Het eerste wat opvalt aan Ons kasteel aan zee zijn de tekeningen van Helen Crawford-White, op de voorkant maar ook aan de binnenkant. Bij het begin van elk hoofdstuk zijn bloemen getekend; er zijn een paar variaties die steeds terugkomen. Die bloemen komen echter niet expliciet terug in het verhaal. Wat zo idyllisch begint, wordt al snel een nachtmerrie.
Petra woont met haar ouders en zus in een vuurtoren aan de Engelse kust, bij het Kanaal. Haar moeder, Duitse van geboorte, kan prachtig tekenen. Haar vader werkt als vuurtorenwachter. Hij vertelt vaak verhalen over enge zeemonsters. Er is ook een verhaal over vier zussen die zingen om hun geliefden veilig thuis te laten komen. Dat werkt, maar de zussen veranderen in vier grote stenen die naast de vuurtoren staan. Dit spreekt erg tot Petra’s verbeelding en het speelt verderop in het boek nog een rol.
Als de oorlog uitbreekt, merkt Petra daar in het begin weinig van.
Er gingen wel geruchten over onderzeeërs in het Kanaal. Soms kwamen er vissers thuis met verhalen dat ze ze onder water hadden zien rondhangen, maar de meeste mensen noemden dat onzin, net zoals vissersverhalen over zeemeerminnen en zeeslangen al duizenden jaren voor onzin werden gehouden.
Petra merkt wel dat haar zus en haar ouders zich bezighouden met zaken waar zij buiten gehouden wordt. Ze vindt een trouwfoto van haar ouders in een la en vraagt zich af waarom die verstopt is. Even verderop is een onbekende man komen wonen die ze Spokige Joe noemen. En dan wordt Petra’s moeder gearresteerd, omdat ze in Duitsland is geboren en wordt verdacht van landverraad. Petra weet zeker dat haar moeder geen verrader is, maar wie dan wel? Want er is iemand die de boel probeert te saboteren en te helpen bij een Duitse inval.
Het wordt vreselijk spannend en heftig. Petra’s vader en haar zus nemen deel aan een reddingsoperatie van Engelse soldaten die in het nauw gedreven zijn op het Franse strand, aan de overkant van het Kanaal. Niemand komt er zonder kleerscheuren vanaf. En ondertussen probeert Petra te ontdekken wie de saboteur is: zou haar vader erbij betrokken zijn? Zelf verdenk ik iemand anders.
Lucy Strange beschrijft erge dingen, maar het is niet te gruwelijk om te lezen. Het is prettig en helder geschreven, met af en toe een mooie metafoor. Aleid van Eekelen-Benders heeft een prima vertaling uit het Engels gemaakt. Helemaal aan het einde komt Petra precies te weten hoe alles in elkaar zit. Ik vind dat iets te mooi uitgewerkt, maar ik kan me voorstellen dat de schrijver haar jeugdige lezers niet met ingewikkelde open eindjes wil opzadelen. Het is een beetje gek om te zeggen bij dit thema, maar Ons kasteel aan zee is een fijn boek.
Met dank aan Anneke van ‘Een letter meer graag’ en uitgeverij Gottmer.