Rozemarijn is bijna dertig jaar en single. De ene na de andere vriendin vindt de liefde. Er wordt volop getrouwd en sommigen krijgen kinderen. Rozemarijn moet daar erg aan wennen, want zij wil gewoon als vanouds feesten. Dat doet ze voluit, met veel drank en een pilletje. Ik stoor me eraan dat dit als zo normaal wordt voorgesteld. Ik weet wel dat het in bepaalde kringen niet vreemd is om drugs te gebruiken om langer door te kunnen feesten, maar zou dat zelf niet zo in een boek verwerken. Als ik nog nooit iets van Lisette Jonkman had gelezen, dan was ik na een paar bladzijden al afgehaakt. Maar eerder heb ik enorm genoten van haar grappige feelgood-boeken, dus ik besluit door te lezen.
Waarin Rozemarijn ook verschilt van veel leeftijdsgenoten is dat ze haar studie niet heeft afgemaakt. Als student ging ze in een winkel met herenkleding werken en vijf jaar later is dit nog steeds haar bron van inkomsten. Op een dag komt er een knappe lange man binnen voor een maatpak en bij het meten wordt er al geflirt, zoals dat gaat in een feelgoodboek. En dan kan je al voorspellen wat er verder gaat gebeuren. Magnus geeft wel aan dat hij geen vaste relatie wil, want hij is pas net gescheiden. Dat komt Rozemarijn goed uit, want die wil ook alleen maar lol. Ook hierin heb ik andere morele standaarden, maar ja, dan moet ik maar een reformatorische liefdesroman kiezen (heb ik ook weleens gedaan).
Verder lezen



