Ooit hadden we een staart, zoals te zien is op de voorkant van Waren we dieren. De rode draad van dit debuut van Dorien Dijkhuis is onze dierlijke oorsprong. Nog eerder waren we amfibieën, nadat we uit de zee waren gekropen. Wat is daar nog van over? De verzen die dicht bij dit thema blijven, vind ik het mooiste.
dat dagen net als golven onherhaalbaar zijn en zich dagelijks herhalen
(…)
dat we in de baarmoeder 3,7 miljoen jaar versneld afdraaien
in negen maanden verliezen we onze staart, kweken longen
en haren, verlaten voor altijd het water
In het volgende gedicht gaat het over kippenvel, dat ons nog herinnert aan de tijd dat we een vacht hadden. Via associaties gaat het ook over reizen en steden, over sterren en andere planeten.
dromen is reizen zonder je te verplaatsen
een bed wordt ook wel koffer genoemd
Ik lees de bundel nog eens helemaal en leg hem dan naast mijn bed, om af en toe voor het slapen gaan nog eens in te kijken. Het gedicht Feest vindt mijn man erg leuk als ik het aan hem voorlees:
het begon met de woorden van de wiskundedocent
‘de kans is minimaal dat u hier bent, gaat u gerust
de opties na:één voorvader het echtelijke berenvel ontzegd
één dansavond om verstuikte enkel afgezegd, één
postkoets overvallen of van de klif gestort,(…)
de kans dat u er bent, kortom, is onbestaand
verwaarloosbaar, laat staan – en met een weids
gebaar omarmde hij de hele klas – u allemaal!’(…)
Het is te lang om helemaal weer te geven, maar ik hoop dat ik je nieuwsgierig heb gemaakt naar deze mooie en grappige gedichten.
Nog meer citaten vind je op de website van de schrijver.