Een tijd lang dacht ik dat ik niet van sprookjes hield. Ik had er zo’n beeld bij van geromantiseerde versies van Doornroosje en Roodkapje met nare stiefmoeders en pratende dieren en dat trok me niet zo. Laatst realiseerde ik me dat dat helemaal niet klopt. Ik ben juist gek op verhalen die zich een paar eeuwen geleden afspelen, in een bosachtige omgeving, met een vleugje surrealisme of zelfs magie. Dan denk ik bijvoorbeeld aan Uprooted over een meisje dat haar magische gaven leert kennen en een gevaarlijk woud moet verslaan of De man die de taal van slangen sprak, dat geïnspireerd is op volksverhalen uit Estland. En nu heb ik weer zo’n boek te pakken, al gaat het deze keer om een verhalenbundel.
In De blauwe maanvis staan vijftien verhalen die zich in dezelfde tijd en imaginaire streek lijken af te spelen. Er is in elk geval nog geen elektriciteit en al helemaal geen internet. De omgeving is bosachtig en soms worden verzonnen plaatsnamen genoemd. De mensen hebben namen die bij sprookjes passen, zoals Molitor, Firius, Nouria en Iriste. Het gaat over mensen die op avontuur gaan of juist hun hele leven in hetzelfde dorp wonen.
Sprookjes hebben vaak een moraal en dat is bij sommige van deze verhalen ook het geval. Het duidelijkste is dat bij het verhaal Angst, over een man die altijd heel bang is. Op een dag weet hij zijn angst echter te overwinnen en hij smijt ‘m in de rivier. Daarna is hij nergens meer bang voor, maar dat blijkt niet de ideale situatie op te leveren. A.N. Ryst vertelt het op een prachtige manier, met hier en daar een bijzondere woordkeus.
In een paar verhalen is de verhouding tussen mannen en vrouwen een belangrijk thema. In zo’n traditionele omgeving hebben de mannen het vaak voor het zeggen, maar de vrouwen zijn ze af en toe te slim af. In andere verhalen komen bijzondere wezens voor, zoals een heks, een reus en duivels. Dieren spelen ook een rol, zoals in het titelverhaal.
De blauwe maanvis was dit jaar genomineerd voor de Biesheuvelprijs. Deze prijs voor literaire verhalenbundels wordt elk jaar door crowdfunding bekostigd. Deze derde keer was Maarten ’t Hart de winnaar met De moeder van Ikabod & andere verhalen. Ik heb het boek hier in de kast, maar had toevallig net al een verhalenbundel van hem gelezen, dus ik laat ‘m nog even staan. In elk geval zal ik volgend jaar weer mijn bijdrage aan het prijzengeld leveren, want korte verhalen verdienen ook aandacht en ik vind het heerlijk om ze te lezen.
Ik dacht ook dat ik niet graag sprookjes zou lezen maar ik was begonnen in een Harry Potter boek en ondertussen las ik ze allemaal en het smaakt naar meer.
LikeLike
Harry Potter vond ik niet geweldig, wel leuk hoor, maar na één deel vond ik het genoeg. Maar dat is inderdaad ook een voorbeeld van een soort sprookje.
LikeGeliked door 1 persoon
Ik vond ze pas goed vanaf het einde van boek 4. Dan begon de verhaallijn te beteren.
LikeLike
Mooie recensie! Ik denk ook dat ik geen sprookjes wil lezen, maar ondertussen doorde verhalen van Narnia weet ik dat je het veel breder kunt trekken. Het feit dat dit een verhalenbundel is maakt het nog leuker denk ik. Gek hé hoe zo’n auteursnaam / pseudoniem mijn aandacht gelijk trekt 😉
LikeLike
Narnia is inderdaad een heel mooi voorbeeld! Ik heb de hele serie hier staan. Deze verhalenbundel is een mooie aanloop naar Rysts roman ‘De harpij’, waarvan ik nu denk dat ik het wel zal kunnen waarderen.
Hoe komt het dat de naam Ryst je aandacht trekt?
LikeLike
Juist de geheimzinnigheid rondom de vraag wie achter die naam zou zitten bij de introductie van de Harpij. De roman trekt mij nog niet, maar misschien wel naar deze verhalenbundel. Door jouw recensie wil ik het een kans geven.
LikeGeliked door 1 persoon