In de jaren ’90 verhuist Isa Keller van de Achterhoek naar Utrecht om te studeren. De familie die ze achterlaat staat slecht bekend. Haar opa zit in de gevangenis en haar oudoom heeft een illegale nertsenfokkerij. In Utrecht zegt de achternaam Keller niemand iets. Isa komt in contact met punkers en krakers. Voor het eerst in haar leven krijgt ze een beste vriendin: Erva. Die haalt haar over om mee te doen aan acties tegen dierenleed.
Ze was hierheen gekomen om te worden wie ze al die jaren had moeten zijn, zonder teruggefloten te worden door een achternaam die verried dat je vader een mislukkeling was, je oom een dierenbeul, je grootvader crimineel.

Het perspectief ligt afwisselend bij Isa en haar vader, die voor haar geboorte een beroemd motorcrosser was. Bij een ongeluk verloor hij zijn been. Sindsdien gebruikte hij niet alleen pijnstillers, maar ook antidepressiva. Op een dag wordt Isa gebeld door haar moeder, want haar vader is al een paar dagen niet thuis gekomen. Isa stapt meteen in haar auto en rijdt terug naar de Achterhoek, om te zoeken. Ze gaat bij de paar familieleden langs die ze nog heeft en zo komt het verleden boven water. Later in het boek komt er nog een perspectief bij: dat van Isa’s tante waar ze geen contact meer mee hebben, want ze zou toch alleen maar vieze, vadsige fabels vertellen, aldus Isa’s moeder.
Gijs Wilbrink heeft er vast plezier in gehad om allerlei Achterhoekse details en typische aspecten van de jaren ’90 in dit verhaal te verwerken. Hierdoor krijgt het wat broodnodige lichtheid. Het geeft me een nostalgisch gevoel om te lezen over een oude Opel Kadett met een kapot cassettedeck, een oom die naar het Rad van Fortuin kijkt en het omnummeren van telefoonnummers.
Als Isa ziet hoe zwaar haar ouders het hebben, gaat ze twijfelen. Zal ze weer hier komen wonen? Haar studie loopt niet zo lekker. Dat ze veel blowt helpt daar niet bij. En haar ouders hebben haar nodig. Haar vader mist haar te erg, dat is nu wel duidelijk. Ze nodigt zelfs haar vriendin Erva uit om langs te komen, om te laten zien hoe prachtig de Achterhoek is, ook al wonen hier de veehouders waar hun acties tegen gericht zijn.
Het leven is ijzel. Zachte winters aan de strang, aalscholvers over dunbevroren water. Nachtvorst op de kasseien. Uitglijden en blijven liggen, staren naar een onpartijdige hemel. Het kan zo mooi zijn hier.
De beesten is een goed debuut. De gekozen stijlen passen goed bij de inhoud. En toch lukt het me niet om er helemaal in op te gaan. Het is passend dat er uitgebreide beschrijvingen van de motorcrosssport in staan, maar dat kan mij niet boeien. Ik word wel steeds nieuwsgieriger naar hoe het afloopt. Ondertussen legt Isa de puzzelstukjes van haar familiegeschiedenis in elkaar. Ook bij het einde past Gijs Wilbrink het principe van Show, don’t tell consequent toe. Dit zal geen lievelingsboek van mij worden, maar goed is het wel.
De onpartijdige hemel, wat een mooie uitdrukking. Deze taal met de rauwe geschiedenis lijkt me een boeiend contrast.
LikeGeliked door 1 persoon