Marthe is met haar gezin op vakantie. Op een Frans eiland zijn ze met z’n vijven op het strand. Haar dochter leest een boek, haar jongste zoon graaft een geul in het zand en haar oudste is met haar man in de zee. Als die twee al een tijdje onzichtbaar zijn geworden, raakt Marthe in paniek. Ze zullen toch niet verdrinken… Rustig blijven, ademhalen, spreekt ze zichzelf toe.
Dan springt het verhaal naar vier jaar eerder. Marthe werkt aan de vertaling van een Frans boek. Ze houdt van dit werk, maar deze keer wil het niet vlotten. Ze vraagt uitstel en dat wordt afstel. Haar gedachten zijn wazig. Ook het huishouden lijdt eronder. Tegelijkertijd is ze doodsbang dat haar kinderen of haar man iets ergs zal overkomen. Haar man Barend probeert tot haar door te dringen en ook haar ouders en haar zus hebben door dat het niet goed gaat.