Twaalf keer tucht – Anna Enquist

In de bibliotheek lees ik de eerste bladzijde van Twaalf keer tucht, over een Rotterdamse arts die in mei 1940 het bombardement meemaakt. Ik ben meteen gegrepen. Ook de volgende twee verhalen spelen zich dan en daar af, maar dan hoor ik de bommen door de oren van een dierentuinmedewerker en een jonge vrouw die aan haar geliefde denkt. Anna Enquist heeft het zeer invoelend beschreven.

Ik lees korte verhalen altijd tussen romans door, want het schakelen vraagt wat extra aandacht, dus ik lees het liever niet allemaal achter elkaar. Het favoriete thema van Anna Enquist staat in een aantal verhalen centraal: muziek. Er is een mooi portret van Alma Mahler en een heel kort verhaal over de zus van Mozart. Ook beschrijft Anna haar eigen ervaringen met het instuderen van een stuk van Schumann. De bladmuziek is op de linkerbladzijde afgedrukt en de tekst op de rechter.  Verder lezen

Ik, moeder

‘De moeder de vrouw’ was het thema van de Boekenweek dit jaar. Er kwam een storm van kritiek op, vooral omdat zowel het boekenweekgeschenk als het -essay door mannen werden geschreven. Waarom werden moeders zelf niet aan het woord gelaten? Gelukkig hadden Eva Kelder en Annemarie de Gee al het idee om een bundel samen te stellen vol verhalen door schrijvers die wél moeder zijn.

Ik, moeder begint met een prachtig gedicht van Anna Enquist. Verder bevat het verhalen van tien andere auteurs plus de twee samenstellers. Verder lezen

De ijsdragers – Anna Enquist

Waarom spreekt het ene verhaal je wel aan en het andere niet? Op een druilerige zondag lees ik de laatste bladzijden van Het einde van de eenzaamheid van Benedict Wells. Het leest makkelijk, maar de personages zijn niet echt tot leven gekomen in mijn hoofd. Ik heb geen zin om erover te bloggen en wel behoefte aan iets heel anders. Dus ik wandel naar de boekenkast en pak De ijsdragers van de plank waar het al een tijdje staat te wachten.

Zandgrond had ze altijd gehaat hoewel veel mensen er hoog van op gaven. Het zou goed zijn voor de huid en heilzaam voor de luchtwegen. Zij verafschuwde de nonchalant neergewaaide duinen met hun kwaadaardige helmgras, ze verachtte het element dat zich zo gemakkelijk door de wind liet verspreiden, dat zo machteloos de reddende regen door zich heen liet sijpelen en zich zo kritiekloos leende voor toepassing als schuurmiddel of tijdmeter. Als kind stond zij op het strand te kijken hoe de wind enorme zandstrepen voortjoeg, zo’n tien centimeter boven de grond; ze voelde de korrels prikken tegen haar kuiten en lachte. Zinloze opwinding, kinderachtig geweld.

Dit voelt anders; het spreekt me direct aan met die natuurmetaforen. Aan het woord is Loes, docent klassieke talen, echtgenote van Nico. En moeder van Maj. Maar die komt pas later ten tonele. Eerst gaat het over het werk van Nico, die psychiater is en directeur wordt. In de even hoofdstukken lees je vanuit zijn perspectief over de ggz-instelling waarin hij alles wil veranderen. Ondertussen stort Loes zich op de tuin, waar ze ondanks de zandgrond iets van wil maken.

Verder lezen