Selma Vos was één van de weinige Nederlanders die in China woonde toen Mao Zedong aan de macht was. Carolijn Visser vertelt haar levensverhaal niet chronologisch. Het begint op het moment dat Selma na een paar maanden in Nederland in 1966 teruggaat naar haar gezin in Peking. Dan wordt meteen al duidelijk dat er iets mis is: haar zoon staat op het vliegveld, maar haar man is er niet.
Door dit begin wordt mijn belangstelling meteen gewekt. Dit is niet het eerste boek dat ik over China lees, maar het blijft een fascinerend land, omdat het zo enorm en zo anders is. Dat het beleid van Mao verschrikkelijke gevolgen had, is bekend. Maar Selma’s man heeft een hoge positie, wat privileges met zich meebrengt. Het doet me denken aan Animal farm: alle dieren zijn gelijk, maar sommige meer dan andere… Toch voel ik al me al snel verbonden met deze Nederlandse vrouw en hoop dat het goed afloopt met Selma en haar gezin.