Binnen een paar bladzijden ben ik helemaal gegrepen door dit boek. Lara Taveirne vertelt over haar broertje Wolf, die verdween. Na een paar maanden werd hij gevonden in een bos in het noorden van Zweden. Hij was met de trein naar het één na laatste station gegaan, omdat hij net een paar euro te kort kwam voor het hele traject. Hij was uitgestapt, naar het bos gelopen, en daar nog een stuk doorgewandeld om voor de laatste keer te gaan liggen. Met zijn hoofd op zijn rugzak lag hij daar in de ijskoude poolnacht. Diezelfde nacht is hij gestorven, wat ook zijn bedoeling was.





In Botswana woont Mara met vier kinderen van twee mannen, die allebei uit beeld zijn. Binnen een jaar tijd verliest ze twee zonen aan aids. Tenminste, dat zeggen de witte dokters. Maar zij weet wel beter. Na de dood van haar tweede zoon Pule wordt een hele reeks rituelen uitgevoerd om te zorgen dat zijn ziel rust zal vinden. Mara geeft veel geld uit aan waarzeggers daarbij helpen. Mosa en Stan doen eraan mee voor hun moeder, maar ze zouden zich liever willen verzetten tegen de traditionele gang van zaken.