De lijvige biografie van filosoof Ludwig Wittgenstein door Ray Monk stond al een paar jaar op mijn plank met nog te lezen boeken. Mijn echtgenoot was tijdens zijn minor filosofie gefascineerd geraakt door Wittgensteins gedachten over logica en taal. Hij vond dit boek heel mooi en raadde het mij aan. Nu de bibliotheken dicht waren, besloot ik me er eindelijk aan te wagen.
Wittgenstein was al tijdens zijn tienerjaren geobsedeerd door filosofie. Hij kwam uit een steenrijke familie in Wenen. Voor zijn achtste kind Ludwig was vader Wittgenstein minder streng nadat een andere zoon zelfmoord had gepleegd. Maar de jonge Wittgenstein was minstens zo streng voor zichzelf. Hij wilde zeker weten of hij genoeg talent had voor filosofie en ging daarom eerst natuurkunde studeren. Die onzekerheid met de bijbehorende depressies zou hem zijn hele leven blijven achtervolgen. Maar Wittgenstein kon ook enorm doordraven als hij eenmaal iemand had getroffen die met hem wilde discussiëren. Bertrand Russell zag hoe origineel de gedachten van zijn Duitse student waren en ze praatten urenlang met elkaar. Er was bewondering en irritatie over en weer, net als bij andere bevriende filosofen.
Wittgenstein kon ook heel impulsief zijn. Verder lezen