Na het dikke, Amerikaanse Een klein leven had ik wel even genoeg van Hanya Yanagihara. Maar toen iemand van mijn boekenclub To paradise uitkoos om samen te bespreken, keek ik er toch naar uit. Ik besloot om deze keer de originele Engelse versie te lezen en niet de vertaling. Zoals ik al dacht, is het Engels is niet erg moeilijk. Bovendien worden Yanagihara’s lange Engelse zinnen in het Nederlands vaak nóg langer, dus ik heb geen spijt van deze keus.
To paradise is ook dik en Amerikaans. Het bestaat uit drie delen, die zich afspelen in achtereenvolgens 1893, 1993 en 2093. Het eerste verhaal sleept me al gauw mee en ik lees dit vrij vlot. Het gaat over David Bingham, een rijke jongeman die het aan niks ontbreekt. Hij woont met zijn opa in het familiehuis, terwijl zijn jongere broer en zus al zijn uitgevlogen. David heeft wel een blauwe maandag gewerkt bij de bank waar zijn familie eigenaar van is, maar vanwege depressieve periodes is hij daarmee gestopt. Hij geeft eens in de week tekenles op een school. Daar ontmoet hij Edward Bishop. Het is liefde op het eerste gezicht.
Toch is het gelijke geslacht van de geliefden niet het probleem in dit verhaal. Dit is namelijk een alternatieve geschiedenis, waarin een paar Amerikaanse staten, waaronder New York, zich hebben afgescheiden van de rest van Amerika. En in deze Free States is het homohuwelijk al gelegaliseerd. Davids broer is met een man getrouwd en zijn zus met een vrouw. Ze hebben kinderen geadopteerd van vluchtelingen uit het zuiden. Kindertehuizen zitten vol met wezen en kinderen waarvan de ouders te arm zijn om voor ze te zorgen. Ik vind het een mooie vondst om een historisch verhaal te schrijven waarin een bepaald aspect van de geschiedenis is veranderd.
Verder lezen