Piranesi – Susanna Clarke

Piranesi speelt zich af in een andere wereld, die bestaat uit oneindig veel kamers en hallen, in drie verdiepingen. In de onderste verdieping heeft de zee vrij spel en er zwemmen vissen. In de bovenste verdieping vliegen vogels rond. De middelste verdieping herbergt talloze standbeelden, van mensen en fantasiewezens zoals faunen en minotaurussen. Er zijn twee levende mensen in het Huis: de ik-persoon, een man van begin dertig en ‘de Ander’, een man van in de vijftig. De Ander noemt de hoofdpersoon Piranesi en daarom zal ik hem ook maar even zo noemen, ook al heet hij niet zo. Zijn echte naam is hij vergeten.

Verder lezen

Popcorn donut kaassoufflé – Eline van Wieren

Kato zit bij de huisarts, omdat ze zich depressief voelt. Ze moet de hele tijd huilen en ze heeft vaak eetbuien, waarbij ze van alles naar binnen propt, tot ze haast ontploft. De dokter stuurt haar naar een therapiegroep voor mensen met een eetbuistoornis.

Dit klinkt vreselijk en dat is het ook, maar Eline van Wieren gebruikt humor om te zorgen dat het niet alleen maar kommer en kwel is. Ze zet Kato neer als een realistisch mens door de details uit haar leven: kat Frits die tegen Kato aan kruipt, de series die ze kijkt, haar baan in de bibliotheek en de boeken waar ze van houdt. Dat het echt niet goed gaat met Kato, blijkt uit het feit dat het haar niet goed lukt om een boek te lezen.

Verder lezen

Autobiografie van mijn lichaam – Lize Spit

Het vierde boek van Lize Spit gaat over haarzelf. Als schrijver beschouwt ze haar eigen leven én dat van haar moeder, die slokdarmkanker heeft en niet lang meer zal leven. Via een e-mail stelt ze haar kinderen hiervan op de hoogte. En oja, ze gaan scheiden.

Autobiografie van mijn lichaam bestaat uit een heleboel korte stukjes. Het lijkt willekeurig, maar ik vermoed dat het zorgvuldig samengesteld is. Het is fragmentarisch en het springt telkens heen en weer in de tijd: het verhaal van het sterfproces van haar moeder wisselt af met allerlei herinneringen aan korter en langer geleden, met als motief Lizes eigen lijf. Ik vraag me af ze zo’n ijzersterk geheugen heeft, of dat er toch wat fictie bij is. Misschien heeft ze zich gebaseerd op oude dagboeken, waaruit ze soms letterlijk citeert. Ook hierbij denk ik dat het geen willekeurige fragmenten zijn, hoewel het soms zo voelt, met allerlei details over huisdieren en schoolrapporten.

Verder lezen

Lalagè leest binnenkort… (poll 53)

Soms voel ik me overweldigd door de grote hoeveelheden boeken. Natuurlijk is het heel fijn dat er altijd nog wat te lezen valt, maar hoe kies je uit die enorme berg? Vandaag vraag ik weer jullie hulp. Welke van deze vier boeken zal ik gaan lezen? Welke beschrijving spreekt jou zo aan dat je er wel een blog over zou willen zien? Breng je stem uit in de poll onderaan dit artikel.

De eenzaamheid in het leven van Lydia Erneman – Rune Christiansen (2020, vertaald uit het Noors door Sofie Maertens en Michiel Vanhee)

Lydia Erneman is opgegroeid als enig kind op een kleine boerderij in Noord-Zweden. Na haar afstuderen als dierenarts komt ze terecht in een klein stadje in Noorwegen. We volgen Lydia middels haar werk als dierenarts tijdens de veranderende seizoenen en het ritme van het plattelandsleven. Hoewel Lydia snel respect en vertrouwen wint voor haar ijver, lijkt ze zich nog steeds overgegeven te hebben aan eenzaamheid als het allesomvattende uitgangspunt van haar leven, een uitgangspunt dat een persoon terneer kan slaan, maar desondanks een bron van geluk is.

Verder lezen

Het lied van de zee – A.G. Slatter

Het lied van de zee heeft een prachtige Nederlandse editie, met golven in de kleur op snee en een zilveren zeemeerminstaart op de voorkant. Het gaat over Miren, de enige zuivere nakomeling van de familie O’Malley. Ooit waren ze welvarend door piraterij en slimme handel. Nu woont Miren met haar oma in het grote vervallen kasteel aan de zee. Haar opa is net overleden. Miren is achttien jaar en oma Aoife wil haar uithuwelijken aan neef Aidan. Dat is de laatste kans om de familie te redden.

Het kost me moeite om in het verhaal te komen. De beschrijvingen vind ik vrij droog en het kost me moeite om er beelden bij te vormen. Er komen veel namen voorbij, die dan soms na veel bladzijden ineens weer opduiken en dan weet ik niet altijd meer wie dat was. Eén persoon komt onder een andere naam voor, tenminste, ik denk dat dat dezelfde is, maar ik volg het niet helemaal.

Verder lezen

De wonderdokter: Albert Willem van Renterghem – Rinus Spruit

Dokter Albert Willem van Renterghem leefde tussen 1845 en 1939. Op hoge leeftijd schreef hij zijn autobiografie, waarbij hij aangaf dat die vanaf 1975 openbaar gemaakt zou mogen worden. Het bleef bij honderd exemplaren, die veelal in archieven verdwenen. Toen Rinus Spruit daar eentje van aantrof in het archief van de gemeente Goes, vond hij het zo interessant dat hij besloot om het boek toegankelijk te maken voor de hedendaagse lezer. En dat heeft hij geweldig goed gedaan! Hij knipte zinnen in stukken en verving woorden die niemand meer kent door modernere termen. Van de 1300 bladzijden bleven er 200 over.

Het begint in 1877. Na twaalf jaar bij de marine vestigt de pasgetrouwde dokter Van Renterghem zich in Heinkenszand, niet ver van zijn geboorteplaats Goes, waar zijn vader huisarts is. De jonge dokter heeft te maken met concurrentie van de oude stijl: vroedmeesters die hun vak in de praktijk hebben geleerd. Langzamerhand wordt de zorg overgenomen door universitair opgeleide artsen. Het beroep van huisarts was in die tijd veel breder dan nu: Van Renterghem trekt ook tanden en voert operaties uit, tot amputaties aan toe. Hij is ontzettend blij met nieuwe mogelijkheden om mensen te verdoven voor een ingreep. Hij beschrijft de ene na de andere anekdote over behandelingen onder vaak armoedige omstandigheden. Ik vind het zeer boeiend om te lezen, maar ook een beetje opsommerig en ik vraag me af of dit het hele boek zo doorgaat. Het antwoord is nee, want de dokter ontwikkelt zich.

Verder lezen

Kruis of munt – Jo Boer

Jo Boer werd geboren in 1907 in Nederlands-Indië. Kruis of munt begint met de vroegste herinneringen van haar alter ego Jopie Landman. Als klein meisje kruipt ze onder de tafel. Ze ziet de diverse schoenen en hoort de grote mensen praten. In het begin moet ik wel even wennen aan de stijl en alle namen in dit boek dat voor het eerst werd uitgegeven in 1949, maar ik merk ook meteen hoe elegant het is geschreven.

Het huwelijk van Jopies ouders was rampzalig. Jo Boer heeft zich ontzettend knap ingeleefd in hoe het geweest moet zijn: het jonge stel dat op huwelijksreis gaat en helemaal niet bij elkaar blijkt te passen. Er ontstaat toch een zwangerschap. In de nacht dat Aletta zal gaan bevallen, is haar man naar een feest. Hij komt nooit meer thuis. Later, als kind in Nederland, wordt Jopie met de nek aangekeken omdat ze geen vader heeft. Niemand praat ooit over hem en ze weet dat ze er niet naar moet vragen.

Verder lezen

Het paradijs van slapen – Joost Oomen

Van Joost Oomen las ik eerder gedichten en een absurd verhaal over de Bietenkoningin. In het theater zag ik hem poëzie voordragen. Niks is hem te gek. In vergelijking daarbij is Het paradijs van slapen een heel normale roman. Joost heeft zich voor dit boek laten inspireren door zijn vader, die euthanasie-arts is.

Dokter Theo Engel gaat de begrafenis van een patiënt. Hij gaat nooit naar uitvaarten van patiënten, maar hij kent de dochter van deze man. Bovendien ging het hier om een natuurlijke dood en heeft Theo hem geen euthanasie hoeven verlenen. Theo Engel werkt als invalhuisarts en hij voert zeer regelmatig euthanasie uit. Meestal wordt dit gedaan door zestig-plussers en vaak door artsen die al met pensioen zijn. Maar Theo is veertig en hij woont alleen. Als hij na de begrafenis thuiskomt, ligt er een dikke brief van Gerrit Blauw, die vraagt om hem te helpen te sterven. Het lastige is dat hij geen gezondheidsklachten heeft. In de brief beschrijft hij zijn leven, met het zwaartepunt rond zijn achttiende.

Verder lezen

Publieke werken – Thomas Rosenboom

Als je in Amsterdam met je rug naar het centraal station staat, zie je hotel Victoria, dat rondom twee lagere huizen heen is gebouwd. Thomas Rosenboom vroeg zich af hoe dat zo is gekomen en neemt de lezer mee naar 1888. Het Rijksmuseum is net klaar, net als het Concertgebouw dat midden tussen de weilanden ligt. Vanaf de Prins Hendrikkade kan vioolbouwer Vedder sinds een paar jaar het IJ niet meer zien omdat het nieuwe station ervoor is gebouwd. Hij krijgt een royaal aanbod om zijn huis te verkopen. Maar hij neemt het niet zomaar aan; hij weet dat hij een sterke onderhandelingspositie heeft en vraagt een hogere prijs. Dat doet hij ook namens zijn buurman.

Publieke werken wisselt af tussen twee hoofdpersonen: Walter Vedder en zijn neef Chris Anijs, die apotheker is in Hoogeveen. Naast de klanten uit het stadje komen ook de mensen van het Veld naar hem toe, die werken als turfgravers in het veen. Omdat de plaatselijke huisarts niet omkijkt naar die arme sloebers, ontfermt de apotheker zich over hen.

Verder lezen

Leesreis om de wereld: Marshalleilanden

De Grote Podcastlas behandelt alle landen van de wereld, hoe groot of klein ze ook zijn. Afleveringen over kleine landen zijn wat korter, maar niet minder interessant. De Marshalleilanden leveren wel heel bijzondere verhalen op. Tussen 1946 en 1958 voerden Amerikanen kernproeven uit op het Bikini-atol, waardoor de eilanden jarenlang niet veilig waren om te bewonen. Op een gegeven moment mochten de mensen terugkomen, maar toen kregen ze nare ziektes en moesten ze toch weer weg. Weer jaren later werd het weer veilig verklaard en ging een deel van de mensen opnieuw terug. Hun gezondheid is nog steeds niet zo best, maar nu komt dat vooral doordat ze dol zijn op fastfood.

In de podcast wordt de poëzie van Kathy Jetñil-Kijiner genoemd, wat me nieuwsgierig maakt. Bij de lokale boekhandel bestel ik Iep Jāltok: poems from a Marshallese daughter. Kathy is opgegroeid op Hawaii, dat verder van de rest van de Verenigde Staten blijkt te liggen dan ik dacht. Toch voelt ze zich erg verbonden met de Marshalleilanden.

Verder lezen