Karen woonde de eerste tien jaar van haar leven in een kelder in Mexico, grenzend aan een stukje strand aan de zee. Ze at zand als ze honger had. Toen kwam haar tante in beeld, die het meisje onder andere leerde praten. Karen bleek autisme te hebben, wat haar beperkingen gaf, maar ook een paar uitzonderlijke talenten.
In Zeedieren zijn stille wezens kijkt Karen als veertiger terug op haar leven tot nu toe. Ze is door haar tante betrokken bij de tonijnfabriek, die het zwaar heeft door strenge regels en overbevissing. Tijdens haar studie zoötechniek valt Karen ook op door haar kijk op de vee-industrie. Karen bekijkt de dingen anders. Ze zwemt tussen de tonijnen en leeft zich in, terwijl andere mensen alleen hun eigen belang zien.
Verder lezen