Ontaard – Marion Bruinenberg

Na haar fascinerende debuut keek ik uit naar het tweede boek van Marion Bruinenberg. Hiervoor heeft ze zich laten inspireren door het dagboek van haar overgrootvader Roelof, die in 1925 naar Canada emigreerde. Zijn verhaal wordt afgewisseld met gebeurtenissen in 2025, waarin Roelofs achterkleindochter op zoek gaat naar sporen van hem. Tijdens het lezen vraag ik me soms af wat van deze verhaallijn echt gebeurd is (ook al vind ik dat dat bij een goed verhaal niet relevant is) en pas in het nawoord ontdek ik dat het meer fictie is dan ik dacht.

Roelof is 25 jaar als hij vanuit Drenthe vertrekt om in Canada boer te worden. Hij heeft gehoord dat daar veel land en werk te vinden is, wat hem een stuk beter lijkt dan het harde leven in het veenland. Hij neemt aardbeienzaadjes mee en rekent erop dat hij later zijn verloofde Anna kan laten overkomen, zodra hij zijn eigen boerderij heeft. De reis is al een enorme belevenis: eerst met de tram naar Coevorden, dan met de trein naar Rotterdam en dan per schip in ruim negen dagen naar het nieuwe land.

Verder lezen

Het paradijs van slapen – Joost Oomen

Van Joost Oomen las ik eerder gedichten en een absurd verhaal over de Bietenkoningin. In het theater zag ik hem poëzie voordragen. Niks is hem te gek. In vergelijking daarbij is Het paradijs van slapen een heel normale roman. Joost heeft zich voor dit boek laten inspireren door zijn vader, die euthanasie-arts is.

Dokter Theo Engel gaat de begrafenis van een patiënt. Hij gaat nooit naar uitvaarten van patiënten, maar hij kent de dochter van deze man. Bovendien ging het hier om een natuurlijke dood en heeft Theo hem geen euthanasie hoeven verlenen. Theo Engel werkt als invalhuisarts en hij voert zeer regelmatig euthanasie uit. Meestal wordt dit gedaan door zestig-plussers en vaak door artsen die al met pensioen zijn. Maar Theo is veertig en hij woont alleen. Als hij na de begrafenis thuiskomt, ligt er een dikke brief van Gerrit Blauw, die vraagt om hem te helpen te sterven. Het lastige is dat hij geen gezondheidsklachten heeft. In de brief beschrijft hij zijn leven, met het zwaartepunt rond zijn achttiende.

Verder lezen

Publieke werken – Thomas Rosenboom

Als je in Amsterdam met je rug naar het centraal station staat, zie je hotel Victoria, dat rondom twee lagere huizen heen is gebouwd. Thomas Rosenboom vroeg zich af hoe dat zo is gekomen en neemt de lezer mee naar 1888. Het Rijksmuseum is net klaar, net als het Concertgebouw dat midden tussen de weilanden ligt. Vanaf de Prins Hendrikkade kan vioolbouwer Vedder sinds een paar jaar het IJ niet meer zien omdat het nieuwe station ervoor is gebouwd. Hij krijgt een royaal aanbod om zijn huis te verkopen. Maar hij neemt het niet zomaar aan; hij weet dat hij een sterke onderhandelingspositie heeft en vraagt een hogere prijs. Dat doet hij ook namens zijn buurman.

Publieke werken wisselt af tussen twee hoofdpersonen: Walter Vedder en zijn neef Chris Anijs, die apotheker is in Hoogeveen. Naast de klanten uit het stadje komen ook de mensen van het Veld naar hem toe, die werken als turfgravers in het veen. Omdat de plaatselijke huisarts niet omkijkt naar die arme sloebers, ontfermt de apotheker zich over hen.

Verder lezen

Krekel – Annet Schaap

Na Lampje en De meisjes zijn de verwachtingen van het nieuwe boek van Annet Schaap torenhoog. Dat voelde ze zelf ook, vertelde ze in de Grote Vriendelijke Podcast. Ze heeft er weer rustig de tijd voor genomen en elk woord gewogen. Dat merk je als lezer meteen. Binnen een paar bladzijden houd ik al van Krekel.

Het begint middenin het verhaal (in medias res, leerde ik vroeger), in een vissersplaatsje. Eliza van twaalf loopt langs een winkeltje voor tatoeages. Ze stapt naar binnen en haalt de ervaren oude man over om vijf namen op haar been te zetten: die van haar vijf broers, die verdwenen zijn. Alleen haar kleine broertje Krekel heeft ze nog bij zich. Samen zijn ze van huis weggelopen. Eliza wil haar broers vinden en daarom wil ze naar de Witte Kliffen. Daarvoor zoekt ze een schip om mee te varen.

Verder lezen

Lievegedicht – Joost Oomen

In het theater zag ik Joost Oomen gedichten voordragen, vol energie en enthousiasme. Gedichten van anderen en ook van zichzelf. Lievegedicht is zijn eerste, langverwachte bundel vol knotsgekke poëzie. Ik heb ervan genoten!

Elementen die regelmatig voorkomen zijn voedsel (veel fruit), kleuren en de liefde. Ik was dit boek al voor de tweede keer aan het lezen, toen ik het hartje in één van de o’s op de voorkant zag (linksonder van het midden).

Hier en daar laat Joost iets zien van hoe zijn gedichten ontstaan: als een lawine waar hij aan moet toegeven. Hij verbindt de gekste dingen aan elkaar en gebruikt graag opsommingen. Het mooiste vind ik het gedicht Tramvrede, dat zo begint:

het is idioot om te geloven dat
wanneer iedereen op hetzelfde moment
hetzelfde gedicht zou lezen
de wereldvrede uit zou breken

Ook dit seizoen is Joost te bewonderen in theaters. Zorg dat je erbij bent!

De tienduizend dingen – Maria Dermoût

Op een eiland in Nederlands-Indië woont de oude mevrouw Felicia in de tuin van Kleyntjes. Ze is de vijfde en laatste generatie van haar familie die daar woont. Haar enige zoon is gestorven. Maria Dermoût beschrijft zeer beeldend hoe het daar is: de specerijenbomen, de dieren, de zee met allerlei schelpjes. Ik heb veel gedeeltes traag gelezen. Het is prachtig en de vergane glorie is meteen voelbaar.

Na deze introductie speelt het volgende hoofdstuk zich veel eerder af. Kort wordt verteld hoe Felicia als meisje bij haar grootmoeder op het eiland woonde. Op achtjarige leeftijd vertrok ze met haar ouders naar Holland, om als jonge vrouw weer terug te komen bij haar oma, met haar zoontje maar zonder man. Ze bouwt haar leven op met allerlei handeltjes, waarmee ze goed geld verdient. Iedereen kent haar.

Verder lezen

Bob Popcorn: de serie – Maranke Rinck & Martijn van der Linden

Vier jaar geleden maakt ik kennis met Bob Popcorn. Inmiddels is er een hele serie boeken over Bob. Mijn neefje van zes is er helemaal dol op. Daarom heb ik de laatste tijd ook de andere delen gelezen en daar heb ik weer veel bij gelachen.

Bob Popcorn is een levende maiskorrel ter grootte van een kiwi. Dat is wat er kan ontstaan als je een niet gepopte maiskorrel opnieuw in de magnetron stopt. Zo krijgt Ellis een klein, grappig vriendje dat veel kattekwaad uithaalt. In De popcorn spion dreigt er gevaar. Een Amerikaanse vrouw wil Bob hebben. Ze is de directeur van de popcornfabriek. Haar medewerker Billie achtervolgt Ellis en haar vriend Dante, met het doel om Bob te vangen.

Verder lezen

Oever – Ludwig Volbeda

Ik luister graag naar de Grote Vriendelijke Podcast over jeugdliteratuur. Sinds ik die heb ontdekt, ben ik meer kinder- en jongerenboeken gaan lezen en dat is heerlijk. Het zijn vaak verhalen die niet te lang zijn en je een goed gevoel geven. Laatst werd illustrator en schrijver Ludwig Volbeda in de podcast geïnterviewd over zijn schrijfdebuut Oever. Het was een mooi gesprek waarin de bedachtzaamheid van deze auteur de toon zette. Er werd getwijfeld over wat ze zouden verklappen over de inhoud van het verhaal en voor dit stukje aarzel ik daar ook over. Wie liever blanco in een verhaal stapt, kan daarom beter meteen naar de boekhandel lopen. Zelf vond ik het wel prettig om al iets meer te weten.

Oever is namelijk een subtiel verhaal. De hoofdpersoon is Jip, een tiener die meivakantie heeft, maar wel een huiswerkopdracht: maak een zelfportret. Dat levert een worsteling op. Jip schuift het voor zich uit en gaat liever naar buiten om insecten na te tekenen. Het boek staat vol prachtige zinnen met kleine observaties en heerlijke metaforen. Daarom probeer ik langzaam te lezen. Tegen het einde lukt dat niet meer.

Verder lezen

Hele verhalen voor een halve soldaat – Benny Lindelauf

Dit is geen oorlogsboek, ook al begint het met een broer die wordt opgeroepen om als soldaat te dienen. Hij is de oudste van zes broers, die geen namen krijgen, maar worden aangeduid met Oudstebroer, Tweede Oudstebroer, en zo verder, tot aan de Jongstebroer. Oudstebroer moet zich als eerste melden bij Wachtpost 7787 en het is de bedoeling dat hij een gift voor de oorlog meeneemt. Maar hij heeft niks te bieden. Wel zijn de broers geweldige verhalenvertellers. Dus Oudstebroer geeft aan de Wacht een verhaal.

Hele verhalen voor een halve soldaat is een raamvertelling, waarin zes verhalen worden verteld: vijf door de broers die één voor één bij de Wachtpost komen, en het laatste verhaal is van de Wacht zelf. Die vertelt over zijn jeugd. Als kind verloor hij zijn voet. Op zijn zeventiende moest hij voor het eerst de wacht houden. Dat was toen de mannen van het dorp een witte wolf gevangen hadden. Het is prachtig beschreven. Net als de andere verhalen vind ik het sprookjesachtig. Er wordt niet in getoverd, maar er gebeuren wel wonderlijke en onverklaarbare dingen.

Verder lezen