Dit is het tweede boek over de egel Jefferson, maar het is prima los van het eerste te lezen. De hoofdpersonen zijn wel dezelfde dieren, die rechtop lopen en zich gedragen als mensen. Jefferson is een egel van 72 centimeter lang met een kuifje. Zijn vriend Gijsbert is een varken en is opgeleid tot verwarmingsmonteur. Voor zijn werk heeft hij een busje aangeschaft, dat Tineke heet. Vier jaar geleden gingen ze mee met een groepsreis, die beschreven is in het eerste boek. Daar ontmoetten ze konijn Simone, die nu een brief heeft geschreven aan Gijsbert. Ze vraagt of hij op haar huis wil passen, want zij is voor langere tijd vertrokken.

Gijsbert vertrouwt het niet en gaat samen met Jefferson op onderzoek uit. Allebei besluiten ze om in Simones huis te gaan kijken, terwijl de ander het niet weet. Maar na een tijdje biechten ze het toch op. Ze maken zich ernstig zorgen om Simone, die erg ongelukkig leek te zijn geweest. Er wordt elke maand een flinke som geld van haar rekening afgeschreven. Dat kan niet goed zijn. Ze besluiten samen om haar te gaan redden, met hulp van twee andere vrienden van de groepsreis: de oude das meneer Vanderburcht en de uitbundige Walter Schmitt.
Verder lezen
