In mijn laatste poll had ik vier boeken gezet waar ik een beetje tegenop zag. Louis Couperus won het net van Philippe Claudel. Eerder had ik van Couperus al Eline Vere gelezen, wat ik mooi vond, en als tiener was ik onder de indruk van De stille kracht. Ik verwachtte daarom dat Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan… me ook zou bevallen.

Het ouderwetse taalgebruik is weer even wennen, maar het leest al snel vlot. Couperus maakt lange zinnen met veel komma’s. Hij geeft gesprekken vrij letterlijk weer, inclusief haperingen, dat doet geen enkele moderne schrijver. Typisch is het taalgebruik van de oude dokter: ja-ja, zo-zo… Die drie puntjes komen veelvuldig terug. Sommige woorden hoor je nooit meer, zoals ‘bonhomie’ maar ook ‘versneukerend’, wat toch grappig klinkt. Meestal kan ik uit de context prima begrijpen wat het betekent.
Verder lezen