Aswoensdag – Hanneke Hendrix

Marit heeft haar moeder al vijftien jaar niet meer gezien, sinds de begrafenis van haar vader. Maar dan komt er een telefoontje uit Limburg: het gaat niet goed met haar moeder, want ze is erg vergeetachtig geworden. De buurvrouw en de buurtregisseur houden wel een oogje in het zeil, maar nu moet er echt iemand komen die orde op zaken stelt. Marit vertrekt vanaf haar woning bij de zee naar het dorp van haar jeugd.

Hanneke Hendrix wisselt het verhaal in het heden af met terugblikken van moeder en dochter. Marit is bezig met een ziekenhuistraject om een kind te krijgen. Nu ze bij haar moeder is, vraagt ze zich af of en waarom die eigenlijk een kind wilde. En waarom maar eentje? Marits jeugd was benauwend en kil. Dat heeft vast te maken met hoe haar moeder zelf opgroeide. Nu ze dementeert, waant die zich vaak in het verleden. Verder lezen

Leesreis door de provincies: Limburg

Ik leerde mijn vader pas kennen toen hij dood was. We zaten op de binnenplaats aan tafel. De hitte hing als een beschonken kerel over ons heen en we dronken grenadine die in de kelder gekoeld was omdat de koelkasten de weg nog niet hadden gevonden naar de keukens, waar in die dagen grote kolenfornuizen stonden en lange tafels met veel stoelen, omdat de gezinnen nog omvangrijk waren.
Op die zomeravond, toen de herfst al aan het daglicht begon te likken, zaten mijn tantes verhalen te vertellen over mensen die voor mij geen gezicht hadden omdat ik ze nog nooit had gezien.

Mijn belangstelling is meteen gewekt door deze eerste zinnen van Het huis van de zeven zusters. De verteller is Emma, die dertien jaar is ten tijde van deze scène. Zij is de dochter van Martha, de oudste van zeven zussen die samen werken in hun bakkerij. In dit boek vertelt ze wat ze van haar tantes heeft gehoord over haar familiegeschiedenis. Verder lezen