Jacob leeft als conciërge samen met de broeders in een klooster. Hij doet allerlei klusjes en onderhoudt de tuin. Het klooster ontvangt veel gasten, waaronder op een dag Henry Loman. Hij spreekt Jacob aan, omdat hij iets te vroeg is gearriveerd. Meestal ontvangt gastenbroeder Andreas de mensen, maar Jacob weet de weg ook en brengt Henry naar zijn kamer. Bij het avondeten blijkt uit het gesprek van de broeders dat Henry Loman een bekend politicus is, die onlangs is afgetreden.
Esther Gerritsen weet me meteen te raken met haar mooie zinnen, waarin Jacob zijn leven beschrijft en worstelt met zijn geloof: Verder lezen