In een eerder artikel schreef ik dat ik vaker poëzie voor kinderen en jongeren wil lezen, omdat ik grote-mensen-gedichten vaak zo lastig vind. Daarom leende ik Wat je moet doen als je over een nijlpaard struikelt uit de bieb, op advies van boekbloggers Marcella en Paula.

Het eerste wat opvalt aan zijn de mooie tekeningen van Martijn van der Linden. Hij heeft verschillende technieken gebruikt om de gedichten van Edward van de Vendel te illustreren. Die gedichten beginnen allemaal met ‘Wat je moet doen als…’ en dan verwacht je misschien een nuttig advies. Er zijn een paar serieuze gedichten bij waarin dat ook zo is, bijvoorbeeld als het gaat over een opa die steeds meer vergeet of over wat je moet doen als je moeder huilt. Maar de meeste gedichten zijn vooral grappig.

Ik vind het gedicht ‘Wat je moet doen als je geen lievelingsdier hebt’ heel leuk, want daarin worden allerlei rare dierennamen genoemd. Ik dacht eerst dat die verzonnen waren, maar ik heb ze opgezocht met Google en ze bestaan allemaal echt! Er is één advies dat ik al heb toegepast, dat staat in ‘Wat je moet doen als je midden in de nacht moet plassen en het is koud en je voeten bevriezen’. En binnenkort zal ik misschien iets doen met het advies uit ‘Wat je moet doen als je trein vertraging heeft’.

Toch werken niet alle gedichten even goed voor mij. Er wordt veel eindrijm gebruikt en soms vind ik dat een beetje gezocht, alsof de schrijver het rijmwoordenboek erbij gepakt heeft. De grapjes vind ik hier en daar flauw, maar misschien dat kinderen in de bovenbouw dat juist wel geinig vinden. Ik denk dat de schrijver wel veel lol heeft gehad toen hij dit allemaal bedacht.

Het laatste gedicht kan je gebruiken als je een boekbespreking wilt houden over dit boek. Het zit vol met ironische grappen, waarin het boek wordt afgeraden. Ik had het bijna gebruikt voor dit artikel, maar het werkt beter als je voor een groep staat. De creativiteit spat af van dit leuke boek. Als je kinderen kent van 8 tot 12 jaar, dan is het zeker de moeite waard om deze gedichten met of voor ze te lezen. En anders kan je het natuurlijk ook stiekem uit de bieb lenen.