Nu ik vier jeugdboeken van Anna Woltz heb gelezen, begin ik een rode draad te ontdekken. Het gaat altijd over een hoofdpersoon die een beetje onzeker is, maar vroeg of laat iets spannends gaat doen. Dat speelt zich meestal ’s nachts af, waarbij de ene tiener wordt overgehaald door een ander. Weglopen van huis is een motief, net als verliefd worden. Er is ook altijd een ontmoeting met iemand waarover de hoofdpersoon eerst vooroordelen heeft, die later worden ontmanteld. En het kan even duren, maar er volgt steevast een moment waarop ik ontroerd raak.
De tunnel speelt zich af in 1940. De Tweede Wereldoorlog is uitgebroken en Londen wordt elke nacht gebombardeerd. Mensen zoeken hun toevlucht in schuilkelders, zelfgegraven schuilplaatsen en op de perrons van de ondergrondse. Lang voordat de metro’s stoppen met rijden, verzamelen families zich al om een plekje voor de nacht te veroveren. Daarbij is ook Ella met haar ouders en haar broertje Robbie.
Ella is veertien jaar oud en heeft het afgelopen jaar bijna helemaal doorgebracht in het ziekenhuis. Ze had polio en lag in een ijzeren long, wat haar nog steeds nachtmerries geeft over stoppen met ademen. Bij de ondergrondse ontmoet ze Jay, een knappe jongen van zestien, die allerlei handeltjes heeft. En dan komt Quinn ten tonele, die weggelopen is bij haar adellijke familie. Ze is een bijzonder avontuurlijke vijftienjarige, die naar de stad is gekomen om ergens te helpen. Ze vindt het spannend om ’s nachts naast Ella, Jay en Robbie in de tunnel te slapen. Deze plek, waar ooit metro’s zullen rijden, is rustiger dan de overvolle perrons. Maar het doet Ella denken aan de ijzeren long en ze moet steeds een drempel over om dat donkere hol in te gaan.

De verschillende hoofdpersonen maken het verhaal levendig, maar daardoor duurt het ook wat langer voor ik me met ze verbonden voel. Hoe gevaarlijk de bommen zijn, wordt wel beschreven, maar ik voel het pas tegen het einde van het boek. Het kost me wat moeite om mee te gaan in de spannende avonturen, want je moet het allemaal maar durven. Aan de andere kant doen mensen in oorlogen talloze gevaarlijke dingen om zichzelf en anderen in leven te houden. De tieners in dit boek willen zo graag helpen, maar wat kan je doen als je nog te jong bent om het leger in te gaan of verpleegster te worden?
Anna Woltz weet er wel raad mee. Ik houd ook van haar schrijfstijl, die is helder en raak. Soms doen de tieners wel erg wijze uitspraken, maar juist die zinnen zijn zo mooi. Deze jongeren hebben zo’n enorme levenslust. Het maakt niet uit hoe gevaarlijk het is, ze willen meedoen, ook al loopt Ella mank, is Jay straatarm en is Quinn eigenlijk een lady. Ze leven nu en dromen over de toekomst. Het laatste hoofdstuk speelt zich zes jaar later af, wat niet had gehoeven, maar ik begrijp dat de schrijver de verleiding niet kon weerstaan. Op die manier is het verhaal mooi afgerond, maar geeft het ook ruimte voor een eventueel vervolg. Want Anna Woltz zal vast nog een hoop mooie boeken schrijven.
Lees ook wat Marthe, Jaap, Jeanine en Anneke over dit boek schreven.
Goed, dan staat deze nu dus ook op mijn tbr-lijst…
LikeGeliked door 1 persoon