dat moment zestien jaar geleden. Grace werkt inmiddels in het huishouden van de gevangenisdirecteur, terwijl ze de nachten nog doorbrengt in haar cel. Ze heeft ook een tijdje in een psychiatrische instelling gezeten. Simon Jordan droomt ervan om zijn eigen psychiatrische ziekenhuis te beginnen, maar hij moet zich nog bewijzen als onderzoeker. Hij wil Grace helpen om haar geheugen terug te krijgen, want van het moment van de moord kan ze zich niets herinneren. Bovendien zou een rapport van hem Grace vrij kunnen krijgen.

Verder lezen

De filosoof, de hond en de bruiloft – Barbara Stok

De strips van Barbara Stok vind ik altijd geweldig om te lezen en bekijken, of ze nu over haar eigen leven gaan of over dat van een ander. Na haar prachtige boek over Vincent van Gogh is ze nu nog verder de geschiedenis in gedoken. De filosoof, de hond en de bruiloft gaat over Hipparchia. Zij was één van de weinige vrouwelijke filosofen uit de Griekse oudheid. Ik raad je aan om niks over haar op te zoeken voordat je dit boek leest, zodat je waarschijnlijk nog niet weet hoe het verhaal zal verlopen.

Verder lezen

I am an island – Tamsin Calidas

Tamsin Calidas woonde met haar man in hartje Londen, toen ze besloten het roer om te gooien. Ze verhuisden naar een klein eiland in het westen van Schotland. In I am an island vertelt Tamsin over de bewogen jaren die volgden.

Het eiland telt zo’n 120 inwoners, die de nieuwkomers met argusogen bekijken. Sommigen willen maar niet accepteren dat het boerderijtje met land is verkocht aan een stel dat geen familie op het eiland heeft. Tamsin krijgt daarnaast te maken met seksisme. Dat wordt erger nadat haar echtgenoot is vertrokken en zij alleen de schapen fokt en verkoopt.

Verder lezen

De meid – Marlies Allewijn

Neeltje Lokerse werd in 1868 geboren in Yerseke. Als tiener begon ze met het werken als dienstbode bij rijke families. Ze zag om zich heen hoe ongelijkheid tussen arm en rijk en tussen mannen en vrouwen tot schrijnende situaties leidden. Al jong had ze het gevoel daar iets aan te moeten doen, maar hoe?

Marlies Allewijn zorgt ervoor dat ik me helemaal kan inleven in die tijd. Neeltje werkt van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat om het haar mevrouw naar de zin te maken, eerst in Zeeland en later in Amsterdam. Ze verdient een karig loon en heeft niet eens elke week de zondag vrij. Toch leert ze andere dienstbodes kennen. Deze meisjes kunnen zomaar worden ontslagen. Zonder aanbevelingsbrief komen ze niet meer bij een andere familie in dienst. Sommigen belanden in de prostitutie. Neeltje wil zo graag iets veranderen. Langzaam groeit het idee om verhalen op papier te zetten en zo mensen tot nadenken te stemmen. Ze begint te werken aan een roman.

Verder lezen

Het paradijs ontvlucht – Adriënne Nijssen

Toen ik in een studentenflat woonde, had ik eens een huisgenoot die bij de Jehova’s Getuigen bleek te horen. Zelf bezocht ik in die tijd kerken van allerlei stromingen en ik vond het dan ook interessant om met deze jongen in gesprek te gaan. Wat mij opviel, was dat hij steeds in de wij-vorm sprak: ‘Wij vinden dit…’ Ik vroeg: ‘Maar wat vind jij er dan van, wat betekent het voor jou?’ Daar kwam geen antwoord op.

Dat Jehova’s Getuigen gepaste antwoorden moeten geven en niet zelf leren denken, vertelt ook Ingrid Keessen in Het paradijs ontvlucht. Ze groeide op in deze gesloten gemeenschap, trouwde en kreeg kinderen. Maar het ging niet goed met haar. Ingrid probeerde een paar keer zelfmoord te plegen en zocht uiteindelijk hulp in de reguliere geestelijke gezondheidszorg, iets waar de Getuigen nogal huiverig tegenover staan. Bij de groepstherapie kwam er een vrouw binnenlopen waar Ingrid verliefd op werd. Ze besloot het op te biechten aan de ouderlingen. Zo kon het niet langer: ze was lesbisch en wilde zichzelf worden. Ingrid werd uitgesloten en verloor alles wat ze had.

Verder lezen

Onorthodox – Deborah Feldman

Deborah Feldman is opgegroeid bij de Satmar, een grote chassidisch-joodse gemeenschap in New York. Als 23-jarige is ze daar weggegaan en in Onorthodox vertelt ze het waargebeurde verhaal van haar jeugd.

Devoiri woont bij haar opa en oma, want haar vader is zwakbegaafd en haar moeder is uit de gemeenschap gestapt. Daarmee is zij een uitzondering, want verder schikt iedereen zich in de strenge regels en gewoontes. Devoiri krijgt te horen dat de Holocaust een straf van God was, omdat de joden niet vroom genoeg leefden. Daarom proberen de chassieden zich zo goed mogelijk aan de regels uit de Thora en de Talmoed te houden. Het meest opvallend is de kleding: zwart-wit met een hoed voor de mannen, lange rokken en een pruik voor de vrouwen. Er wordt vooral Jiddisch gesproken en uiteraard moet het eten koosjer zijn. De cultuur wordt beeldend beschreven en de vertaling van Patricia Piolon is oké.

Verder lezen

Frida’s pijn – Slavenka Drakulić

Het leven van de Mexicaanse kunstenaar Frida Kahlo werd getekend door pijn. Als zesjarige kreeg ze kinderverlamming en moest ze maandenlang in bed blijven. Toen ze zestien was, overleefde ze op het nippertje een vreselijk busongeluk. Ze brak veel botten, onder andere in haar been en haar onderrug. De jaren erna onderging ze talloze operaties aan haar ruggengraat. Later werd haar been geamputeerd en ze moest opnieuw leren lopen met een kunstbeen, maar vaak kon ze alleen maar op bed liggen en de pijn ondergaan. Ze moest wel schilderen, om de pijn te uiten en een gezicht te geven.

Verder lezen

Ik ga leven – Lale Gül

Verhalen over mensen die in een religieuze gemeenschap leven hebben me altijd geboeid. In Nederland zijn er talloze schrijvers die hebben verteld over hun christelijke opvoeding, maar over moslims is nog maar weinig geschreven. Daarom stond Ik ga leven al een tijd op mijn verlanglijstje. Lale Gül heeft haar debuut gebaseerd op haar eigen jeugd in een orthodox-islamitisch Turks gezin. Toen ze veel aandacht kreeg vanwege bedreigingen, kon ik mijn nieuwsgierigheid niet langer bedwingen en kocht het boek.

Het kan haar allemaal aan haar anus oxideren.

Het eerste wat opvalt is de wonderlijke schrijfstijl. Lale gebruikt veel moeilijke woorden en breit regelmatig ellenlange zinnen, om even later grof taalgebruik te bezigen. Ik vraag me af of ik hier wel doorheen ga komen, maar het went wel en ik vind haar observaties interessant. Gelukkig schrijft ze niet continu zo ingewikkeld. Ik vermoed dat de redacteur het wel zwaar heeft gehad hiermee. Verderop in het boek is hier en daar nog een fout voorzetsel blijven staan.

Verder lezen