Aletta Jacobs (1854-1929) was de eerste vrouwelijke arts in Nederland. Ze stond ook aan het hoofd van de strijd voor het vrouwenkiesrecht in ons land. Tegen het einde van haar leven heeft ze haar levensloop zelf beschreven onder de titel Herinneringen. Het ouderwetse Nederlands komt elegant over en is nog prima te volgen. In de uitgave die ik heb gelezen, is de spelling aangepast naar die van onze tijd. Ook heeft redacteur Mia Meijer een voorwoord toegevoegd, maar ik ben veel te nieuwsgierig en haast me naar de inleiding van Aletta zelf. Daarin laat ze weten dat vrouwen hun leven meer zullen waarderen als ze door dit boek beseffen hoe de vrouwen voor hen hebben geleefd, wat ik kan beamen. Bovendien vindt ze dat de rol van vrouwen in grote maatschappelijke veranderingen onderbelicht is en daarom wil ze vastleggen hoe de vrouwenbeweging destijds te werk ging.
Verder lezenbiografie
Raadselvader – Jolande Withuis
Socioloog Jolande Withuis had al diverse boeken, waaronder biografieën, op haar naam staan toen ze de tijd rijp vond om te schrijven over haar eigen vader. Hij was overtuigd communist en dat heeft een enorme stempel op Jolandes jeugd gedrukt. In Raadselvader gaat ze op zoek naar wie haar vader Berry Withuis echt was. Tussen de verhalen over haar vader door vertelt ze over de invloed die hij op haar leven had, als kind maar ook daarna. Verder lezen
Bakhita – Véronique Olmi
Het levensverhaal van Bakhita begint in Soedan in de negentiende eeuw, waar ze geboren wordt tegelijk met haar tweelingzusje. Als kind speelt ze onder de Afrikaanse zon. Ze is bang voor slangen, maar verder voelt ze zich veilig in haar gezin: haar moeder die ’s ochtends naar de zonsopgang kijkt, haar zusjes en broertjes waar ze mee speelt, haar vader die de broer is van het dorpshoofd. Toch weet ze niet meer hoe ze toen genoemd werd. De naam die haar ouders haar gaven, is ze vergeten. Want als ze een jaar of zeven is, wordt ze uit het dorp geroofd door slavenhandelaren. Verder lezen
Boek der omzwervingen – Konstantin Paustovski
In het zesde en laatste deel van zijn autobiografie reist Konstantin Paustovski naar allerlei uithoeken van de Sovjet-Unie. Het begint echter treurig, met de dood van zijn moeder en zijn zus. Nu heeft hij geen familie meer. Dat ontheemde gevoel komt verder niet meer aan bod. Het lijkt wel of mede-schrijvers zijn familie zijn geworden: journalisten die hij ontmoet op de redactie van kranten, en later mensen die hij ontmoet in een zomerhuis dat speciaal voor schrijvers is bedoeld, om aan een boek te kunnen werken. De stukken over de schrijvers vind ik echter niet zo heel interessant; die lees ik wat vluchtiger door.
Door de vele plekken waar Paustovski woont, is het boek nogal fragmentarisch van opzet. In elk hoofdstuk zit hij weer ergens anders. Een aantal keren verwijst hij naar andere boeken, die hij eerder heeft geschreven en waar ook autobiografische elementen in zitten. Verder merkt hij zelf op dat hij af en toe afdwaalt, waarbij hij excuses maakt aan de lezer. Er zijn wel weer een aantal prachtige beschrijvingen van de natuur en de lokale bevolking bij, die helemaal tot hun recht komen in de sublieme vertaling van Wim Hartog.
Toch heeft dit zesde deel veel indruk op mij gemaakt en dat komt door de hoofdstukken over Lenin en Stalin. Hiervan is een deel oorspronkelijk gecensureerd, maar ze zijn teruggevonden en in de recente heruitgave van Van Oorschot opgenomen. Verder lezen
De sprong naar het zuiden – Konstantin Paustovski
Met deel vijf nader ik het einde van Konstantin Paustovski’s autobiografie in zes delen. Toch is Paustovski pas net dertig, want het is 1923. Aan het begin van De sprong naar het zuiden is hij nog op het schip waarmee deel vier eindigde. Ze varen over de Zwarte Zee en doen de haven van Soechoem aan. Op dat moment is Abchazië in quarantaine vanwege nare besmettelijke ziektes, althans, dat beweert men. Het is dus niet de bedoeling dat mensen er van boord gaan, maar Paustovski krijgt het voor elkaar dat hij toch even een uurtje aan wal mag. Zijn koffer moet achterblijven, om ervoor te zorgen dat hij wel weer terugkomt. Gelukkig heeft hij wel geld bij zich en hij besluit om een tijdje in dat bijzondere land te vertoeven.
Voor mij was toentertijd alles vreemd in Abchasië, de bergen, de rivieren, de plantengroei, de mensen. De reusachtige bergtoppen waarvan ik de namen nog niet kende, tekenden zich het scherpst af tijdens de zonsondergang. In het licht van de ondergaande zon gloeiden hun ijzige tanden als kolen. (…)
Deze eerste, enigszins onheilspellende indruk van de bergen veranderde pas in de lente toen ik diep in Abchasië doordrong en de bergen in hun volle schoonheid met hun beukenbossen, schuimende rivieren en wildwoekerende begroeiing aanschouwde.
Ik kende niemand in Soechoem en zwierf vaak in mijn eentje in de omgeving van de stad rond. Ik durfde niet ver weg te gaan.
De tijd van de grote verwachtingen – Konstantin Paustovski
Het vierde deel van Konstantin Paustovski’s autobiografie speelt zich bijna helemaal af in Odessa rond 1920. De stad is geblokkeerd en de mensen kunnen geen kant op. Ze lijden honger en kou. Maar terugkijkend weet Paustovski vooral de mooie momenten te herinneren.
De tijd heeft van vroegere zorgen en noden reeds lang de scherpe kantjes afgeslepen. Het geheugen keert er slechts met tegenzin naar terug en geeft de voorkeur aan de gelukkige herinneringen van het verleden met zijn schaarse vrolijke momenten, die in de loop van de jaren hun volle omvang en betekenis hebben gekregen. Tyfus noch honger, ons ijzige kamertje noch de totale onzekerheid over de dag van morgen heeft ons geloof in een gelukkig lot voor ons volk kapot kunnen maken.
Begin van een onbekend tijdperk – Konstantin Paustovski
Vorig jaar las ik het prachtige eerste deel over de jeugd van Konstantin Paustovski en het indrukwekkende tweede deel over zijn studententijd (waarin amper wordt gestudeerd). Het derde deel van zijn autobiografie is getiteld Begin van een onbekend tijdperk en speelt zich af in 1917, tijdens de Russische revolutie. De mensen leven in enorme onzekerheid over de meest basale dingen: waar haal ik vandaag eten vandaan en hoe veilig is de plek waar ik nu woon? Paustovski vertrekt op een gegeven moment van Moskou naar de Oekraïne, waar zijn zus en moeder al naartoe zijn gevlucht. Zijn reizen leveren ongelooflijke verhalen op, bijvoorbeeld hoe het was in een goederentrein die in 18 dagen van Kiev naar Odessa reed. Ik heb even opgezocht hoe lang dat is: amper 500 kilometer. Maar in oorlogstijd mag je al blij zijn als je zo’n rit overleeft. Paustovski lijkt het geen probleem te vinden om steeds te verhuizen, maar er is een grens: hij gaat niet buiten Rusland. Hij houdt van zijn enorme, uitgestrekte land, al is het er zo zwaar en gebeuren er absurde dingen. Als het fictie was, zou het ongeloofwaardig zijn, zo vaak ontloopt hij de dood op het nippertje.
Kinderen waaien om – Mariëtte Baarda
Iedereen heeft weleens hoofdpijn. Meestal is dat niet zo erg: je moet even rustig aan doen of een pijnstiller nemen en dan gaat het wel weer. Maar hoofdpijn is er in vele gradaties en sommige soorten leggen je hele leven stil voor dat moment. Een migraine-aanval kan dat veroorzaken. Ook migraine is er in soorten. Mariëtte Baarda gebruikt hiervoor de schaal van Beaufort, waar windkracht mee gemeten wordt. Regelmatig kampt ze met migraine die als een flinke storm in haar hoofd tekeer gaat. Het is een vorm van knallende hoofdpijn met misselijkheid, overgeven en overgevoeligheid voor licht en geluid. Een pil kan soms verlichting bezorgen, als je er op tijd bij bent, maar meestal is het een kwestie van uitzitten.
In Kinderen waaien om vertelt Mariëtte Baarda haar levensverhaal. Ze is journalist en weet boeiend te vertellen. Verder lezen
Onrustige jeugd – Konstantin Paustovski
Na een pauze van twee maanden wilde ik graag door in het tweede deel van de autobiografie van Konstantin Paustovski. In Verre jaren las ik over zijn kindertijd, die hij op weergaloze manier beschrijft. Onrustige jeugd gaat over zijn jaren als jong volwassene. Na de middelbare school gaat hij studeren, maar hij vertelt niets over colleges of studieboeken. Paustovski moet in zijn eigen levensonderhoud voorzien en gaat daarom werken als conducteur en bestuurder van de tram van Moskou, wat hilarische verhalen oplevert. Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt hij aangesteld als verzorger van gewonde soldaten op de hospitaaltrein vanaf het front in Polen. Dat is fysiek maar vooral mentaal zwaar:
Dat waren de nachten waarin ik een volwassen man werd. Het eens zo blinkende klatergoud van mijn voorstellingen over de werkelijkheid verschrompelde en schilferde iedere dag wat meer af. Het drong tot mij door dat het leven hard is en voortdurend moeite vergt, wil men het zuiver houden, vrij van vuiligheid en bedrog, en het in heel zijn pracht en eenvoud kunnen zien.
Verre jaren – Konstantin Paustovski
Bij de eerste zinnen van Verre jaren ben ik al helemaal onder de indruk. Wat waanzinnig mooi geschreven! Twee veellezers raadden me deze autobiografische serie van zes boeken aan, omdat het zo prachtig is. En ze hebben gelijk. In dit eerste deel beschrijft Konstantin Paustovski zijn jeugd in Rusland rond 1900. Het lijkt wel een soort sprookjeswereld met betoverende landschappen. Er zijn excentrieke ooms en tantes, zoals de oom die wereldreiziger is en de fantasie van de kleine Kostik op hol doet slaan. Het is heerlijk om te lezen hoe de jongen de wereld om zich heen observeert.
Als Paustovski zestien jaar is, wordt zijn vader ontslagen en het gezin valt uit elkaar. Eerst woont hij een tijdje bij zijn oom en tante, maar hij wil terug naar zijn oude gymnasium. Dus hij zal voortaan voor zichzelf moeten zorgen door bijlessen te geven. Ondertussen is hij ook gewoon een scholier die geintjes uithaalt met docenten, waar hij tegelijkertijd ook ontzag voor heeft. Paustovski blijft een dromer, die enorm geniet van literatuur en theater. Verder lezen