Bij Argentijnse literatuur denk ik aan magisch-realisme, met geesten en bovennatuurlijke gebeurtenissen. Ook in De gevaren van roken in bed is dit de rode draad. Het boek bevat twaalf verhalen. Het titelverhaal is het kortste met zes pagina’s. Het gaat over een vrouw die rookt in bed, ook nadat een buurvrouw hierdoor is overleden, omdat haar sigaret voor brand zorgde.
Het langste verhaal telt vijftig bladzijden en gaat over verdwenen kinderen in Buenos Aires. Op een dag komt een heel aantal kinderen terug, maar er is iets vreemds aan de hand. Ze zijn namelijk niets veranderd: ze zijn niet ouder geworden en dragen nog dezelfde kleding als op de dag van hun verdwijning. Ouders weten niet wat ze ermee aan moeten en de kinderen gaan bij elkaar in een verlaten gebouw zitten. Het is vooral een bizar verhaal, maar het verdriet van de families schemert erin door.
Verder lezen