Het land dat maar niet wil lukken – Fleur de Weerd

Oekraïne komt de afgelopen jaren regelmatig in het nieuws vanwege de verschrikkelijke oorlog daar, maar wat is het eigenlijk voor land? Journalist Fleur de Weerd woonde er een paar jaar, dat was rond 2013. Voor Het land dat maar niet wil lukken reisde ze het land rond en sprak ze met allerlei mensen. Het boek eindigt met een hoofdstuk over De Krim en de annexatie daarvan door Rusland in 2014. Het boek is inmiddels tien jaar oud, maar nog steeds de moeite waard.

Het begint met grappige anekdotes over typische Oekraïense gewoontes. De oudere vrouwen worden baboesjka’s genoemd, waar we allemaal wel een beeld bij hebben. Jonge vrouwen dragen veelal korte rokjes en hoge hakken. Ze vinden Europese vrouwen maar lomp. Fleur heeft haar ervaringen en gesprekken soepel gemengd met uitleg over de politieke situatie en de geschiedenis van Oekraïne, vanaf de eerste keer dat het land ontstond (ongeveer een eeuw geleden) tot het uiteenvallen van de Sovjetunie. Mensen vertellen haar verschillende visies op de historische feiten en vaak hangt dit samen met hun achtergrond. Een Krim-Tataar beleeft het heel anders dan een Rus, en in Lviv is de cultuur totaal anders dan in het oosten.

Verder lezen

Beladen huis – Christien Brinkgreve

Na de dood van haar echtgenoot, Arend Jan Heerma van Voss, blikt Christien Brinkgreve terug op hun huwelijk. Ze hielden veel van elkaar, maar het was ook zwaar. Dat is goed te zien aan de staat van hun huis: slecht onderhouden en volgestopt met oude spullen. Heel langzaam gaat ze opruimen. Familieleden helpen mee om te beslissen wat weg kan en wat bewaard moet blijven. Het is nu haar huis en ze probeert het zich eigen te maken, maar haar zonen hebben nog steeds een mening over hoe het zou moeten zijn.

Ik aarzel nu over hoe ik de schrijver in het vervolg zal aanduiden. Ze voelt niet als iemand die ik zomaar met de voornaam aanspreek, maar bij de achternaam vind ik zo zakelijk. Zal ik toch maar gewoon Christien zeggen? Ik vind dat ze prettig schrijft en haar verhaal fascineert me. Ze geeft een kijk in de ziel, heel open, terwijl haar huwelijk zo beklemmend kon zijn. Christien was bezig met haar proefschrift toen ze in contact kwam met A, zo duidt ze hem in dit boek aan. Ze vielen voor elkaar terwijl hij nog getrouwd was, of misschien lag hij al in scheiding. Hij had twee dochters, die regelmatig bij hem en Christien kwamen logeren. Daardoor werd haar verlangen naar kinderen aangewakkerd en ze kregen twee zonen.

Verder lezen

Rouwdouwers – Falun Ellie Koos

Een tijd geleden las ik in dagblad Trouw een indrukwekkend artikel van Falun Ellie Koos, die net was gedebuteerd als romanschrijver. Het gaat over de waarde van kunst, waaronder literatuur. Wat het opvallend maakt is dat deze jonge kunstenaar niet uit een familie komt waar kunst of boeken belangrijk worden gevonden, integendeel. Dat kan ik wel concluderen na het lezen van Rouwdouwers, dat duidelijk autobiografische elementen heeft.

De toon wordt in de eerste regels al gezet: Ada bracht haar kindertijd niet door in een warm, veilig nest. Haar eerste herinnering is aan de geboorte van haar broertje, als ze twee jaar is. Het wordt rauw beschreven. Ada’s ouders zijn dan nog bij elkaar. Ze zijn dan nog maar begin twintig. De herinneringen zijn opgeschreven in de je-vorm, gericht aan het broertje.

Verder lezen

De mierenkaravaan – Mariken Heitman

Het derde boek van Mariken Heitman heeft weer de natuur als centraal thema. De hoofdpersoon Kiek staat dicht bij de schrijver, wat het nog indringender maakt. Kiek beheert een biologische tuinderij, waar ze allerlei groenten kweekt. Wekelijks stelt ze 152 pakketten samen voor haar klanten. Ze wordt bij het werk geholpen door een stuk of tien vrijwilligers. Kiek heeft te kampen met lichamelijke klachten. Op een dag krijgt ze van de neuroloog het vonnis: ze heeft multiple sclerose. Dat verklaart ook haar moeheid, en toch vraagt ze zich af of het geen aanstellerij is.

Verder lezen

Water pakken – Kirsten van Santen

Water pakken gaat over zwemmen, het liefst buiten. Kirsten van Santen kreeg het mee vanuit haar familie en is nog steeds een waterrat. Als journalist deed ze verslag van de monstertocht van Maarten van der Weijden. Voor dit boek bezocht ze openwaterzwemmers in heel Nederland.

De zwemtochten van Kirsten met diverse enthousiastelingen vormen de basis van dit boek. Terloops vertelt ze over de geschiedenis. Nederlanders zijn bang vanouds voor water, want overstromingen bedreigen ons. In vroegere eeuwen liepen regelmatig mensen de gracht in, doordat het ’s avonds zo donker was op straat. Ze kwamen er niet meer levend uit. Pas na de Tweede Wereldoorlog kreeg elke stad een zwembad en gingen kinderen op zwemles. Tijdens de coronapandemie werd buiten zwemmen populair. Mensen zoeken rivieren en plassen op. De fanatieksten doen dat het hele jaar door, in de koudere seizoenen vaak wel met wetsuit. Kirsten komt in contact met zwemgroepjes die elkaar aanmoedigen. Ze blijven er fit bij en hebben mooie ervaringen in de natuur.

Verder lezen

Drinkbare rivieren – Li An Phoa

Li An Phoa is een wereldreiziger. Ze wandelde langs rivieren in allerlei landen. De eerste reis uit dit boek is een kanotocht in Canada, die ze prachtig beschrijft. De rivier de Rupert wordt bedreigd door de komst van een waterkrachtcentrale. Hele dorpen komen daardoor onder water te staan. Dit zal enorme invloed hebben op de levens van de inheemse bevolking.

Iemand zegt tegen Li An: ‘Je geboorteplek is je eerst leraar’. Dat brengt haar terug naar haar geboorteplaats Capelle aan de IJssel. Dat is wel de laatste plaats waar ze aan had gedacht, maar ook daar is natuur te vinden. Ze ontdekt een prachtig park in de buurt van het huis waar ze opgroeide.

Verder lezen

Xerox – Fien Veldman

Sommige mensen praten tegen hun huisdier of hun planten. De hoofdpersoon van Xerox praat tegen de printer op kantoor. Vanwege haar functie zit ze vlak naast hem. Fien Veldman introduceert dit echter een stuk subtieler dan ik nu doe. Ze begint met een schets van de grote stad, waarin afval een belangrijke rol speelt.

Alles wat ik passeer wordt uiteindelijk vuilnis. Het hangt er alleen van af wanneer je besluit dat iets waardeloos wordt. Als je het op een tijdlijn zet, zul je zien: niks, niks, niks, niks, niks, het uitvinden van het ding, het maken van het ding, het bestaan van het ding: het kopen, het gebruiken, de teloorgang van het ding, het weggooien van het ding, afval afval afval afval afval afval afval afval.

Later komt dit motief terug, als de hoofdpersoon in contact komt met een vuilnisman. Die heeft altijd al van deze baan gedroomd, ook al wilde zijn vader liever dat hij accountant zou worden. De vuilnisman heeft net als de hoofdpersoon een baan waar anderen op neerkijken, ook al beweren ze dat het heel belangrijk is.

Verder lezen

En dan is er koffie – Hannes Meinkema

De jaren zeventig: ik heb ze zelf niet meegemaakt, maar door oude verhalen heb ik er wel een beeld en gevoel bij. En dan is er koffie verscheen voor het eerst in 1976 en sloeg toen in als een bom. Hannes Meinkema neemt immers geen blad voor de mond en schrijft openlijk over wat geheim wordt gehouden.

Met zeven perspectieven is het in het begin even opletten, maar ik vind het niet moeilijk om te volgen wie wie is: moeder Cora, vader Jacques, dochters Rosa en Arja, zoon Jaap en zijn vriendin Josien. En Douwe, Rosa’s scharrel. Rosa is lerares op een middelbare school. In haar vrije tijd is ze een losbol die veel drinkt en feest. Haar moeder belt regelmatig op en dat stoort Rosa mateloos, vooral als ze haar roes aan het uitslapen is. Ook tussen de andere leden van het gezin klikt het totaal niet.

Verder lezen

Een immense wereld – Ed Yong

Voor mensen zijn zien en horen de belangrijkste zintuigen, maar voor honden is dat ruiken. Ze snuffelen heel wat af en nemen de wereld op een heel andere manier waar dan wij. Vogels kunnen ultraviolet licht zien, wat voor ons mensen onzichtbaar is.

Een immense wereld gaat over zintuigen in het dierenrijk. Elk hoofdstuk gaat over een andere manier om waar te nemen: zien, horen, ruiken, proeven en voelen zijn ons bekend, maar er zijn ook dieren die magnetische of elektrische velden kunnen waarnemen. Wetenschapsjournalist Ed Yong heeft zich grondig verdiept door uitgebreid literatuuronderzoek te doen en biologen te interviewen. Hij schrijft zeer toegankelijk. De Nederlandse vertaling van Menno Grootveld is opvallend goed en leest prettig. Ik vind het fijn dat ik niet steeds allerlei Engelse dierennamen hoef op te zoeken, al doe ik dat af en toe toch om te zien hoe de diverse dieren eruitzien. Of ik blader even naar het fotokatern om te kijken of ze daarin staan. De kleurige foto’s met korte teksten vormen een samenvatting van het boek.

Verder lezen

Het lied van de goden – Reggie Baay

Bij sommige boeken kan je de achterflaptekst beter niet lezen, maar bij Het lied van de goden helpt het me om te weten wie de vertellers zijn. Het boek bestaat uit brieven van twee mensen, maar niet aan elkaar. Hun paden zullen elkaar wel kruisen. De ene brievenserie is geschreven in Amsterdam in 1756 door Flora van Makassar, die als slavin naar Nederland kwam. Ze vertelt haar heftige levensverhaal aan haar dochter. De andere brieven zijn van Joachim van der Elst aan zijn zoon, die in Oost-Indië werkt voor de VOC.

In het begin kost het me moeite om in het verhaal te komen. Flora begint met een poëtisch betoog over taal. Zij schrijft immers in het Nederlands, dat niet haar moedertaal is. Na een paar bladzijden wordt al overgeschakeld naar Van der Elst. Die vind ik al meteen arrogant en hypocriet. Hij behoort tot de gegoede burgerij en wil graag hogerop komen. Daarvoor is geld nodig, wat hij wil verdienen met handelen via de VOC. Van der Elst en zijn vrouw hopen dat hun zoon een goede vrouw (met lichte huid) vindt daar in het Oosten. Dat lijkt mij moeilijk, want er gingen veel meer Nederlandse mannen dan vrouwen naartoe. Verder vraag ik mij af hoe realistisch het is dat zo’n trotse man zijn zorgen aan zijn zoon toevertrouwt. Het enige wat ik kan bedenken is dat hij dit doet omdat de zoon ver weg zit en de brief maanden onderweg zal zijn.

Verder lezen