Wolf – Lara Taveirne

Binnen een paar bladzijden ben ik helemaal gegrepen door dit boek. Lara Taveirne vertelt over haar broertje Wolf, die verdween. Na een paar maanden werd hij gevonden in een bos in het noorden van Zweden. Hij was met de trein naar het één na laatste station gegaan, omdat hij net een paar euro te kort kwam voor het hele traject. Hij was uitgestapt, naar het bos gelopen, en daar nog een stuk doorgewandeld om voor de laatste keer te gaan liggen. Met zijn hoofd op zijn rugzak lag hij daar in de ijskoude poolnacht. Diezelfde nacht is hij gestorven, wat ook zijn bedoeling was.

Verder lezen

Autobiografie van mijn lichaam – Lize Spit

Het vierde boek van Lize Spit gaat over haarzelf. Als schrijver beschouwt ze haar eigen leven én dat van haar moeder, die slokdarmkanker heeft en niet lang meer zal leven. Via een e-mail stelt ze haar kinderen hiervan op de hoogte. En oja, ze gaan scheiden.

Autobiografie van mijn lichaam bestaat uit een heleboel korte stukjes. Het lijkt willekeurig, maar ik vermoed dat het zorgvuldig samengesteld is. Het is fragmentarisch en het springt telkens heen en weer in de tijd: het verhaal van het sterfproces van haar moeder wisselt af met allerlei herinneringen aan korter en langer geleden, met als motief Lizes eigen lijf. Ik vraag me af ze zo’n ijzersterk geheugen heeft, of dat er toch wat fictie bij is. Misschien heeft ze zich gebaseerd op oude dagboeken, waaruit ze soms letterlijk citeert. Ook hierbij denk ik dat het geen willekeurige fragmenten zijn, hoewel het soms zo voelt, met allerlei details over huisdieren en schoolrapporten.

Verder lezen

Mazzel tov – Margot Vanderstraeten

Als twintiger kwam Margot Vanderstraeten bij een modern-orthodox joods gezin thuis, om de vier kinderen te helpen met hun huiswerk. Zes jaar lang was ze er kind aan huis en daarna hield ze ook contact met de familie. In Mazzel tov vertelt ze over haar ervaringen en vooral waar ze zich allemaal over verwonderde.

De familie Schneider (niet hun echte naam) heeft al een aantal werkstudenten versleten die het vaak niet langer dan een paar dagen bij ze volhielden. Daardoor mag Margot het proberen, ondanks dat ze ongehuwd samenwoont met Nima, die uit Iran komt. Ze maakt rond 1990 kennis met het gezin, bestaande uit Simon, Jakov, Elzira en Sara en hun ouders. De kinderen mogen het zelf aangeven als ze de hulp van Margot nodig hebben. In de praktijk is ze bijna dagelijks bij hen thuis. Op zaterdag hoeft ze niet te komen, want dan vieren de joden sjabbat. Maar ook buiten de rustdag is hun leven doordrenkt van de strenge regels.

Verder lezen

Iconen – Erik Vlaminck

Vlaanderen, 1975. Een kloosterbroeder vertelt hoe hij de financiële man van een psychiatrisch ziekenhuis werd. Het duurt even voor ik begrijp dat hij zich in de je-vorm richt tot zijn moeder, die op sterven ligt en niet meer kan reageren. De monnik trad in, omdat hij het niet zag zitten om gezinshoofd te worden. Wegens gebrek aan opleiding kon hij geen priester worden. Wel had hij boekhouden geleerd op de avondschool. De kloosterorde heeft psychiatrische afdelingen onder haar hoede en zo kwam deze broeder daarmee in aanraking.

De ergste gevallen zijn te vinden in zaal 9, met mannen die het verstandelijk vermogen van een peuter niet voorbijkomen en hun eigen uitwerpselen op de muren en in de gordijnen smeren. Ze komen nooit buiten. Ze hebben vaak niet eens normale kleding. Een nieuwe jonge verpleegster pleit ervoor dat ze allemaal aangekleed worden. Zij wil met de jongens gaan wandelen. De andere personeelsleden, waaronder psychiaters, hebben het niet zo goed voor met hun patiënten. Op een gegeven moment wil een arts meewerken aan een farmaceutisch onderzoek naar een nieuw medicijn tegen schizofrenie. Niet dat deze mannen aan wanen lijden, maar de vergoeding voor de dokter is te aantrekkelijk en de meeste patiënten hebben toch geen familie meer die naar ze omkijkt. Dus dat is makkelijk geregeld.

Verder lezen

Een revolverschot – Virginie Loveling

Twee Vlaamse zussen wonen samen in hun ouderlijk huis. Hun vader was notaris en hij overleed terwijl beide dochters nog ongehuwd waren. Inmiddels is Georgine 20 jaar en Marie al 30 jaar oud. Verschillende personen uit het dorp zouden wellicht geschikt zijn als huwelijkspartner, waaronder de jonge notaris die hun vader heeft opgevolgd en gebruik mag maken van zijn werkkamer. De overbuurman Luc Hancq trekt echter de meeste aandacht van de dames. Hij komt regelmatig bij ze langs. Zijn huwelijkse staat weerhoudt hem er niet van om oog te hebben voor vrouwelijk schoon.

Virginie Loveling beschrijft dit alles in mooie Vlaamse zinnen van meer dan een eeuw geleden. Een revolverschot wordt haar beste roman genoemd. Het werd voor het eerst uitgegeven in 1911. Annelies Verbeke heeft de spelling gemoderniseerd en een aantal woorden van voetnoten voorzien, waar door het gemakkelijker te lezen is voor wie nu leeft. Het vraagt nog steeds iets meer dan gemiddeld van de lezer, maar ik vind het goed te doen en geniet van de taal. Soms zijn de zinnen wel erg lang of ik begrijp een woord niet helemaal, maar het verloop van het verhaal is prima te volgen.

De sfeer wisselt gedurende het boek. Er is veel drama, maar er zijn ook idyllische stukjes bij, waarin de dorpse natuur wordt beschreven. Dan gaat het bijvoorbeeld over zingende vogels. Het kan letterlijk bedoeld zijn, maar ook symbolisch.

De figuurlijke zon was opgegaan en blonk in goud van morgengloren over het spiegelvlak van Marie’s innerste wezen, er de blauwe hemel en de laatste verdampende nevelwolkjes van twijfel in weerkaatsend.

Na de dood van de vrouw van Luc Hancq hoopt de oudste zus met hem te kunnen trouwen. Tijdens een dromerige scène kust Luc haar en Marie vat hun gesprek zo op dat hij zich met haar wil verloven. Als lezer meen ik echter dat hij dit helemaal niet zo bedoelt. Later bekent Georgine aan Marie dat ze ook op Luc valt en eveneens in de veronderstelling is dat ze zich binnenkort zullen verloven. Voor de zussen is dit een grote ontdekking, terwijl vanaf het begin van het boek al duidelijk is dat ze op dezelfde man vallen. Het heeft grote gevolgen en het verhaal wordt nog spannender dan het al was!

Een revolverschot is een goed boek, dat je meeneemt naar een andere tijd. Het is terecht dat deze klassieker weer onder de aandacht is gebracht.

Luister ook naar de aflevering over dit boek van de podcast Fixdit, over klassiekers van vrouwelijke schrijvers.

Jij mag alles zijn – Griet Op de Beeck

Na een stapeltje indrukwekkende romans voor volwassenen heeft Griet Op de Beeck een kinderboek geschreven. De hoofdrol is voor Lexi, bijna negen jaar oud. Ze woont met haar ouders en heeft geen broer of zus. Tenminste, niet meer. Als baby had ze een tweelingbroertje, Amos. Die is overleden voor ze hun eerste verjaardag samen konden vieren. Sindsdien is haar moeder vaak verdrietig.

Lexi doet haar best om lief te zijn, maar toch gaat het de laatste tijd weer slecht met haar moeder. Lexi is degene die ziet dat ze al dagen niks meer gegeten heeft. Overdag is haar vader uit werken, dus die heeft dat vast niet zo door. Lexi besluit om het tegen haar vader te vertellen en dan volgt een indringend gesprek tussen de ouders. Lexi’s moeder zal een tijdje naar een soort ziekenhuis gaan.

Verder lezen

Onheilsdochter – Jean-Claude van Rijckeghem

Yrsa is een Vikingsdochter. Ze woont in een dorp met vijf huizen: Mimirs Krukje, genoemd naar de enorme steen waar volgens de overlevering een reus op uitrustte. Yrsa’s vader is de stuurman. Haar moeder is overleden en ze woont met haar stiefmoeder, broertjes en oma. In de andere huizen wonen haar ooms en neven. Op één van die neven, Nokki, is Yrsa stiekem verliefd. Ze zoenen weleens bij het boothuis. Maar oma Gudrun wil haar liever uithuwelijken aan een rijke jongen.

In het begin van Onheilsdochter is het opletten geblazen, want er worden veel namen genoemd. Jean-Claude van Rijckeghem beschrijft hoe de wereld van Yrsa eruitziet, klinkt, ruikt en voelt.

Verder lezen

Allemaal willen we de hemel – Els Beerten

Vier Vlaamse jongeren maken de Tweede Wereldoorlog mee. Drie komen uit hetzelfde gezin: Jef, Renée en de kleine Remi. De vierde is hun goede vriend Ward. Die heeft tijdens de oorlog zoveel fout gedaan dat hij inmiddels met een andere identiteit in Duitsland woont. Jef weet dingen die niemand anders weet, behalve Ward. Zal de waarheid over Ward en Jef boven tafel komen?

In het begin vind ik het nogal ingewikkeld: vier perspectieven plus veel tijdssprongen, heen en weer. Dit is een D-boek, maar je moet wel een geoefend lezer zijn om dit goed te kunnen volgen. Mij lukt het ook aan het eind van het boek nog niet helemaal. Soms staat er een jaartal boven een hoofdstuk en dan vermoed ik dat de hoofdstukken erna ook over die periode gaan. Wie er aan het woord is, weet je soms pas na een bladzijde gelezen te hebben. Voor de spanningsopbouw zijn deze wisselingen in perspectief en tijd essentieel.

Verder lezen

Het moois dat we delen – Ish Ait Hamou

Het moois dat we delen begint met beschrijvingen van iemand die na lange tijd is teruggekeerd naar haar ouderlijk huis. Daar is alles hetzelfde gebleven, terwijl de wereld om haar heen totaal is veranderd. Op de eerste bladzijden geniet ik van de mooie taal. Daarna lees ik wat sneller, want ik wil graag weten wat er met deze hoofdpersoon aan de hand is. De schrijver geeft het niet zomaar weg, maar geeft kleine hints waardoor ik het op een gegeven moment wel kan raden.

Ik ga het hier toch maar verklappen, want zelf vind ik het iets te lang duren voor het duidelijk wordt. Soumia is betrokken geweest bij een terroristische aanslag en heeft daarvoor vijf jaar lang in de gevangenis gezeten. Het vreemde is dat ze er niks van wist. Hoe kan je dan zo’n straf krijgen? Ze begrijpt het zelf ook niet goed. Maar in de buurt wordt ze door bijna iedereen met de nek aangekeken. Het ergste is nog dat haar broertje van elf er ook op wordt aangesproken. Hoe kan Soumia hier het beste mee omgaan? Gelukkig zijn er mensen die haar nog wel wat gunnen en ze gaat werken bij de plaatselijke winkel.

Verder lezen

Het huwelijk – Christine Van den Hove

Vorig jaar las ik Colombe, het prachtige debuut van Christine Van den Hove. Ik heb dan ook uitgekeken naar haar tweede roman, die in januari is verschenen. Op de voorkant staat een oude trouwfoto. De suggestie wordt gewekt dat dit Justine en Gaspard zijn, de hoofdpersonen van Het huwelijk. Het wordt niet expliciet verteld, maar waarschijnlijk zijn dit de grootouders van de schrijver. Ik vermoed dat ze zich door hen heeft laten inspireren voor dit verhaal, maar er veel zelf bij heeft moeten bedenken.

Het speelt zich af in Vlaanderen, te beginnen in 1928. Justine is in verwachting. Met haar echtgenoot Gaspard woont ze nog op de boerderij van haar familie. Als dochter Adèle wordt geboren, is Gaspard heel gelukkig. Justine belandt echter in een sombere periode. Waarom kan ze wel als juffrouw een hele klas met kinderen aan, maar lukt het haar niet om liefde te voelen voor haar eigen kind?

Verder lezen