De getekende konijnen in de film Waterschapsheuvel kan ik me na een jaar of 25 nog voor de geest halen. Pas later ontdekte ik dat dit een boekverfilming was van een klassieker uit 1971. Dat is bij het lezen wel te merken, want de beschrijvingen zijn vrij uitgebreid en het verhaal vordert in konijnentempo: deze beestjes kunnen wel rennen, maar dat doen ze alleen bij acuut gevaar. Meestal hopsen ze een beetje rond en staan regelmatig stil om even uit te rusten of om te controleren of er iets op de loer ligt…
Het verhaal begint als Fiver een angstig voorgevoel heeft: het leven van hun konijnengroep is in gevaar. Hij kan niet uitleggen waarom, maar ze kunnen wel zien dat mensen een bord hebben geplaatst. De lezer krijgt wel te weten wat daarop staat. Een paar mannetjeskonijnen besluiten samen te vluchten. Ze denken er niet aan om ook vrouwtjes mee te nemen (het wordt me niet helemaal duidelijk of die dat niet willen of er niet van weten) en zo gaat het groepje ervandoor.
Richard Adams heeft zich helemaal ingeleefd in de wereld van konijnen. Ze kunnen veel beter ruiken dan een mens, maar hun leefruimte is meestal beperkt. In Watership Down kunnen ze wel met elkaar praten, waarbij ze af en toe een woord Konijns gebruiken, zoals hrududu (tractor of auto). Ze communiceren ook met andere dieren, wiens taal wordt weergegeven als Engels met een accent. De konijnen vertellen elkaar graag verhalen, wat meestal een soort legendes zijn, doorverteld van generatie op generatie.

Onderweg dreigt er continu gevaar voor de reizende konijnen. Ze hebben duizend vijanden, waaronder dassen, uilen en mensen. Na een spannende tocht vinden de mannetjeskonijnen een nieuwe woonplaats, maar hoe maken ze daar een konijnenhol? Het graven daarvan gebeurt immers altijd door vrouwtjes als ze bijna jonkies krijgen. Ze besluiten om toch aan de slag te gaan. Dat is nog maar het eerste probleem, want konijnen houden ervan om zich voort te planten en dat gaat niet lukken zonder vrouwtjes.
De konijnen besluiten om op zoek te gaan naar een ander konijnenhol waar ze vrouwtjes uit kunnen meenemen. Dat levert genoeg avonturen op voor de rest van het boek. Ik ga er vrij langzaam doorheen, lees steeds maar een paar bladzijden. Maar bij de laatste honderd bladzijden wordt het zo spannend dat ik ineens wel een heel stuk achter elkaar wil lezen. De konijnen zijn in aanraking gekomen met een grote groep van konijnen onder leiding van een dictator, doodeng, maar ze willen alles doen om vrouwtjes te kunnen krijgen. Ze roepen de hulp in van een bevriende meeuw om dit voor elkaar te krijgen. Het is bloedstollend en de konijnen komen er lang niet allemaal zonder kleerscheuren vanaf. Toch is het minder gruwelijk dan ik dacht: konijnen leven vrij kort en hebben geen tijd om eindeloos stil te blijven staan bij wat ze is overkomen.
Wie wil zou allerlei parallellen kunnen trekken met hoe mensen samenleven. Je kunt je afvragen in hoeverre de schrijver menselijke eigenschappen heeft gemengd met die van konijnen. Maar dit boek is vooral een origineel, spannend verhaal.
Dan is het tijd om de tekenfilm uit 1978 nog eens te bekijken (vanaf een dvd uit de bieb). Die is erg mooi gemaakt en ik snap dat het destijds indruk op me heeft gemaakt. Op Netflix staat de tv-serie die in 1999 naar aanleiding van het boek is gemaakt, maar het schijnt dat die het verhaal veel minder goed volgt. Dus die laat ik aan mij voorbijgaan.
Mooie recensie van een mooi boek. Ik las het tientallen jaren geleden. De animatiefilm staat ook op YouTube. En luister naar het prachtige, onvergankelijke “Bright eyes” van Art Garfunkel.
LikeLike
Ja, prachtig boek, fijn dat jij het ook mooi vond. Ik vond het vooral heel bijzonder hoe Richard Adams de konijnen tot leven wekt en je eigenlijk moeiteloos meeneemt in hun wereld.
Mooie bespreking!
Groetjes,
LikeGeliked door 1 persoon