IJsland, zeventiende eeuw. Jonas de Geleerde staat bekend om zijn grote kennis van de natuur en het toepassen van kruiden voor allerlei kwaaltjes. Vrouwenziektes zijn zijn specialiteit en de vrouwen laten zich graag door hem onderzoeken en adviseren. Ook wordt Jonas gevraagd om geesten te verdrijven en dat krijgt hij zelfs bij de hardnekkigste geest voor elkaar. Helaas wordt hij beschuldigd van zwarte magie en hij wordt verbannen naar een eiland. Zijn vrouw mist hem zo dat ze na een tijdje besluit ook op het eiland te gaan wonen. Het boek beschrijft de gedachten van Jonas over zijn leven, de natuur en de mens. Jonas heeft een zwaar leven op het eiland. De natuur is prachtig, maar het is ook erg koud en donker.
Naast verhalen over zijn eigen leven en de natuur, vertelt Jonas volksverhalen aan de lezer. Het speelt duidelijk vlak na de Middeleeuwen: er zijn nog volop heksenverhalen, maar de wetenschap begint op te komen. Na een tijd op het eiland gewoond te hebben wordt Jonas door een schipper meegenomen naar Kopenhagen, samen met zijn zoon, om daar vrijspraak bij de koning aan te vragen. Professor Ole Worm wil Jonas graag ontmoeten, vanwege zijn grote kennis van de IJslandse cultuur. Hij heeft een museum met opgezette dieren en interessante voorwerpen uit de natuur. Het lijkt erop dat Jonas daar eindelijk wordt gewaardeerd.
Uit de bek van de walvis bevat veel lange zinnen, waardoor het niet makkelijk leest, maar het is wel erg mooi geschreven. Sjón is eerder bekend geworden door zijn gedichten en songteksten (onder andere voor Björk). Marcel Otten heeft voor een goede vertaling gezorgd. Dit boek is genomineerd voor de Groene Watermanprijs, waarmee elk jaar een pareltje wordt bekroond dat over het hoofd werd gezien in de media.