Op een eiland in Nederlands-Indië woont de oude mevrouw Felicia in de tuin van Kleyntjes. Ze is de vijfde en laatste generatie van haar familie die daar woont. Haar enige zoon is gestorven. Maria Dermoût beschrijft zeer beeldend hoe het daar is: de specerijenbomen, de dieren, de zee met allerlei schelpjes. Ik heb veel gedeeltes traag gelezen. Het is prachtig en de vergane glorie is meteen voelbaar.

Na deze introductie speelt het volgende hoofdstuk zich veel eerder af. Kort wordt verteld hoe Felicia als meisje bij haar grootmoeder op het eiland woonde. Op achtjarige leeftijd vertrok ze met haar ouders naar Holland, om als jonge vrouw weer terug te komen bij haar oma, met haar zoontje maar zonder man. Ze bouwt haar leven op met allerlei handeltjes, waarmee ze goed geld verdient. Iedereen kent haar.
Verder lezen
