De eerste bladzijde van Veenland heb ik een paar keer gelezen. Het gaat over palingen. Het is een soort inleiding; op de tweede bladzijde gaat het over twee zussen waarvan eentje heeft besloten niet meer te willen eten. Ze belandt in het ziekenhuis. De andere zus begrijpt haar als enige en laat haar aan het einde van dit verhaal los in het water, als een paling…
Ik moet echt even wennen aan de schrijfstijl van Daisy Johnson. Sommige zinnen lees ik vijf keer en de eerste paar verhalen twee keer, maar dan is het indrukwekkend, compact, poëtisch, wow! Ik houd van surrealistische verhalen, dus dit is wel aan mij besteed. In het boek hangt een bijzondere sfeer, die de verbindende factor is tussen de diverse verhalen, samen met de locatie: een Engels veengebied. Het vochtige komt steeds weer terug, soms in de vorm van het landschap, andere keren gaat het over vissen en de zee. Het café is altijd de Fox and Hound.
Het surrealistische is vaak griezelig, maar het begint steeds met gewone mensen, maar wel met iets dat me nieuwsgierig maakt. Er zijn vrouwen die mannen opeten en er is een huis dat langzaam een meisje opslokt. Een jongen komt na zijn dood terug, maar bezorgt zijn geliefde en zijn moeder helse pijn door zijn woorden en zelfs door zijn gedachten. De achtergelaten vrouw van een zeeman merkt dat haar huis in een boot verandert. Een moeder vertelt over haar zoon, die niet door een mens werd verwekt.
Daisy Johnson is nog geen dertig, net als vertaler Callas Nijskens. Helaas is de vertaling van het Engelse Fen niet vlekkeloos. Er zijn passages waarin ik steeds weer blijf haken op zinnen die niet lekker lopen of woorden die te letterlijk vertaald zijn, zoals ‘armstoel’ of ‘geïnkt’. Maar er zijn ook hele stukken waar dat niet gebeurt. Uiteindelijk heb ik toch geen spijt dat ik de vertaling heb gekocht, maar ik hoop dat de redacteur de volgende keer wat beter oplet…
Het laatste verhaal gaat over een vrouwelijke vuurtorenwachter, wat me in de verte aan Lampje doet denken. Het zit weer vol prachtige beschrijvingen en het einde is raadselachtig. Ik lees het nog een keer. Onheilspellend mooi.