Binnen een paar bladzijden van deze dikke pil voelt het alweer vertrouwd aan: ik bevind me in de wereld van Haruki Murakami. Daar lopen dromen en werkelijkheid door elkaar, zijn er parallelle werelden en beleven mensen de gekste dingen. Het doet sprookjesachtig aan, of moet je het surrealistisch noemen? Het is niet te begrijpen. Er zijn lezers die er niks mee hebben, maar ik houd ervan en laat me meeslepen.
Kafka op het strand draait om twee hoofdpersonen, waarvan de wegen elkaar pas na een hele tijd kruisen. Het begint met een jongen van vijftien die wegloopt van huis. Hij reist zo ver hij kan binnen Japan en komt dan terecht in een particuliere bibliotheek, die ooit is opgericht door een rijke familie. De bieb is de enige plek waar je als kind alleen heen kunt gaan, betoogt Murakami. Het is er veilig en je kunt opgaan in allerlei verhalen. Dat doet de jongen, die zichzelf Kafka heeft genoemd. De bibliothecaris schiet hem te hulp en biedt hem een slaapplek.
De andere hoofdpersoon is Nakata, een oudere man die niet kan lezen. Om zijn bijstand aan te vullen, zoekt hij naar vermiste katten. Wat niemand weet, is dat hij daarvoor met de dieren praat. Waar ik eerst de meeste sympathie kan opbrengen voor de jongen, lees ik later iets liever de stukken over de oude man. Die gaat ook op reis en leert nieuwe mensen kennen die hem helpen.
De jongen belandt in een bos waarvoor hij wordt gewaarschuwd en waar hij natuurlijk toch in gaat dwalen. Nakata blijkt nog meer vreemde gaven te hebben. Hij gaat samen met een vrachtwagenchauffeur op zoek naar een steen, die weer wat te maken heeft met de bibliotheek waar Kafka zit te lezen. Er is een gruwelijke scène waarin katten worden vermoord en er is vreemde seks waar ik eigenlijk niet over wil lezen.

Maar de meeste van de honderden bladzijden lang blijft Murakami me boeien, wat ik een knappe prestatie vind, want er zijn nogal wat zijstraatjes. Jacques Westerhoven heeft het allemaal vloeiend vertaald uit het Japans. In voetnoten licht hij typisch Japanse zaken toe en hij heeft ook uitgepluisd naar welke boeken en muziek de schrijver allemaal verwijst.
Tegen het einde vind ik het te absurd worden. Ik kan het moeilijker volgen en de beschrijvingen duren me te lang. De verhaallijnen worden wel netjes afgerond. Kafka zit in de trein en vraagt zich af wat de zin van het leven is, terwijl hij op weg is naar een nieuwe wereld.
Hoi Barbara, leuk zo’n schrijver waar je altijd enthousiast van wordt. Ik heb dat zelf niet zo met de paar boeken van Murakami die ik heb gelezen, maar ik heb het bijvoorbeeld wel met schrijvers als Tsjechov, Paustovski, Tardi, Carolijn Visser en Aimeé de Jongh. Ik weet dat van een vriendin “Kafka op het strand” haar favoriete boek van Murakami is. Groetjes, Erik
LikeGeliked door 1 persoon
Paustovski en Carolijn Visser zijn inderdaad geweldig. Tardi moest ik even opzoeken, maar dat trekt me niet zo. Van Aimée de Jongh heb ik laatst een kort stripverhaal gelezen, dat was wel heel mooi.
LikeLike
[…] Kafka op het strand en nog een paar boeken van Haruki Murakami (die hoort bij mijn lievelingsschrijvers) […]
LikeLike