Voor de begrafenis van haar opa is Li Jiaqi terug in de plaats waar ze als kind woonde. Op school was ze een buitenbeentje. Samen met nog een paar onpopulaire kinderen vormden ze een groepje vrienden. De stad is erg veranderd, maar toch herkent Jiaqi wel wat. Tot haar verbazing is de flat waar haar vriend Cheng Gong woonde niet afgebroken, in tegenstelling tot alle gebouwen eromheen. Tegen beter weten in gaat ze naar binnen en belt aan bij het vertrouwde nummer. De deur gaat open. Daar staat Gong.

Een nacht lang halen de vrienden herinneringen op. De hoofdstukken wisselen af tussen Jiaqi en Gong. Soms overlapt hun verhaal een beetje. Over het algemeen is het chronologisch verteld. Het lijkt erop dat de kinderen aan de ene kant streng worden opgevoed en aan de andere kant veel vrijheid hebben om zelf buiten te spelen. Dat komt ook doordat ze niet in harmonieuze gezinnen opgroeien. Ze krijgen te maken met scheidingen, drankmisbruik en armoede.
Verder lezen

