Dijk is de collega die niet kwam opdagen bij zijn eigen afscheidsreceptie. Na hun pensionering komen herinneringen boven bij de ik-persoon aan zijn werkende leven bij de Dienst voor het IJkwezen (zie je de woordspeling van deze dienst met de naam Dijk?) In 45 jaar tijd is veel veranderd, maar er waren ook constante factoren: de meter, de kilo en collega Dijk, die op dezelfde dag als hij begon. De mannen van het ijkwezen hebben als belangrijkste taak om de gewichten van winkels te controleren en ook wel de meetlatten van stofverkopers.
De beschrijving van het kantoorleven in de jaren zestig doet mij sterk denken aan de serie Het Bureau. Een andere overeenkomst is het reizen, vaak naar dorpen op het platteland. Ik vind het niet erg dat Dijk maar een fractie beslaat van die geweldige serie, want het boeit me een stuk minder. Ik mis het persoonlijke; het is afstandelijk. Waar ik mij herkende in de gedachten van Maarten Koning van het Bureau, kan ik me niet identificeren met de naamloze verteller van dit boek.
Het lijkt erop dat H.M. van den Brink wel een beetje spanning probeert op te bouwen, door de vraag waarom Dijk niet op zijn eigen afscheid was. Bij het voorbereiden van de toespraak vindt de hoofdpersoon in het archief informatie die nieuw voor hem is en die een ander licht werpt op zijn collega, die altijd erg gesloten is geweest. Maar daar blijft het bij. In de blog van Marc van Oostendorp lees ik dat hij de beschrijving van het leven in de jaren zestig erg mooi vindt. Daar heeft hij gelijk in. Het is een andere tijd, die ik niet heb meegemaakt, maar die toch iets van nostalgie oproept. Maar ik heb het dan liever ingebed in een verhaal met boeiende hoofdpersonen. Het boek stond vorig jaar wel op de longlist voor de ECI literatuurprijs. Het gevoel bekruipt me dat ik iets heb gemist, iets over het hoofd zie. Of het is het puur een kwestie van smaak dat dit boek me niet weet te grijpen? Hopelijk bevallen de nominaties van dit jaar me beter!