Afgelopen zomer las ik Zondagskind tijdens een vakantie en dat was maar goed ook, want ik wilde alleen maar doorlezen in dat boek, tenzij ik tegen mijn man aan het vertellen was wat er allemaal gebeurde met hoofdpersoon Jasmijn Vink. Zij groeit op met autisme, net als schrijver Judith Visser zelf. Ik ben niet de enige die dit verhaal zo meeslepend en leerzaam vond en al snel vroegen lezers hoe het verder is gegaan met Jasmijn. Daarom verscheen dit najaar het vervolg: Zondagsleven. Ik heb dat voor de kerstvakantie bewaard, om het in één ruk uit te kunnen lezen.

De jong volwassen Jasmijn hoeft niet meer naar school en ze heeft haar eigen flat. Ze vindt het heerlijk om veel tijd alleen met haar hond Romy door te brengen. Maar de huur moet worden betaald en Jasmijn eet als een beer, dus ze moet aan het werk. Dat doet ze als receptionist, waar ze wel mensen te woord moet staan, maar gelukkig niet bij haar collega’s in de kantoortuin hoeft te zitten. Ze heeft haar eigen domein achter de balie. Daar werkt ze stiekem ook aan een manuscript van het boek dat lijkt op Zondagskind, over haar ervaringen als kind met autisme. Nu ze de diagnose heeft, kan ze beter verklaren waarom ze vaak anders reageert dan anderen.
Verder lezen