Jeanette Winterson hoort inmiddels bij mijn favoriete schrijvers, vanwege haar prettige schrijfstijl en humor gecombineerd met de thematiek van haar werk. Eerder schreef ze over religie en homoseksualiteit. Die onderwerpen komen in haar nieuwste boek ook voor, maar het gaat vooral over liefde, kunstmatige intelligentie en eeuwig leven. Twee verhaallijnen wisselen elkaar af in Frankissstein. De eerste gaat over Mary Shelley die in 1816 haar beroemde verhaal schrijft over Victor Frankenstein. Hij naait dode lichaamsdelen aan elkaar en wekt die tot leven. Mary schrijft dit terwijl ze de zomer in Zwitserland doorbrengt met onder andere haar man, de dichter Shelley. Het regent de hele tijd en dat geeft een bijzondere sfeer.
De andere verhaallijn speelt in onze tijd en gaat over dokter Ry Shelley, die transgender is. Dit is voor het eerst dat ik via een roman in de huid van een transgender kruip en dat is een heel andere ervaring dan transmensen op televisie zien. Ry gaat naar een congres over robots en kunstmatige intelligentie en wordt daar verliefd op een van de sprekers, Victor Stein. Deze liefde geeft veel spanning, niet alleen omdat Ry trans is. Verderop in het boek wordt Ry verkracht op de mannen-wc in een kroeg en ik vind dit behoorlijk schokkend om te lezen, omdat het zo reëel wordt beschreven en ik me kan voorstellen dat dit echt zo gaat. Verder lezen