Apostelkind – Renske Doorenspleet

Renske Doorenspleet leefde als kind in twee werelden: ze ging gewoon naar school, maar daar vertelde ze niemand dat zij en haar familie lid waren van het Apostolisch Genootschap. En als ze op zondag in haar nette jurk naar het Gebouw fietste, werd daar niet gesproken over wat mensen voor beroep uitoefenden. Toen ze 25 jaar was, stapte Renske uit het Genootschap. Als veertiger merkt ze dat ze het nog steeds niet helemaal heeft losgelaten. Regelmatig komen er nog liedteksten van vroeger naar boven. Wat is er eigenlijk allemaal gebeurd? En kloppen haar herinneringen wel? Ze gaat op onderzoek uit, in haar eigen archieven en andere bronnen, met het boek Apostelkind als resultaat.

Het Apostolisch Genootschap lijkt op het eerste gezicht op een kerk, met vieringen waarin gezongen en gepreekt wordt. De centrale figuur is de Apostel, een man die zichzelf als hedendaagse Christus ziet en die algehele overgave en gehoorzaamheid vraagt. De leden van het Genootschap zijn veel tijd kwijt aan hun lidmaatschap, want naast de zondagse diensten moet er worden geoefend met het koor en gewerkt aan grote theaterproducties. Die worden geregisseerd vanuit Bussum, waar de Apostel woont en Renske met haar ouders en zusje ook.

Verder lezen

Dagen in Minsk – Julia Cimafiejeva

In 2020 kwamen er berichten in het nieuws uit een land waar we verder weinig horen: Wit-Rusland, oftewel Belarus. Honderdduizenden mensen gingen de straat op in de hoofdstad Minsk, om te protesteren tegen het regime van Lukašenka. Die werd in 1994 voor het eerst tot president van Belarus gekozen. Via referenda heeft hij steeds meer macht gekregen. De democratie veranderde langzaam richting een dictatuur. In 2020 vonden opnieuw verkiezingen plaats, die enorm werden gemanipuleerd. Mensen waren nog steeds bang, maar dit pikten ze niet.

Franka Hummels licht deze context toe in een voorwoord. Zij heeft ervoor gepleit dat Dagen in Minsk in het Nederlands zou worden vertaald, wat Henny Corver uitstekend heeft gedaan vanuit het Engels. Julia Cimafiejeva schreef haar dagboek in 2020 namelijk niet in het Belarussisch of het Russisch, omdat ze een zekere afstand nodig had. Niet dat het een afstandelijk boek is geworden, integendeel. Julia verwoordt haar angsten en haar tegenstrijdige gevoelens. Ja, het is gevaarlijk om de straat op te gaan, maar thuis blijven is geen optie meer.

Verder lezen

15 eeuwen Nederlandse taal – Nicoline van der Sijs

De enige taal die niet verandert is een dode taal.

Nicoline van der Sijs laat aan het begin van dit boek al merken hoe ze naar het Nederlands kijkt: niet als taalpurist die anderen verbetert, maar met verwondering over hoe dynamisch taal is. Zelf kan ik me wel ergeren aan taalfouten, maar taalkundigen (zoals ook Marc van Oostendorp) helpen om er mild naar te kijken. Die foutjes ontstaan immers niet willekeurig; er zijn trends in te ontdekken. En als een afwijkende vorm maar vaak genoeg wordt gebruikt, zal die uiteindelijk worden overgenomen door anderen en opgenomen in de standaardtaal.

Onze Nederlandse taal is niet uit de lucht komen vallen. 15 eeuwen Nederlandse taal begint bij het Indo-Europees, waaruit door migratie van mensen het West-Germaans ontstond. Daarna komt het Oudnederlands in de Middeleeuwen. En zo wordt elk hoofdstuk een tijdvak besproken, met de bijbehorende taalverschijnselen. Dat begint steeds met de historische context van die periode, wat ik al zo knap beschreven vind. Het is toegankelijk voor een leek en tegelijk erg informatief. Na de geschiedenis worden achtereenvolgens de veranderingen behandeld in klank, spelling, verbuigingen en vervoegingen, samenstellingen en afleidingen, leenwoorden en zinsbouw. Dat ik dit zo kan opnoemen is te danken aan de heldere inleiding.

Verder lezen

Zoönose: hoe dodelijke ziekten van dier naar mens overspringen

Infectieziekten interesseren mij sinds mijn studie wiskunde met biologie. De verspreiding van besmettelijke ziektes ligt immers op het snijvlak van die twee vakken. Toen de coronapandemie uitbrak, vond ik dat eng en spannend, maar ook interessant. Na een tijdje waren we het met z’n allen zat. Het duurde dan ook even voor ik zin had om een heel boek over dit onderwerp te lezen. Mijn interesse won het en ik begon aan de dikke pil Zoönose, een boek dat eerder onder de titel Van dier naar mens is uitgegeven.

De Amerikaanse David Quammen is geen epidemioloog, maar journalist voor onder andere National Geographic. Hij heeft zes jaar lang aan dit boek gewerkt en reisde daarvoor de hele wereld rond. Hij beschrijft uitgebreid hoe virologen op zoek gingen naar de oorsprong en verspreiding van diverse ziektes die zijn overgesprongen van dieren naar mensen. Bij elke wetenschapper begint hij met een korte beschrijving van diens uiterlijk. Misschien doet hij dat om je een beeld van die persoon te laten vormen, maar het komt niet altijd even aardig over. De schrijfstijl is erg gedetailleerd. Ik vind het eerste hoofdstuk zo langdradig dat ik in aarzel of ik verder wil met dit boek.

Verder lezen

Identiteit – Paul Verhaeghe

Als je iemand vraagt om zich voor te stellen, krijg je meestal een antwoord van de volgende vorm: ‘Ik ben Lalagè, 40 jaar oud, ik woon in Amersfoort met mijn echtgenoot en mijn beroep is data-analist.’ De meeste mensen identificeren zich met hun beroep en hun gezin. Sommigen zullen er nog aan toevoegen ‘ik ben Ajax-fan’ of ‘ik ben moslim’. De moderne mens wil toch ergens bij horen, al willen we vooral onszelf zijn.

Paul Verhaeghe schetst hoe dit in de loop van de eeuwen veranderd is, onder invloed van eerst het christendom en later de verlichting en de wetenschap. Hij betoogt dat onze identiteit grotendeels afhangt van onze omgeving. We nemen de normen en waarden van onze ouders en onze maatschappij over. Dat beïnvloedt sterk wat we doen en willen.

Verder lezen

Onder het oppervlak – Mariasole Bianco

De Italiaanse zeebioloog Mariasole Bianco is gefascineerd door al het leven onder water. In Onder het oppervlak vertelt ze enthousiast over de meest vreemde vissen, koraal, algen, pinguïns en nog veel meer bewoners van de zee. Zelfs op 10 kilometer diepte is nog leven te vinden: kleurloze dieren voeden zich daar met wat van boven naar beneden komt gedwarreld. Ze zijn bestand tegen het koude water en de hoge druk, onder andere door hun traagheid. Ze kunnen daardoor erg oud worden. Ik vind het geweldig om over dit alles te lezen en vlieg door de eerste helft van het boek heen.

Mensen weten nog maar weinig van wat zich diep in de oceaan afspeelt. Sterrenkundigen en ruimtevaarttechnologen hebben honderden malen grotere budgetten dan oceaan-onderzoekers. Er zijn gedetailleerdere kaarten van de maan dan van de zeebodem. Toch wordt steeds duidelijker hoeveel invloed de zee heeft op ons klimaat en op ecosystemen. Dat is ook logisch als je bedenkt dat 71% van onze aarde bedekt is met water.

Verder lezen

De wereld van gisteren – Stefan Zweig

Stefan Zweig (1881-1942) was een beroemde schrijver uit Oostenrijk. In De wereld van gisteren vertelt hij over de geschiedenis van Midden-Europa tijdens zijn leven. Ik zou het geen autobiografie noemen, want persoonlijk wordt het niet. Zo wordt zijn eerste vrouw alleen in een bijzin genoemd en zijn tweede huwelijk krijg een enkele alinea. Zweig beschrijft de tijdgeest, die totaal veranderde door twee wereldoorlogen. De tweede overleefde hij niet, hoewel hij inmiddels in Zuid-Amerika was. Hij pleegde samen met zijn vrouw zelfmoord, vlak nadat hij dit boek had geschreven.

Het begint in Wenen, waar Stefan Zweig wordt geboren uit een joodse familie, die niet praktiserend gelovig lijkt te zijn. Het is een haast sprookjesachtige tijd, waarin cultuur het hoogste goed is. Schrijvers hebben veel invloed op wat mensen denken en de meest bewonderde mensen zijn toneelspelers, waarvan jongeren handtekeningen verzamelen. Zweig noemt talloze namen, waarvan slechts enkele mij bekend voorkomen. Er zijn anekdotes bij die ik totaal niet boeiend vind, maar ook treffende beschrijvingen die me doen denken aan de Russische tijdgenoot Konstantin Paustovski.

Verder lezen

De voormoeders – Suze Zijlstra

Ruim twee miljoen Nederlanders hebben voorouders die in het toenmalige Nederlands-Indië hebben gewoond. Sommigen van hen kwamen uit Nederland, anderen werden er geboren, zoals de oma van Suze Zijlstra, die er altijd mooie verhalen over vertelde. Toen Suze geschiedenis studeerde, koos ze vakken over de VOC en het koloniale verleden van Nederland. Voor De voormoeders koos ze een onconventionele invalshoek: ze ging op zoek naar de vrouwen in haar Indische stamboom, eerst via haar moeder, oma en overgrootmoeder en daarna noodgedwongen verder via de mannelijke lijn. Over de mannen die voor de VOC werkten is genoeg te vinden in de archieven, maar hoe was het leven van hun vrouwen?

Na een inleiding volgen tien hoofdstukken: eentje voor elke generatie. Het begint met een vrouw waarvan Suze de naam niet heeft kunnen achterhalen. Ze was waarschijnlijk Aziatisch en de eerste Indische voormoeder in de stamboom. In de achttiende eeuw voeren Nederlandse mannen naar Nederlands Indië om er voor de VOC te werken. De meesten gingen als vrijgezel en velen kregen kinderen met inlandse vrouwen, die vaak als slaaf voor ze werkten. Ik had me nooit gerealiseerd dat slavernij niet alleen in Suriname, maar ook in Nederlands-Indië op grote schaal voorkwam. Slaven werkten in de huishouding en op plantages voor suiker en koffie.

Verder lezen

Berichten uit de Sahara – Sanmao

Sanmao was een Chinese die in de jaren zeventig in de Sahara ging wonen. Haar verhalen over wat ze daar meemaakte werden al gauw populair in China. Pas een paar jaar geleden werden ze vertaald in Westerse talen, waaronder het Nederlands in 2019. In het voorwoord geeft vertaler Annelous Stiggelbout wat achtergrondinformatie, zodat je als lezer de context begrijpt. Daarna volgt een brief van Sanmao aan haar lezers, waaruit blijkt hoe beroemd ze was.

Sanmao is een nieuwsgierig en reislustig mens. Samen met haar Spaanse geliefde José gaat ze in een stadje in de Sahara wonen, dat in die tijd onder het bestuur van Spanje staat. José werkt in een fosfaatmijn, 100 kilometer verderop. Hij doet zijn best om elke dag bij Sanmao te komen eten. Het leven in de woestijn kent geen luxe. Overdag is het verzengend heet en ’s nachts ijskoud. José en Sanmao hebben een klein huisje, dat ze toch met smaak weten in te richten. Ze maken al gauw contact met de buren, die van alles komen lenen, wat ze zelden terugbrengen.

Verder lezen