Poëzietijdschrift Dichter

De poëzie van Radna Fabias, Roelof ten Napel en Vicky Francken vond ik nogal ondoorgrondelijk. Een gedichtendip lag op de loer, maar toen kwam Jannie met een prachtig eigen gedicht over een voetveer. En ergens onderaan mijn leesstapel zag ik een nummer van het poëzietijdschrift Dichter liggen, daar had ik wel zin in! Hierin staan toegankelijke gedichten ‘voor iedereen van 6 tot 106 jaar’. Een tijdje geleden had ik twee losse nummers besteld, met de thema’s bomen en wereld.

Het is al heerlijk om erin te bladeren en naar de tekeningen te kijken. Voor elk nummer wordt een andere illustrator gevraagd en dat levert prachtige plaatjes op. Verder lezen

Verzamelde gedichten – Hanny Michaelis

Als je de stationshal van Utrecht centraal verlaat aan de Jaarbeurszijde, wandel je langs een gedicht van Hanny Michaelis. Dit is een typisch voorbeeld van haar poëzie en het is ook opgenomen in haar Verzamelde gedichten. Hierin staan al haar bundels die uitgegeven zijn tussen 1949 en 1971 plus nog een aantal losse gedichten. Er zijn prachtige verzen bij, zoals deze:

Het bladerloze licht
van een herfstdag zonder wind
maakt oude mensen
ontroerend mooi.

Doordat zij de worsteling
met het verval al lang
hebben gestaakt en spiegels
niet meer vrezen, zijn zij
broos geworden en doorschijnend
als gesponnen glas met de zachte
mysterieuze glans van zilver.

Verder lezen

De lichtstraat – Fleur Bourgonje

In De beste 100 gedichten voor de VSB poëzieprijs 2012 kwam ik een gedicht van Fleur Bourgonje tegen dat me erg aansprak. Het heet Bloedafname en begint zo:

Kijk hier staan ze in de rij met hun bloed.
Ze willen het niet kwijt maar
het moet bekeken, uitvergroot, verdeeld
in slecht en goed, overdaad
aan wit of armoe rood. Bezinking
wordt gemeten.

(…)

Verder lezen

Lalagè leest ook poëzie

Poëzie blijft lastig, schreef ik al eerder. En toch blijf ik het proberen, omdat ik ook een paar keer fantastische gedichten heb gelezen en dat wil ik weer. Soms lees ik een gedichtenbundel, of een halve. Zo las ik de afgelopen tijd:

  • De volgende scan duurt vijf minuten – Lieke Marsman
  • Hoe ik een bos begon in mijn badkamer – Maartje Smits (met foto’s erbij)
  • de helft van Hier kijken we naar – Hannah van Wieringen
  • De herinneringen zien mij – Tomas Tranströmer

Erover bloggen is lastig, maar in het kader van Sandra’s poëzieweek krijgen jullie dit artikel voorgeschoteld. Verder lezen

Vonkt – Marije Langelaar

In de bibliotheek sta ik bij de kast met poëzie. Het is maar één kast in dat enorme gebouw, plus nog een plankje in de kast ernaast. Hij staat vol met veelal dunne boekjes. Ik was van plan om iets van Ester Naomi Perquin te lenen, maar haar bundels staan er niet. Blijkbaar zijn er toch meer mensen die de weg naar de gedichten weten te vinden. Dan moet ik spontaan iets anders bedenken en ik graaf in mijn geheugen. Menno Wigman misschien? Hij is net overleden en het is vast niet toevallig dat hij ook net is uitgeleend. Mijn oog valt op Vonkt, de bundel waarvoor Marije Langelaar werd genomineerd voor de VSB poëzieprijs.

Ik sla het open en het ritme van de zinnen bevalt me wel, dus deze wordt het. Verder lezen

Koelkastlicht – Rodaan Al Galidi

Tijdens de Nacht van de Literatuur werd Rodaan Al Galidi geïnterviewd en hij droeg gedichten voor. Ik kende hem van zijn roman Hoe ik talent voor het leven kreeg over asielzoekers, maar in zijn hart is hij een dichter en dat was goed te merken bij de voordracht. Zijn gedichtenbundel Koelkastlicht is niet te leen bij de bibliotheek, zoals zoveel bundels, want wie leest er nou poëzie… maar het is wel te koop in de boekhandel. Mijn exemplaar is van de derde druk, wat ook niet vaak voorkomt bij gedichtenbundels. Blijkbaar moet je in Nederland ook andere genres beoefenen om als dichter bekend te worden. Verder heeft Rodaan Al Galidi ervoor gekozen om dit boekje uit te breiden met een derde sectie genaamd ‘Losse gedichten die de verkoop van Koelkastlicht mede mogelijk moeten maken’.

Verder lezen

Ik zie mensen – Koen Snyers

Laatst was ik mijn e-reader kwijt. Toen ik nog eens goed nadacht schoot me te binnen dat de Kobo bij mijn bed lag. Ik had hem daar neergelegd om het boekje van Koen Snyers te kunnen lezen voor het slapengaan. Het bevat kleine verhaaltjes, observaties, gedachten. Is het proza of poëzie? Ach, dat maakt ook niet uit. Het begint op het station.

Ik zie mensen rennen om een trein te halen.

Een vrouw dweilt de vloer in de stationshal. Rennende treinpassagiers vegen hun voeten aan haar arbeid. De vrouw stopt met dweilen en kijkt naar mensen en treinen die passeren. Iedereen is van voorbijgaande aard, zegt ze, zelfs de mensen die net nog renden voor hun trein en nu staan te wachten op een trein die nooit komt.

Verder lezen

’s Middags zwem ik in de Noordzee – Wim Brands

Wim Brands is bekend geworden als presentator van het televisieprogramma VPRO Boeken, maar hij was in de eerste plaats dichter. ’s Middags zwem ik in de Noordzee is zijn laatste gedichtenbundel voordat hij zelf een einde aan zijn leven maakte. In sommige van zijn verzen komt het thema zelfmoord terug. Naast lijden en dood gaat het ook over liefde, die door alles heen kan blijven.

In de eerste nacht nadat ik had
gehoord dat je ziek was
schrok ik wakker.

Het waaide buiten. Het waait, zei
jij, die nog geen oog dicht had
gedaan, en je glimlachte.

Ik begreep het pas later.

Wat er ook is, het zal de natuur een
zorg zijn.

Het waait, het waaide – buiten klonk
de troost van onverschilligheid.

Verder lezen

Kanonnenvlees – Lotte Dodion

Soms ga ik naar een kunsttentoonstelling in een museum. Meestal speur ik dan de zalen af naar werken die me aanspreken. Ik bekijk het meeste vluchtig en sta stil bij dat ene schilderij dat me raakt, om er een tijdje met volle teugen van te genieten. Bij de poëzie van Lotte Dodion benader ik ook zo. Niet alles doet me wat en niet elk thema boeit me. Veel begrijp ik niet; ook daarin lijkt het op beeldende kunst. Verder lezen

Malva – Hagar Peeters

Zowel voor de twitterleesclub als voor mijn leesclub in het echte leven staat Malva op de agenda. Schrijver Hagar Peeters heeft al een paar gedichtenbundels op haar naam staan. In deze roman zal dus vast ook wel wat poëzie doorsijpelen. Bovendien is de hoofdrol weggelegd voor de dochter van de beroemde dichter Pablo Neruda. Zij werd maar acht jaar oud, doordat ze een waterhoofd had. Tegenwoordig kan dat worden verholpen door het teveel aan hersenvocht via een drain af te voeren, maar in de jaren dertig was dat nog niet mogelijk.

Verder lezen