Karen Armstrong heeft geen theologie gestudeerd, maar ze is wel bekend geworden met haar boeken over de grote religies. In De wenteltrap vertelt ze hoe haar leven is verlopen en hoe ze uiteindelijk schrijver werd. Het is een vervolg op Door de nauwe poort, dat gaat over de zeven jaren die ze als non in een zeer streng klooster doorbracht. Dat eindigt met de eerste weken na haar uittreding.
Sommige mensen in haar omgeving hadden de verwachting dat ze ontzettend opgelucht was, nu ze zich niet meer aan al die regels hoefde te houden. Maar hoe bouw je een leven op als je helemaal hebt afgeleerd om zelf na te denken? Studeren kon Karen wel, maar eigen gedachtes vormen lukte haar amper. Toch begon ze aan een proefschrift over een Engelse dichter.
Deze jaren werden bepaald door diverse psychiaters, waar Karen bij in therapie was. Ze viel namelijk regelmatig flauw, iets wat in het klooster was begonnen. De psychiaters, die in het boek als één persoon zijn voorgesteld, vertelden dat dit vast veroorzaakt werd door haar jeugd. De periode in het klooster werd totaal genegeerd. Karen was doodsbang dat ze zou eindigen in een gesloten inrichting, want ze boekte geen enkele voortgang. Ze bleef flauwvallen. En soms kon ze zich een paar uur niet meer herinneren, waardoor ze afspraken miste.
Verder lezen

